‘Moed om stappen te maken’

‘En God zag dat het goed was’. Drs. Hendro Munsterman, rooms-katholiek theoloog en publicist, had de zin niet in zijn script van de Oecumenelezing 2017 opgenomen, die tevoren naar de pers was gezonden. Maar tot tweemaal toe gebruikte hij de frase om tot een afronding te komen. De eerste keer was het de finale van zijn lezing zelf, waarin hij even te voren opriep om de nodige oecumenische stappen te zetten. Onze opdracht is het om verder te gaan op de weg van de oecumene, zo stelde hij, zonder angst. ‘En dan, zoals Luther tot zijn schrik tot de conclusie kwam dat de breuk onvermijdelijk was, zullen ook wij opeens tot de conclusie komen dat de eenheid onvermijdelijk is. Sterker: dat hij er feitelijk al gewoon is’, waarop hij afsloot met het genoemde citaat ‘En God zag dat het goed was’.

Diezelfde woorden gebruikte Hendro Munsterman ook om de vragenronde af te sluiten. Mgr. Joris Vercammen had nog een laatste vraag gesteld over de sacramentaliteit van de kerk. Waarop Munsterman jongleerde met begrippen; hij vergeleek de Griekse benadering van de kerk als ‘mysterium’ met de manier waarop dat begrip in het Latijn is omgezet tot ‘de sacramentaliteit’ van de kerk. Door dergelijke combinaties te leggen, creëerde de inleider ruimte in taal en begrippenkader, waardoor de oecumenische geest lucht en bezieling kreeg. En je merkte aan de lovende kritieken uit de zaal dat het gedachtengoed geapprecieerd werd.

Men kon Munsterman dan ook niet betichten van vooringenomenheid. Want zijn journalistieke carrière waardig nuanceerde hij even gemakkelijk de rooms-katholieke theologen als de protestantse. En aan zelfspot ontbrak het al evenmin. Hans Küng, om een voorbeeld te geven van een rooms-katholiek speldeprikje, werd en passant verweten dat hij al te gemakkelijk veronderstelde dat een excommunicatie na de dood van een theoloog nog zou moeten worden teruggedraaid, toen de suggestie werd gedaan dat Luther posthuum gerehabiliteerd zou moeten worden. Alsof dat nog nodig zou zijn en alsof de dood de excommunicatie niet als vanzelf teniet deed. Trouwens kardinaal Willebrands heeft ooit in een officiële lezing Luther ‘een gezamenlijke meester’ genoemd en dat is op zich al een eerbetoon. 

Ook protestanten konden vanaf de eerste zin van het referaat op het puntje van hun stoel gaan zitten. ‘De Reformatie is mislukt’, klonk het in de goed gevulde Geertekerk. En om het nog erger te maken, verklaarde Munsterman dat dit niet zijn eigen tekst was, maar dat hij simpelweg de lutherse theoloog Wolfhart Pannenberg citeerde.

Het was de opmaat voor een gedegen verhaal, waarin Munsterman liet zien dat het Luther nooit is gegaan om een nieuwe kerk. Luther gruwde van het idee dat mensen na hem zich ‘Lutheraan’ zouden noemen. Het ging Luther om de dienst aan Christus. Hij wilde geen andere kerk (‘une autre Eglise’), maar een kerk anders (‘l’Eglise autre’). De vraag naar heil stond voor hem centraal. En het legitieme karakter van dat verlangen is in de loop der tijd door verschillende rooms-katholieke leiders onderstreept.

Met instemming citeerde Munsterman dan ook de huidige prior van de oecumenische gemeenschap in Taizé, broeder Aloïs, die zei: ‘Is er niet een moment dat je de moed moet hebben om samen onder hetzelfde dak samen te komen, zonder te wachten tot alle theologische formuleringen volledig geharmoniseerd zijn?’ In verschillende bewoordingen vroegen Karin van den Broeke (Protestantse Kerk in Nederland) en Joost Röselaers (Remonstrantse Broederschap) of zo’n citaat voldoende onderscheid maakte tussen wens en werkelijkheid. Hoe realistisch is zo’n gedachte?

Er waren ook vragenstellers die zich door de droom lieten meenemen. Een oud-katholieke voorganger vertelde over een eucharistieviering, waarin protestanten vertelden de Geest te hebben ervaren. ‘Ik moet eerlijk zeggen, dat ik omgekeerd ook wel de ervaring heb opgedaan dat ik de Geest heb ervaren tijdens een protestantse avondmaalsviering’, glunderde Munsterman.

Als model van eenheid propageerde Munsterman niet een romantische terugkeer van protestantse gelovigen in de armen van de rooms-katholieke moederkerk. Hij citeerde Joseph Ratzinger om het realistische ideaal te verwoorden en dat is, dat ‘de kerken kerken blijven en tegelijkertijd toch één kerk worden’. Hij introduceerde hier het begrip perichorese (de metafoor waarmee de samenhang van de drie personen binnen de drie-eenheid wordt omschreven). En hij stelde: ‘Net zoals de drieëenheidsleer elk van de drie personen in de andere twee aanwezig is, zo is ook het protestantse reeds in de katholieke traditie aanwezig, en het katholieke in de protestantse. Deze perichorese is in ontwikkeling. Zij is groeiend. Maar onstopbaar. Het gaat om de voortgaande wederzijdse doordringing van onze tradities’.

Mensen die dergelijke ontwikkelingen ontkennen hebben blijkbaar niet het vermogen om historisch te denken, suggereerde Munsterman. Zij zien wel een stand van zaken, maar het ontbreekt hen aan besef van dynamiek in de historische begrippen. Munsterman gaf daarop diverse denkduwtjes om zijn gehoor mee te nemen in de euforie. Als het gaat over sacramenten: ‘Zou het niet kunnen dat het traditionele katholieke onderscheid tussen twee kardinale sacramenten (doop en eucharistie) en de vijf andere sacramenten die daar als planeten om heen zweven ook aansluiting mogelijk maakt bij de protestantse traditie?’ En zou je als het over het pauselijk gezag gaat, niet een zekere gelaagdheid in het gezag kunnen aanbrengen, zodat de stoel in Rome niet scheidend werkt, maar juist verbindend?

Het officiële gedeelte werd afgesloten met een vesper, waarin ds. Gert Landman en cantor-organist Willem Blonk het thema van de ‘doorgaande hervorming’ lieten terugkeren in diverse liederen en lezingen. Vooraf werd er even geoefend op Psalm 78a ‘Luister, volk van God’. Het is een lied waarin het ene deel van de bezoekers een soort echo maakt op de tekst die door het andere deel van het bezoek is gezongen. Het toont de toewijding van een ieder dat één keer oefenen voldoende was om iedereen mee te krijgen in de lof.

Wie het integrale verhaal van Hendro Munsterman wil nalezen, kan hier klikken. 

Foto’s:
1. Drs. Hendro Munsterman, woonachtig in Frankrijk, en met wortels in het Twentse Overdinkel. 
2. Mgr. Gerard de Korte (Den Bosch) in gesprek met ds. Siets Nieuwenhuizen (Oosterhout)
3. Willem Blonk (Rotterdam) verzorgde orgel, piano en had ook vocale inbreng.
4. Ds. Jan Wessels (directeur MissieNederland) in gesprek met oud-voorzitter van de Raad drs. Henk van Hout.
5. De huidige voorzitter van de Raad drs. Dirk Gudde in gesprek met een delegatie van het Leger des Heils, majoor Jeanne van Hal en veldsecretaris Richard de Vree.
6. Drs. Henk van Doorn en ds. Hans Uytenbogaardt delen een zelfde soort humor.