Solidair met moskee Quebeck

Enkele leden van het Overleg van joden, christenen en moslims hebben een bezoek gebracht aan de Canadese ambassade in ons land vanwege de moordaanslag op de moskee in Quebeck. Bij deze aanslag zijn onlangs zes mensen gedood en vielen er negentien gewonden.

De delegatie betuigde haar medeleven aan de ambassadeur mevrouw Sabine Nölke. ‘Deze laffe daad toont wederom aan dat terreur geen etnisch of religieus fundament heeft en hierin ook geen onderscheid maakt. Het is des te meer verontrustend dat een islamitische gebedshuis, een baken van rust, vrede en bezinning, als doelwit is gekozen’. In haar reactie zei de ambassadeur diep onder de indruk te zijn van dit condoleancebezoek vanuit de drie religies in Nederland.

In de gesprekken daarna werden de feiten nog even goed op een rijtje gezet. Aanvankelijk waren er twee mensen gearresteerd, waaronder een moslim. Door sommige media werd hij ook beschouwd als dader. Maar het bleek dat hij de aanslag juist gemeld had bij de politie en dat de werkelijke dader iemand met een blanke achtergrond was. Ook werd geconstateerd dat je dit niet als het werk van een eenling kan beschouwen. Daarvoor gebeuren dit soort aanslagen te vaak. Kennelijk is er een sfeer geschapen waardoor mensen tot dit soort afschuwelijke daden komen.

Ook kwam aan de orde dat dit gebeurde Canada, dat beschouwd wordt als een land waar de integratie positief verloopt. En bijna vanzelf komt dan de vraag op tafel: wat zouden we in Nederland daarvan kunnen leren? Hiermee dook gelijk een belangrijk verschil op. Canada is een immigratieland. Mensen kiezen ervoor om daar een nieuwe toekomst op te bouwen en het beleid in Canada is er op gericht om dat ook te doen slagen. Dit ligt in Nederland anders. Een deel van de mensen die naar Nederland zijn gekomen, kwamen met de bedoeling om daar een tijdlang te gaan werken om veel geld te verdienen, om daarna terug te gaan naar hun land van herkomst. Een ander deel is gekomen als vluchteling. Dit maakt de integratie in Nederland tot een andersoortig proces.

Ambassadeur Sabine Nölke was erg geïnteresseerd hoe de verschillende religies in Nederland met elkaar omgaan en wat zij doen met antisemitisme en islamofobie in de Nederlandse samenleving. Ook hier bleek een gemeenschappelijke zorg te liggen.

Pilot in Nederland

Het OJCM heeft verder een persbericht naar buiten gebracht waarin de afspraken worden vermeld die voor Nederland zijn gemaakt over een pilot rond asielzoekerscentra in Azelo (Twente) en Sweikhuizen (bij Geleen).

De pilot vindt plaats in aansluiting op het programma ‘Wonen en Leven op een COA-locatie’ waarin het COA bewoners vertelt over artikel 1 van de Grondwet. Het doel van de pilot is om de rechten en plichten bespreekbaar te maken vanuit de brede context van Artikel 1 van de Grondwet. Vertegenwoordigers van verschillende religies en levensbeschouwingen zijn hierbij betrokken.

Artikel 1 Grondwet geeft veel rechten: ‘Allen die zich in Nederland bevinden worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook is niet toegestaan’. Artikel 1 Grondwet vormt het uitgangspunt voor hoe wij willen samenleven in dit land. De vrijheid en gelijkheid van iedereen die zich op Nederlandse bodem bevindt is verwoord in dit artikel. Iedereen heeft in Nederland het recht om te leven volgens een eigen religie of levensovertuiging. Dat betekent ook dat iedereen een ander op een gelijkwaardige manier moet behandelen.

Vertegenwoordigers van verschillende religies en levensbeschouwingen worden in de pilot uitgenodigd om met bewoners van de COA-locatie, al naar gelang hun behoefte, een verdiepend gesprek te voeren over hoe in Nederland om te gaan met vrijheid in de context van artikel 1 grondwet. Bestuursvoorzitter Gerard Bakker: “Er is sinds de hoge instroom enorm veel gebeurd als het gaat om maatschappelijke initiatieven. COA is altijd bereid daaraan mee te werken als het onze bewoners ten goede komt. Ik ben blij dat deze pilot nu van start is gegaan.”

Op basis van meerdere gesprekken is er ruimte om de dilemma’s rond religie en non-discriminatie vanuit de context van de vluchtelingen bespreekbaar te maken. Ook de diversiteit van religies en de wijze waarop de samenwerking tussen religies zoals deze in Nederland wordt vorm gegeven zal aandacht krijgen in de pilot. Vluchtelingen komen uit een regio waar godsdienst vaak een identiteitsbepalende factor is. Voor velen van hen zal de scheiding van kerk en staat een onbekend fenomeen zijn. Daarom worden de gesprekken zo opgezet dat de deelnemers zich veilig voelen om vragen en onduidelijkheden aan de orde te stellen.

Het COA houdt de coördinatie, faciliteert en bevordert de deelname aan de bijeenkomsten. Deelname door bewoners aan de gesprekken is op vrijwillige basis. De inhoudelijke bijdrage wordt geleverd door plaatselijke dialooggroepen. Op deze manier komen bewoners van de AZC’s concreet in contact met mensen van verschillende religies en levensbeschouwingen. Dit bevordert de vroegtijdige integratie en participatie van bewoners van een COA-locatie. De pilot wordt na afloop geëvalueerd, bij voldoende positieve respons vanuit alle betrokkenen kan de opzet en inhoud van gesprekken ingebed worden in het programma ‘Wonen en Leven op een COA-locatie’.

De Raad van Kerken heeft zich als één van de partners in het OJCM al eerder sterk gemaakt voor het project. Dat het er nu formeel van kan komen is gelukt mede dankzij de samenwerking met het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken.

Foto: Namens de christenen was Jan Post-Hospers aanwezig bij het bezoek aan de ambassade, hij staat links op de foto.