Oecumenische bezinning: De Geest waait

Didactische handreiking bij de bundel ‘De Geest waait’

De bundel ‘De Geest waait’ leent zich uitstekend voor bespreking in een kleine kring. We geven enkele invalshoeken die van dienst kunnen zijn voor een didactische aanpak.

1. Vergelijk drie liederen.

Het is aardig om de variatie in de bundel te gebruiken om nader kennis te maken met verschillende gebedstradities. Je kunt denken aan: pag. 16 (‘Daar ruist langs de wolken’), pag. 42 (‘Kom Schepper, Geest’) en pag. 46/47 (‘Veni, Sancte Spiritus’).

a. Lees de liederen, of laat ze horen via YouTube, of zing ze met elkaar.
b. Geef aan hoe een lied aansluit bij je eigen spiritualiteit.

Door liederen uit de sfeer te kiezen van de methodisten, protestants-pentecostaalse traditie en de rooms-katholieke kerk komen er verschillende ‘sferen’ van liederen bij elkaar. De sound en theologie van het eerste lied gebruikt gedragen klank die de theologie van de krachtige God versterkt. Het bijna jazz-achtige ritme van het tweede lied wil de ervaring op het land en de wind in de haren onderstrepen. Het derde lied heeft met een Latijnse variant onmiddellijk een plaats in de historie van de kerk.

2. Zing een lied.

Zing een lied met elkaar en vraag naar herkenning en naar vervreemding. Vanuit de beelden kan men doorvragen naar Godsbeelden en ervaringen. Het is ook mogelijk een minder bekend lied te nemen, bijvoorbeeld als je protestant bent en je openstelt voor de orthodoxe traditie. Het orthodoxe lied op pag. 36 (‘Hemelse Koning, Trooster, Geest der waarheid’) en/of het lied op pag. 52 in het Aramees ingebracht vanuit de Syrisch-Orthodoxe Kerk lenen zich daar uitstekend voor.

3. Gebruik een lied om beelden van God te bespreken.

Op pag. 38 staat het lied ‘Geest der waarheid’. Er komen verschillende beelden van de Geest voorbij: de Geest der waarheid, de Geest der liefde, de Geest der sterkte, de Geest des vredes. Wat spreekt mensen aan? Hoe sluit dat aan bij ervaringen in hun leven.

Het gesprek kan verder gaan over de heilige Geest. Iemand in de werkgroep Vieren vertelde ooit een dienst te hebben meegemaakt, waarbij een voorganger een ventilator in het liturgisch centrum plaatste. De ventilator moest de kinderen duidelijk maken dat er een kracht werkt, zonder dat je de kracht ziet. Hij was er niet zo gelukkig mee. Kunt u zich dat voorstellen? Hij vond dat er te veel opnieuw een beeld werd ingezet om iets wat ook al een beeld is (de wind) te verduidelijken. De vraag kan aan de groep gesteld worden hoe men zich de heilige Geest voorstelt.

4. Spreek met elkaar over de drie-eenheid.

Alle liederen in de bundel hebben de bedoeling het werk van de Geest te vertolken. Daarbij komt geregeld de drievoudige werking van God aan de orde. Het is geen toeval dat zondag Trinitatis volgt op Pinksteren. Iemand van de werkgroep Vieren vertelde over de manier waarop St. Patrick, de heilige uit Ierland, met vragen omging over de drie-eenheid. Ierland was in zijn dagen een land waar men zogenaamde triaden kende, een drieslag waarmee goden naar buiten traden. Dat versterkte de vraag hoe het met die ene God van de christenen zit. Hij liet dan een klavertje-3 zien en maakte duidelijk dat er drie blaadjes zijn en toch één plant. Zo is er sprake van God als Schepper, God als Broeder en God als degene die in je woont. God boven je, God naast je, God in je.
Je kunt deze didactische werkvorm inzetten door een klavertje te laten zien en de vraag te stellen:

In hoeverre zou deze figuur beeld kunnen zijn van de drie-enige God? Vervolgens kunt u een van de liederen daaraan toevoegen en bespreken, bijvoorbeeld pag. 24, 32, 46/47, 56 of 60.