Laat die somberheid los

‘Het valt me op, als je iets langer met werkers uit de kerken in Nederland praat, dat er een bepaald pessimisme doorklinkt in de teksten. Op de één of andere manier lijken jullie te lijden onder de secularisatie. Maar is dat pessimisme wel terecht? De Waldenzen in Italië vormen al jaren een kleine minderheid van – hoeveel zullen het er zijn; 30, 40.000 mensen? – maar ze leggen een geweldige vitaliteit aan de dag. Ze kennen geen somberheid. Misschien zouden we ons door dergelijke kerken kunnen laten inspireren’.

Aan het woord is vader Heikki Huttunen, algemeen secretaris van de Europese Kerkenconferentie. Hij bezocht Nederland afgelopen dinsdag (24 oktober) en woensdag (25 oktober) met dr. Peter Pavlovic, beleidsmedewerker van het bureau van de Europese Kerken in Brussel. Ze spraken met wisselende samenstellingen van de Nederlandse (Raad van) Kerken. Het was een werkbezoek, deels bedoeld om indrukken op te doen van thema’s die in Nederland spelen, deels om een voorschot te geven aan Nederland van de vijftiende assemblee die de CEC (Europese Kerken) houdt van 30 mei tot 6 juni 2018. Juist het feit dat Huttunen en Pavlovic door een bril van buitenaf kijken naar de Nederlandse situatie maakte hun reflectie spannend.

Huttunen benoemde in kleine kring de bescheiden opstelling van de kerken in Nederland, zoals hij die ervaarde tijdens zijn bezoek. Voor hem als lid van een kleine kerk in Finland, de Orthodoxe Kerk, is die ingetogenheid helemaal niet vanzelfsprekend. ‘In Brussel zeggen de politieke partijen tegen ons: “Laat je als kerk horen. Doe je ding. Wees niet verlegen. Laat maar zien hoe uniek het evangelie is”’.

Prof. dr. Leo Koffeman legde uit hoe de situatie in Nederland is gewijzigd. Recente statistiek van 2016 wijst uit dat 67 procent van de bevolking geen link voelt naar enige religie. Koffeman waardeerde het vanuit deze context dat de CEC bij de naderende assemblee naast koinonia (gemeenschap) en diakonia (dienstbaarheid) ook de marturia (getuigenis) aan de orde stelt. Hij realiseert zich daarbij, zo zei hij, dat zo’n getuigenis lastig is in een seculiere omgeving. Kerkmensen en seculiere mensen spreken een verschillende taal. En veel seculiere mensen leven met het idee: ‘De kerk is ouderwets. Als je lid bent van een kerk offer je een deel van je gezonde verstand op’. In zo’n klimaat is het lastig om van gedachten te wisselen over ‘gedeelde waarden’. Kerken die in zo’n omgeving spreken, zullen in ieder geval geloofwaardig moeten zijn en eigen ‘daden’ in overeenstemming moeten laten zijn met hun ‘woorden’. Anders heb je een lege huls, alleen een sticker om de buitenkant te beplakken.

Relativering

Huttunen relativeerde de statistiek. ‘Je kunt mensen ook vragen: Geloof je in engelen? Of: Vind je meditatie belangrijk? Of: Hoe ga je om met mindfullness. Wat zeggen al die getallen, die elkaar voor een deel ook weer tegenspreken?’ Huttunen noemde het voorbeeld van een discussie in Zwitserland over een christelijke module op een school. De gespreksleiding reageerde omzichtig. Aan het einde werd er afgesloten met een vorm van meditatie. Men zag af van een expliciete christelijke invulling. Wat restte was een meditatie die verdacht veel Indiaanse trekken had. Dat bleek dan wel weer te kunnen in Zwitserland zonder dat iemand in de gaten had hoezeer religieuze elementen in zo’n meditatie aanwezig zijn.

Vader Theodoor van de Orthodoxe Kerk noemde Angela Merkel als voorbeeld van een regeringsleider die geen schroom kent om religie bij inhoudelijk politieke keuzes te betrekken. Zij staat voor een duidelijke visie, die ook levensbeschouwing rechtdoet en is daarmee meer dan alleen een belangrijke Duitse leider. ‘Niet de angst voor meer islam moet ons beheersen’, citeerden de Brusselse gasten haar, ‘maar de angst voor minder christendom’. En: ‘Het was Merkel die zei: ‘Als je bang bent dat de christelijke waarden uit Europa verdwijnen, kan ik slechts het advies geven: Ga op zondag naar de kerk’.

Huttunen noemde het de moeite waard om ervaringen van kerken uit verschillende Europese landen op dit punt bij elkaar te brengen. De assemblee in Novi Sad zou daar een geschikte plek voor kunnen zijn. Kerken in Europa hebben elkaar wel iets te zeggen als het om secularisatie gaat. Tegelijk zie je duidelijke verschillen tussen het postcalvinisme in Nederland, het postlutheranisme in Scandinavië, het postcommunisme in het Oosten van Europa en de postorthodoxie in Griekenland, aldus Huttunen.

Peter Pavlovic herkende de uitnodiging om als kerken een eigen bijdrage aan de discussies te leveren. Daarbij kan zelfs kerkelijk jargon als ‘genade’, ‘eerbied’ en ‘heiliging’ louterend en stimulerend werken in discussies. Hij vertelde van een ervaring waarbij iemand waardering uitsprak voor de lutherse kerk, ‘omdat de lutheranen hun geloof zo serieus nemen’. Het maakt hen betrouwbaar en relevant.

Historische zonde

Heiki Huttunen ging ’s ochtends in op de positie van de kerken in Europa. Hij sprak over het verouderde concept van de oecumene. ‘De tijd van “grandioso” is voorbij. De oecumene als oecumenisme is ook voorbij. Maar de oecumenische beweging en de oecumenische houding zijn springlevend’.

De CEC werkt vanuit een duidelijke focus. Die komt komend jaar tijdens de assemblee in Novi Sad aan de orde. Drie bijbelse kernwoorden staan in Novi Sad centraal: getuigenis, gerechtigheid en gastvrijheid. Huttunen noemde als consequentie onder meer het vluchtelingenbeleid. ‘Als we vreemdelingen buitensluiten begaan we een historische zonde. We moeten ons de ogen uit de kop schamen als onze kinderen daarover vragen gaan stellen’. Ds. Karin van den Broeke van de PKN zei zich vanuit haar kerk te herkennen in de drie genoemde grondwoorden. Ze benoemde het belang daarbij een focus te trekken op zaken als migratie en christelijke waarden.

Mgr. Joris Vercammen van de Oud-Katholieke Kerk noemde ‘de laatste levensfase’ als voorbeeld van de bijdrage van de kerken in Nederland aan de samenleving. ‘We kunnen als kerken verwoorden hoe we omgaan met de grote levensvragen van mensen. We kunnen daarmee een bijdrage leveren aan de kwaliteit van leven’.

Huttunen herkende de bijdrage. ‘Kerken hoeven niet eens altijd de oplossing te geven. Soms volstaat het de ongemakkelijke vragen te stellen’.

Lokaal

Op de vraag van Jan Willem Fortuin uit Gouda naar de relatie van de CEC met de lokale kerken reageerde Huttunen: ‘De CEC beweegt zich niet rechtstreeks op dat terrein. Maar je kunt wel zeggen dat de lokale bruikbaarheid van de onderwerpen de testcase is van de kwaliteit van onze bijdragen. De rol van de CEC ligt vooral op het terrein van de inspiratie. We kunnen kerkleiders en deskundigen aanspreken en raadplegen. Het lokale niveau is een goede test voor al het werk: Als het niet relevant is, is er iets mis’.

Jan Willem Fortuin vertelde dat één van de gremia waarin hij meedoet de Europese Charta Oecumenica heeft vertaald naar het regionale / lokale niveau. De tekst is uitgebracht in het Nederlands en in het Pools. Huttunen toonde zich zeer geïnteresseerd in de tekst en heeft gevraagd die toe te sturen. Op Europees niveau is men bezig met een evaluatie van dezelfde Charta. Waardering is er so wie so, omdat de Charta in verschillende landen, waaronder Nederland, leidde tot een dooperkenning tussen kerken. Hij kondigde aan dat de CEC na de assemblee met een vervolg komt. Maar of dat een Charta 2.0 wordt of iets anders kon hij nu nog niet zeggen.

Systeemcrisis

Peter Pavlovic ging ’s middags in op de welvaart in Europa en de economisch-financiële crises. Hij sprak van een systeemcrisis en de noodzaak gezamenlijke waarden te herdefiniëren. Begrippen als subsidiariteit en proportionaliteit zijn daarbij relevant.

Dr. Trinus Hoekstra van de beraadgroep Samenlevingsvragen reageerde vanuit de Nederlandse situatie. Hij refereerde aan de offers die werknemers in Nederland brengen ten dienste van de economie. Ze worden aangesproken op flexibilisering en ze krijgen relatief lage lonen. De kloof groeit daarmee in Nederland zelf tussen een bovenlaag en een te gemakkelijk misbruikte onderlaag. En door de goedkope export krijgen arbeiders in andere landen ook weer te maken met de concurrentie en sluitende bedrijven in hun eigen land.

Ds. Iris Speckmann van de doopsgezinde gemeente benoemde in een reactie de eigen inbreng van de kerk als één van de weinige instellingen die oog heeft voor de lange termijn. Waar de politiek voortdurend rekening moet houden met de vierjaarlijkse verkiezingen en de populariteitspolls kan de kerk soms een ongemakkelijke boodschap verwoorden en oog houden voor de aarde die men kinderen en kleinkinderen als erfenis aanreikt. Speckmann verwoordde de zorgen van veel jonge mensen, dat de aarde zelf verkwanseld wordt en dat duurzaamheidsvragen onvoldoende in de gaten worden gehouden. ‘Ik ken jonge mensen die serieus debatteren over de vraag: ‘Moeten we straks Amsterdam opgeven aan de zee?’ Duurzaamheid mag daarom nooit een afsluitende sheet van een powerpointpresentatie zijn, maar dient uitgangspunt van beleid te zijn ook voor de oecumenische beweging’.

Tafeltoespraak

Op dinsdag hadden de gasten gesprekken bij onder meer de Protestantse Kerk en Kerk in Actie. ’s Avonds werden de gasten onthaald op een diner, waar ook diverse leden van de Raad van Kerken aanwezig waren. Mgr. Hans van den Hende hield een tafeltoespraak over de rol van de kerken bij het vasthouden aan eenheid in Europa. Dr. Margriet Gosker ging als coördinator van het Reformatiejaar voor de PKN in op het reformatiejubileumproject. En dr. Jan Peter Schouten vertelde als voorzitter van de beraadgroep Interreligieuze Ontmoeting over de dialoog met de hindoes en het project rond A Common Word.

Foto: 
1. Iris Speckmann op de voorgrond en vaag daarachter voorzitter Kees Nieuwerth
2. Karin van den Broeke (PKN) naast Heikki Huttunen (CEC)
3. Catharina van Staveren en Frans de Wolf vanuit de Domgemeenschap in Utrecht, waar ieder jaar op 9 mei een bijeenkomst in het kader van Europa is
4. Peter Pavlovic met een kaart achter hem, waarop de landen gemarkeerd zijn die een reactie stuurden op de CEC-planning
5. Ida Overdijk maakte de betrokkenheid van Ikon-EO zichtbaar
6. Jan Willem Fortuin zet zijn betoog kracht bij met zijn handen
7. Een klein gezelschap zorgde er voor dat de gasten dinsdagavond niet alleen in het hotel hoefden te eten; er waren tafelredes en gesprekken over de kerk en Europa