Bezinning avondmaal verder

De Protestantse Kerk zet de bezinning op de beleving van het avondmaal voort. De discussie die eerder door de Raad van Kerk is opgestart, heeft een vervolg gekregen bij de generale synode van deze kerk. Donderdag 17 november heeft de synode van de PKN besloten om kerkenraden een notitie over het thema te sturen. Doel is het gesprek over het avondmaal te stimuleren.

De scriba René de Reuver legde uit waarom hij het belangrijk vindt dat kerken zich bezinnen op het avondmaal. ‘De kerkorde zegt dat de kerk zich vergadert rondom woord en sacrament. Deze twee zijn als een Siamese tweeling: sacramenten zijn het zichtbare en tastbare woord.’ Het synodebestuur had daarom enkele bestaande rapportages, waaronder de uitgave van de Raad van Kerken, aan prof. dr. Jan Muis (64), hoogleraar systematische theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit, gegeven met het verzoek een samenvatting en toespitsing voor de eigen kerk te schrijven.

De generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) vergadert donderdag en vrijdag voor het eerst in Nieuw Hydepark in Doorn, dat is eigendom van de PKN. Prof. Muis legde uit hoe essentieel de beleving van avondmaal is. ‘Niet elke maaltijd van de Heer wordt voor mij een intieme ervaring. Maar in gemeenschap met Hem kom ik los van alles wat tussen mij en Hem en tussen mij en anderen en tussen mij en mijzelf in staat. Deze last valt dan van mij af’.

Een inleidende brief van de PKN stelde, dat er al in 2013 is gevraagd om een bezinning over de ‘betekenis en beleving van het avondmaal’. De brief vervolgt met: ‘In 2014 en 2015 heeft de Raad van Kerken in Nederland uitgebreid gesproken over ‘belevenis van eucharistie en avondmaal’. Daarover is in het voorjaar 2016 een brochure van de Raad van Kerken geschreven. Het moderamen komt graag tegemoet aan de in de synode geuite wens om ook als synode van de Protestantse Kerk over dit onderwerp te spreken, waarbij de uitgave van de Raad van Kerken meegegeven is aan de auteur’.

Prof. Muis bespreekt in zijn rapportage de instelling, wijze van vieren, betekenis en functie van het avondmaal binnen de protestantse traditie. Hij biedt daarbij veel basale informatie en schetst perspectieven. De notitie dient als ondergrond en aanzet voor verder gesprek. De synodeleden spraken in kleine groepjes over (hun eigen beleving van) het avondmaal, aan de hand van enkele vragen.

De volgende gespreksvragen kwamen aan de orde:

1) Wanneer vierde u voor het eerst het avondmaal? Wat deed dit toen met u? Hoe ervaart u de viering nu? Is er verschil ten opzichte van de eerste keer?

2) Zou u iets missen als u het avondmaal nooit meer zou vieren? Zo nee, waarom niet. Zo ja, wat dan?

3) Wat vindt u van de stelling van bisschop De Korte dat protestanten zichzelf tekort doen doordat ze slechts enkele keren per jaar het avondmaal vieren?

4) Geeft het gebruik van andere zintuigen dan alleen het gehoor een diepere dimensie aan de Avondmaalsviering?

De rapportage van Muis begint met de volgende zinnen: ‘De Maaltijd van de Heer Het hoort tot de ‘basics’ van het kerk-zijn dat de gemeente van Christus samenkomt om het Woord van God te horen. Dat het horen van het Woord en het vieren van het avondmaal een twee-eenheid vormen, is in veel gemeenten en voor veel gelovigen in de Protestantse Kerk minder duidelijk. Vanaf het begin van de christelijke kerk gaan horen van het Woord en vieren van het avondmaal samen. In het avondmaal wordt de werkelijkheid van de vernieuwde gemeenschap tussen God en mensen zichtbaar en voelbaar. De deelnemers aan deze maaltijd worden in deze gemeenschap opgenomen en gaan er zelf actief aan deelnemen. ‘Back to basics’ vraagt om een nadere bezinning op de plaats van het avondmaal in het leven van de gemeente’.

In de nota geeft Muis een eigen analyse en interpretatie van de Schriften en de protestantse traditie. Als het gaat over de eigen beleving wordt er een link gelegd naar de internationale teksten. Muis schrijft: ‘Tegelijk kunnen alle deelnemers in elke viering van de Maaltijd de centrale aspecten herkennen: dankzegging aan de Vader, gedachtenis van Christus, aanroeping van de Heilige Geest, maaltijd van het Koninkrijk, gemeenschap van de gelovigen. Deze opsomming van centrale aspecten is ontleend aan de verklaringen Doop, Eucharistie en Ambt van de commissie Geloof en Kerkorde van de Wereldraad van Kerken uit Lima, 1982. In een recente peiling van de Raad van Kerken in Nederland onder gemeenten, parochies en plaatselijke raden van kerken, waarop 611 antwoorden binnenkwamen, bleek dat al deze aspecten herkenbaar waren, het meest de gedachtenis van Christus en de gemeenschap van de gelovigen. In deze peiling werd ook gevraagd welke onderdelen van de dienst belangrijk zijn voor de persoonlijke beleving. De onderdelen die hier het meest (door 30 of meer procent van de respondenten) werden genoemd waren achtereenvolgens: 1. eten en drinken in gemeenschap met Christus (44 %) 2. eten en drinken in gemeenschap met ieder lid van de kerk 3. schuldbelijden en vergeving van zonden ontvangen 4. de lof van God zingen 5. bidden voor de wereld 6. het geloof belijden (credo) De Maaltijd van de Heer 12 7. de instellingswoorden horen uit het Nieuwe Testament (30 %). (‘Beleving, eucharistie en avondmaal’, Oecumenische bezinning 50 (2016), 13-15.)’

De tekst van Muis sluit af met: ‘Wanneer wij met hart en ziel deelnemen aan de Maaltijd van de Heer, rijst in de tekenen en de instellingswoorden de gestalte van Christus voor ons op. Wij ervaren dat de Heer zelf naar ons toekomt. Jezus Christus blijft niet ver weg, in zijn aardse verleden of in zijn hemelse werkelijkheid. Hij komt ons leven binnen, hier en nu, in de kracht van de Geest. Hij kent en deelt ons bestaan, mijn bestaan, in al zijn hoogte en diepte, in al zijn schoonheid en lelijkheid, in al zijn trouw en ontrouw. Hij geeft zichzelf aan ons. Hij neemt ons op in de gemeenschap met zijn Vader. Hij bezielt ons met zijn Geest. Wij zijn niet verlaten in deze wereld. Ik ben niet alleen met mijzelf. Wij zijn in Christus. Wij ontvangen brood en wijn samen met anderen en beleven daarin diepe gemeenschap met mensen die we niet zelf hebben uitgekozen. We vieren een feestmaal met heel verschillende mensen, mensen die we goed kennen en mensen die we helemaal niet kennen, mensen in wie we onszelf herkennen en mensen die volslagen anders zijn, mensen van wie we houden en mensen met wie we het moeilijk kunnen uithouden.

Met al deze mensen delen we brood en wijn. We hebben Jezus Christus gemeenschappelijk. We zijn kinderen van één Vader. We zijn broeders en zusters. We delen de goede gaven van de Schepper. Tegenstellingen vallen weg, verschillen leiden niet tot uitsluiting, conflicten worden overwonnen, schuld wordt weggedaan. Een nieuw samenleven in liefde, gerechtigheid en vrede begint. We zijn niet op onszelf aangewezen. We zijn deel van een wereldwijde gemeenschap die ons steunt en draagt, de kerk, het lichaam van Christus. Wanneer we Gods gaven zo met elkaar delen, ervaren we de ultieme toekomst, bestemming en vervulling van ons leven: de blijdschap om Gods goedheid voor allen. Niemand komt tekort. Ieder wordt bemind. Ieder bemint. Er is vrede. Zo is het koninkrijk van God’.

De bijeenkomst op donderdag werd afgesloten met een gezamenlijke avondmaalsviering, waarin preses en scriba beiden in toga gekleed voorgingen.