Wereld na Parijs

Niet met nieuw geweld dat uitgeoefend geweld overtreft, maar met vreedzame middelen dienen we vanuit het Westen te reageren op de agressie van Daesh en van terroristen. Dat is de teneur die in alle geledingen van de Raad van Kerken naar voren komt bij de reacties op wat er in Parijs, in Syrië en Irak plaatsvond en nog steeds plaatsvindt. Zowel in de plenaire Raad van Kerken, als in de beraadgroep Samenlevingsvragen als ook in bilaterale gesprekken met lidkerken is over de situatie gesproken. Steeds weer klinkt het refrein: Laten we vreedzame middelen gebruiken om te reageren op de agressie, laten we manieren zoeken om begrip en saamhorigheid te stimuleren en laten we voorkomen dat we mensen verder uit elkaar drijven.

Paul Tillich maakte na de tweede wereldoorlog al een studie waarin hij nut en betrekkelijkheid van grenzen analyseerde. Hij legde toen al uit dat vrede ‘het staan in de grensoverschrijding’ veronderstelt. Je beweegt je van de ene wereld in de andere wereld en je bent je op den duur niet meer bewust dat er een grens aanwezig was tussen die twee blikrichtingen. De concretisering van die wat schetsmatige gedachten ervaren we rond deze kerst en in dit decennium met alle veranderingen die op ons afkomen en die we ondergaan.

Het is niet iets waar we somber van hoeven te worden. Integendeel. De verkondiging dat de grenzen van de wereld voorbij de laatste lijntjes op de atlas liggen, hebben christelijke apostelen al verkondigd bij de pelgrimage van Abram en bij de geboorte van Christus. Zij maakten duidelijk dat het evangelie uiteindelijk voor de hele wereld is bedoeld. Lukas spreekt zelf letterlijk over de hele ‘oikoumene’. En we zien dat het zich met schokken en met zweepslagen doorzet. We ervaren hoe de grote thema’s van duurzaamheid, gerechtigheid en vrede onderlinge samenhang vertonen. En door de analytische waarheden heen zien we – althans dat proberen we – steeds weer de contouren van concrete mensen. En daar waar de media ons helpen om personen in het gezicht te zien, voelen velen zich – gelukkig maar – betrokken en zijn velen bereid om in te schikken en genegen geld af te staan als het de balans in de wereld ten goede komt.

Bij de veranderingen die zich doorzetten blijken ook agressieve momenten naar voren te komen van extremisten die zich blijkbaar onvoldoende gewaardeerd voelen in de Westerse samenleving waarin ze zijn opgegroeid. Ze hebben de cultuurschok van een introverte levensvisie naar een globale heroriëntatie niet evenwichtig een plek kunnen geven in hun leven. We moeten omwille van de humaniteit hun dat uitermate kwalijk nemen, de daden veroordelen en wenen met de rouwdragenden. Tegelijk realiseren we ons hoe we zelf in de geschiedenis hebben geworsteld om balans te vinden tussen ‘vrede en gerechtigheid’ die gepreekt werd, terwijl ‘eigenbelang en zakelijk gewin’ werd gepraktiseerd. Hoe meer wij het onderlinge gesprek voeren, hoe meer mensen we kennen, hoe zorgvuldiger we ons netwerk inrichten, hoe evenwichtiger het tot sociale stabilisatie kan komen.

De ervaringen met aanslagen in Parijs en de ervaringen in Homs, in Garissa, en in San Bernardino en hoeveel andere plaatsen zijn er te noemen, maken duidelijk hoe belangrijk de mindset van mensen is. Een mens is zoveel meer dan een inkomen, een huis en een auto. Hoe vergisten we ons toen we destijds arbeidskrachten dachten in te huren in het buitenland; want we bleken mensen te krijgen. En hoe belangrijk is het de meerwaarde van de menselijkheid onder woorden te brengen en te respecteren. Want alles wat met ziel, levensvreugde en liefde te maken heeft overstijgt de materiële waarden en verdient de volle aandacht.

De politieke en zakelijke elites in Europa en in andere westerse landen worstelen – net als de burgers – met de vraag hoe je een bezieling krijgt in de samenleving. Je kunt het niet kopen met geld. Je kunt het niet afdwingen met geweld. Je kunt het alleen ontvangen. Je kunt het krijgen. Je kunt je er voor openstellen. We staan als christenen en als mensen van goede wil voor die uitdaging. Het evangelie is daarbij nuttig. Het is immers uit genade dat we leven? Het is Gods liefde die ons heeft gevormd tot wie we zijn. Het is dat besef, dat God alles wat er toe doet geeft terwijl wij slapen (Psalm 127).

Het besef dat we de elementaire vreugde van het leven om niet ontvangen maakt ons minder gulzig, minder hebberig en royaler naar onze kinderen en de kinderen van anderen. En dat geeft politiek gezien een zekere nuchterheid: je kunt de euro maar één keer uitgeven; en alles wat je de eenvoudigen onthoudt, komt bij anderen in de portemonnee. Dat kan nodig zijn: Als ze daar de eenvoudigen nog beter mee kunnen bedienen. Maar te vaak zie je nog dat zogenaamde uitgestelde investeringen ten dienste van de armen structureel aan de armen wordt onthouden. En zoals een Franse schrijver al eens zei: ‘Uitstel van rechtvaardigheid is onrechtvaardigheid’.

Die basishouding, het besef dat we leven van genade, kan ons helpen om te ontkrampen in de veranderingen die we nu meemaken. Wat nut het ons als we spreken over ‘oorlogssituaties’? Denken we dan dat we de vernieuwing alsnog kunnen afdwingen door kogels, drones en geweld? Heeft het debacle van George Bush in Irak niet recent nog duidelijk gemaakt, dat wapens wel mensen en structuren kapot kunnen maken – en soms schijnt dat nodig te zijn, leggen mensen ons uit – maar wapens hebben niet het vermogen te helen, te heiligen en te herstellen. Om dat te bereiken hebben we andere middelen nodig. Namelijk het vermogen grenzen te overschrijden; onszelf te durven aanzien door de ogen van de ander; en daardoor verrijkt te beseffen hoe groot het wonder van de menswording is.

Interne discussies bij de Raad verwoord en samengevat door Klaas van der Kamp.

Zie ook de verklaring van de Algemene Doopsgezinde Sociëteit bij de rubriek Kerknieuws elders op deze website.