In gesprek over Maria

Eén van de verschillen tussen de kerken ligt in de persoon van Maria. Voor katholieken en orthodoxen is ze een vanzelfsprekende gestalte, die met regelmaat genoemd wordt in de gebeden en in spirituele teksten. Voor protestanten en vrijzinnigen blijft ze ietwat in de coulissen van het evangelie steken als een figurante die belangrijk is als moeder van Jezus, maar die qua heilsverwachting en bemiddelingskracht niet anders is dan iedere andere gelovige.

De projectgroep Vieren sprak over haar om een breder gesprek in de Raad van Kerken voor te bereiden. De Raad sprak er al eerder over en wil er nogmaals over spreken geïnspireerd door het rapport ‘Maria, genade en hoop in Christus’, waarin rooms-katholieken en anglicanen samen een verkenning maken van wat Maria kan betekenen binnen de actualiteit van het geloof.

Binnen de projectgroep is er een zekere terughoudendheid. Het zijn vooral protestanten die het gesprek aangaan.

‘Ik heb het rapport gelezen, maar vind het toch ingewikkeld. Bladzij na bladzij gaat het over de bijbel en over de rol die Maria daar speelt. Uiteindelijk beleef ik het als protestant als een salto mortale dat men uiteindelijk bij eerdere dogma’s uitkomt’.

‘Naar mijn idee hoef je niet vanuit de dogma’s te spreken. Veel dogma’s hebben een negentiende-eeuwse oorsprong. Je kan mijns inziens beter inzetten bij de functie die Maria speelt in het debat. Misschien mag je haar op één lijn zetten met Israël. Wat Maria betekent voor de rooms-katholieken is de rol van Israël voor de protestanten. Je zou haar een ikoon van Israël kunnen noemen’.

‘Ik vind het jammer dat haar persoon voortdurend vanuit een seksuele invalshoek wordt benaderd. Alsof Maria bevlekt zou zijn als er sprake is van voortplanting. Ik begrijp die woordkeus ‘altijd maagd’ eigenlijk niet zo goed’.

‘Ik plaats die uitdrukking op één lijn met wat in protestantse kring de rechtvaardiging van de goddeloze is. Maagd is in de Middeleeuwen een soort aanduiding geworden van een zuivere vrouw. Daar ontstonden beelden van vrouwen die onrein waren en die niet achter het altaar mochten staan, omdat ze ook met menstruatie te maken hadden. Al die uitwerkingen zijn van latere tijd. Maar in zijn oorsprong proef ik een verlangen naar zuiverheid voor ieder mens. Dat verlangen naar zuiverheid zou ik op één lijn willen plaatsen met wat bij Luther de rechtvaardiging van de goddeloze is. Het gaat in beide gevallen om de genade die je ontvangt van God. We moeten zo’n dogma misschien herinterpreteren vanuit het gedachtengoed van deze tijd. Een paus mag dat toch ook doen? Hij hoeft een dogma niet te herroepen. Hij kan het wel herformuleren’.

‘Ik kan me nog een andere invalshoek voorstellen. We kunnen spreken over de vrouwelijke kant van de kerk. Als alles in de kerk mannelijk is, ga je de vrouwelijke kant missen. Als je alleen goden hebt, kweek je het verlangen naar een godin’.

‘Bedoel je te zeggen, dat er te weinig aandacht is voor de vrouwelijke kant van het kerkzijn?’

‘Ja. Mannen hebben misschien een neiging om in te zetten op kracht. Vrouwelijke krachten, die trouwens ook bij mannen vandaan kunnen komen, laten meer ruimte voor anderen, zetten minder in vanuit een macho-cultuur. Een moederfiguur is gunnend en laat tot haar recht komen. De wijsheid in de joodse literatuur is vaak een vrouw. De Geest als onderdeel van de triniteit is ook wel als vrouw weergegeven. Een kerk kan eisend zijn. En een kerk kan naar haar kinderen kijken en bezien wat haar kinderen nodig hebben. Die kant mag er ook zijn’.

Het gesprek eindigde met een lid die een foto tevoorschijn haalde van een Maria-gestalte uit de lutherse kerk in Lund, Zweden. Het toont een zwangere vrouw met een open vestje waarin allerlei gezichten te zien zijn. ‘Een soort protestantse verwerking van wie Maria zou kunnen zijn voor ons’, aldus de fotograaf.

Het gesprek over Maria wordt verder voortgezet in de plenaire Raad van Kerken in de loop van 2018.

Foto: Maria-gestalte uit de lutherse kerk in Lund