Preekprijs voor Koetsveld

De prijswinnaars van de Jan Hus Preekprijsvraag 2015 zijn bekend! De Nederlandse predikant Herman Koetsveld uit Hengelo heeft de eerste prijs in de wacht gesleept. Hij liet vele inzendingen achter zich, waarvan het meerendeel uit Duitsland was ingestuurd. Een internationale jury beoordeelde zijn preek als de beste uit een totaal van 130 deelnemers uit 17 verschillende kerken en kerkelijke gemeenschappen.

De Evangelische Broedergemeente heeft de prijsvraag in Nederland uitgezet. ‘Wij zijn onder de indruk van de oecumene-brede weerklank en van de kwaliteit en veelzijdigheid van de inzendingen’, aldus een woordvoerdster.

Een jury bestaande uit acht leden uit kerkelijke kringen in Duitsland, Nederland, Zwitserland en Tsjechië, heeft de preken gelezen en beoordeeld. De eerste prijs is toegekend aan: Herman Koetsveld, predikant van de Protestantse Kerk in Hengelo, met een preek over Johannes 4, 1–16, pikant detail: Herman Koetsveld schreef de tekst voor de oecumenische zondag van de eenheid, de derde week van januari waarvoor de Raad van Kerken en MissieNederland materiaal aanreiken. De tweede prijs en tevens Jeugdprijs ging naar Philipp Greifenstein, student theologie in Halle, Duitsland, met een preek over Handelingen 9, in 2014 gehouden in twee gemeenten in de deelstaat Thüringen. De derde prijs was voor: Jiří Gruber, predikant van de Evangelische Kerk van de Boheemse Broeders in Brno, Tsjechië, met een preek voor Goede Vrijdag, over Markus 15: 42-46.

De preken zullen worden gepubliceerd bij de feestelijke prijsuitreiking. De Jan Hus Preekprijs is begin 2015 uitgeloofd, in het 600e jaar na de dood van de Boheemse priester en prediker Jan Hus, op de brandstapel te Konstanz. De in te zenden preken dienden te voldoen aan de volgende criteria: zij moesten uitgaan van een Bijbeltekst, in begrijpelijke taal gesteld zijn, en kerk en samenleving kritisch bevragen. De preken van Jan Hus zelf werden immers door deze eigenschappen gekenmerkt.

De Evangelische Broedergemeente, in Nederland ook bekend onder de naam Hernhutters, is een protestantse kerk, die haar oorsprong heeft in Herrnhut (Saksen), waar onder de leiding van Graaf Zinzendorf in de 18e eeuw een christelijke gemeenschap werd opgebouwd. Haar wortels reiken echter terug tot de reformatie in Bohemen en Moravië (Tsjechië), die aan Jan Hus (1369-1415) te danken is. De Broeder-Uniteit is wereldwijd vertegenwoordigd. Naast grote kerkprovincies in Afrika en het Caribisch gebied, kent zij een Europese kerkprovincie die Duitsland, Nederland, Zwitserland, Tsjechië en vijf andere Europese landen omvat. Om die reden werd de Jan Hus Preekprijsvraag in drie talen uitgeschreven (Nederlands, Duits en Tsjechisch).

Hieronder de preek waarmee Henk Koetsveld de prijs in de wacht sleepte:

Dorst. Dat is het beeld, de metafoor van het acute verlangen. Als het verlangen naar water niet snel gelest wordt, dan ga je op korte termijn dood. Levensbehoefte nummer 1: water. Zie hier het thema van deze gebedsweek van de eenheid met dus de achterliggende vraag: waar dorsten wij naar? Wat verlangen wij? Wat hebben wij nodig om te kunnen leven, te herleven, perspectief te hebben en te houden op een dag van morgen?

Gebedsweek of zondag van de eenheid. Geprogrammeerd op een moment dat de verdeeldheid in de wereld, in ons land en ook in ons samenleven snoeihard binnenkomt. Toevallig waren we vorige week in Amsterdam toen al die berichten uit Parijs binnenkwamen. En die donderdag stonden we met 18.000 anderen op de Dam. Het was stil. Indrukwekkend. Voelbaar dat het om een zeer aangelegen moment ging. Hier en daar werden potloden en pennen omhooggehouden. En natuurlijk de A4tjes met Je suis Charlie. Overal in ons land, overal in Europa waren er dit soort grote protestbijeenkomsten. Niet voor de honderden, zo niet duizenden doden door de terreurbeweging Boko Haram in het noorden van Nigeria in diezelfde tijd. Maar vanwege de grote symboliek van de aanval op een redactiekantoor in een Europese hoofdstad. De vrijheid van meningsuiting, de vrijheid om te mogen verschillen versus een extreme ideologische variant van de islam die eist dat iedereen zich op dezelfde wijze onderwerpt aan de goddelijk wet.

Het zal ook jou niet onberoerd hebben gelaten. Wat moet je er mee? Wat moet je ervan vinden? Hoe lees je al die berichten? Misschien maak je je ook zoals zovelen zorgen over de toekomst. Misschien betrap je jezelf er ook op je Wilders gelijk geeft dat de islam de grote vijand van onze samenleving zou zijn en dat het goed zou zijn als ‘de islamisering’ met kracht tegengegaan zou gaan worden. Misschien heb jij dat ook dat onbestemde bange gevoel en dat je denkt: waar gaat het op aan? Zondag van de eenheid. Het slaat nergens op. Wij hier bijeen zijn inmiddels een zeldzame uitzondering op de regel van religieuze gescheidenheid.

Afgelopen vrijdag stond op de voorpagina van dagblad Trouw – en alle media hebben er inmiddels over bericht – het aantal ongelovigen in ons land is voor het eerst groter dan het aantal gelovigen. 25% van de mensen zeggen nergens in te geloven. 17% nog maar zegt in een God te geloven die zich persoonlijk met ons leven bezig houdt. En de rest is die grote groep van agnosten – mensen die het niet weten – of de ietsisten: ja er is wel wat tussen hemel en aarde, maar vraag mij niet wat. De kerken krimpen in recordtempo, maar het leidt vrijwel nergens tot een vernieuwende en perspectiefvolle samenwerking. De visienota van kardinaal Eijk rept over het openhouden in dit bisdom van 20-30 kerken op termijn. Een complete kerkelijke kaalslag wordt voorzien. Ook binnen de protestantse kerken trouwens. Het voedt ons onbehagen. Wat staat nog vast? Welke waarden staan voor jou als een huis en waar haal je die vandaan? Waar dorst jij naar? Ik vroeg het afgelopen donderdag aan een groepje jongvolwassenen. Niet een zei: uit de Bijbel, of de christelijke traditie, of dat watVAN HUIS uit als een vast punt is meegegeven. Nee, het is een individueel zoeken geblazen en daarmee bevestigen zij dat onderzoek van Trouw. Een ieder stelt een eigen persoonlijk pakketje waarden, waarheden, en levensbeschouwelijke thema’s vast.

Overigens blijkt uit datzelfde onderzoek dat de jongeren die wel zeggen tot de gelovigen te behoren uitgesproken behoudende opvattingen erop na te houden. Dat geldt voor zowel voor christelijke als voor moslimjongeren. De verklaring is eenvoudig en voor de hand liggend: het geeft zekerheid en veiligheid om in een verwarrende wereld te kunnen zeggen: zo is het en niet anders.

En zo staan we samenlevingsbreed voor indrukwekkende vragen. Gaat het aan op een gewelddadige botsing van een post-christelijke cultuur versus een radicaliserende islamitische cultuur zoals velen voorzien? Of leren we opnieuw om de eenheid van het samenleven te verbinden met een rijkgeschakeerde verscheidenheid? Gunnen wij religieuze gemeenschappen hun eigen tempo om zich te verhouden tot de moderne tijd waarin de gelijkwaardigheid en de individuele vrijheid van ieder mens het uitgangspunt is? Of gebruiken we onze vrijheid van meningsuiting om wat voor mensen heilig is te bespotten, te beschimpen en al dan niet vloekend, tierend of tekenend onderuit halend en dus kleinerend het eigen gelijk, de eigen godloze visie als superieur te verklaren boven al die vermeende religieuze ‘achterlijkheid’?


Maar de vragen voor de religies en ook dus voor onze kerken zijn er niet minder om met als kernvraag: hoe verhouden we ons tot de moderniteit met al die vrijheid om te vinden, te roepen, te zijn wat je wilt? Ook de kerken hebben eeuwenlang zich met hand en tand verzet tegen het idee van vrijheid en gelijkwaardigheid van alle mensen. In vele kerken hebben vrouwen nog steeds 
niet dezelfde rechten als mannen. En tal van kerken verzetten zich hevig tegen het idee van een gelijke positie van homo’s en hetero’s. Het getuigt van een indrukwekkende gezichtsbeperking als in dit opzicht alleen naar de islam wordt gewezen, ook als het gaat om de vraag naar de samenhang van religie en geweld. Komende week wordt herdacht dat (nog maar!) 70 jaar geleden het vernietigingskamp Auschwitz werd bevrijd. Bedacht, gebouwd, georganiseerd tot in detail in ons christelijk Europa en mogelijk gemaakt zo is in tal van studies aangetoond door een diepgeworteld antisemitisme in de christelijke theologie.

Er zijn weet ik hoeveel analyses gepasseerd in de media de afgelopen dagen. Ik hecht zeer aan de theologische duiding. Want de vraag die achter alle ontwikkelingen zit is deze: geloof je in een God die ons precies vertelt hoe wij moeten leven, denken en doen opgetekend in het eigen heilige boek? En in het verlengde daarvan: dat wij de opdracht hebben om dat uit te dragen en anderen daarvan te overtuigen of zelfs daartoe te dwingen? Ja, heeft de kerk lange tijd gezegd en tallozen zeggen dat nog steeds. Europa is gekerstend met het zwaard. Kolonialisme en zendingswerk gingen hand in hand. Ja, zeggen tal van islamitische stromingen en enkel om die reden werd de blogger Badawi (ik noem maar een recent voorbeeld) in Saoudi-Arabië veroordeeld tot 1000 stokslagen te verdelen in 20 sessies van 50 al lijkt onze olierijke bondgenoot toch een tikje geschrokken van alle internationale reacties en is de 2e slagenronde even uitgesteld.

En zo zijn we terechtgekomen in een buitengewoon merkwaardige en spannende paradox: De religie staat met stip bovenaan in de maatschappelijke aandacht, maar steeds meer Nederlanders hebben geen idee meer bij wat te geloven en staan met de mond vol tanden bij de vraag naar de eigen en gemeenschappelijke dragende waarden.

Waar dorst jij naar? Waar dorst onze samenleving, onze wereld naar? Wat onze wereld intens nodig heeft is een theologie, een spreken over God dat ontvouwt, verbindt, heelt, verzoent, bevrijdt.


Dat wij juist vandaag het verhaal lezen van Jezus en de Samaritaanse vrouw bij de bron vind ik van een indrukwekkende betekenis.


Jezus is in gesprek met een vrouw. Dat is al ongehoord, zo alleen met een vrouw. En dan is zij ook nog een Samaritaanse. Eentje die niet goed gelooft. Een allochtoon. Iemand die niet ‘bij ons’ hoort. Ze deugt trouwens ook niet qua moraal, zo blijkt. Ze maakt een zootje van haar liefdesleven. Zo’n iemand bij wie je zo maar zou gaan vinden dat het wel goed is als er minder, minder, minder van zijn. Met haar praat Jezus. Hij en zij hebben dorst. Het is het heetst van de dag. En samen zitten zij bij een bron. Samen.


Het gesprek gaat in eerste instantie over het water. Over de dorst. En zoals gebruikelijk in het evangelie van Johannes is het een en al misverstand. De term van Van Kooten en de Bie van ooit is er op van toepassing: het is krommunicatie. Ze praten compleet langs elkaar heen. De vrouw praat over het water in de put. En Jezus praat over het levende water in je ziel. Johannes vertelt zo, om ons direct duidelijk te maken: verlaat alsjeblieft al jouw oppervlakkigheid, al jouw eerste invallen, jouw leven van de ditjes en datjes en daal af naar de diepte waar de echte, de waarachtige keuzes van je leven gemaakt worden. Die bron, waarvan je eigenlijk maar één keer hoeft te drinken om te weten, te vertrouwen, te geloven dat dat altijd als een fontein in jezelf zal blijven stromen.


Maar het is onvermijdelijke, dan komt het toch over die verschillen. Jij bent Jood, ik ben Samaritaan. Jij bent van Jeruzalem en de tempel, ik van deze berg. Hoezo, samen bij één bron? Ja, zegt Jezus, dat klopt. Hij bevestigt de gescheidenheid. Hij bevestigt dat uiterst pijnlijke gegeven dat er een joodse en Samaritaanse manier is om de Ene te benaderen. En in het verlengde daarvan, een christelijke en islamitische manier. En een rooms-katholieke en protestantse manier. En een soennitische, sjiïtische, alevitische en soefi-manier enz.


Maar dan zegt Jezus: ja, dat was zo. Ieder zijn tempel. Ieder zijn gelijk. Maar en dan komt (ik citeer): ‘Maar het uur komt en is er nu dat de waarachtige aanbidders de Vader zullen aanbidden in geest en in waarheid, want naar hen die zo aanbidden is de Vader op zoek; God is geest en wie hem aanbidden moet aanbidden in geest en in waarheid’.

Daar bij die bron wijst Jezus een radicaal andere weg dan die van ieders eigen godsdienstige gelijk met de bijbehorende tempels, kerken, moskeeën, boeken, dogma’s, tradities en wat niet al. Hij zegt: God is geest. En Gods activiteit is zoeken. Ons zoeken. God zoekt mensen om in te wonen. Niet in tempels en kerken en moskeeën, maar in mensen. Niet te geloven. Volgens Jezus is ieder mens, zegt hij tegen die ander die zo anders is, elke mens is huis, is tempel van God. Drager van de geest. Aanbid de Eeuwige dan ook in de geest die in jou is. Ga die weg naar binnen.

Even voor de goede orde over dat aanbidden. Paulus zei het ook al: bid zonder ophouden. Dat is natuurlijk niet dat je de hele dag met je ogen dicht teksten zit te bedenken, of vragenlijstjes richting de Allerhoogste aan het opstellen bent. Aanbidden is zo leven dat je contact houdt met die fontein, die bron van levend water waarvan je gedronken hebt.

Voel je aan, begrijp je dat Jezus hier al onze gescheidenheid voorbij gaat en een nieuwe weg wijst die in onze menselijke geschiedenis ongekend is? Ieder mens mag God aanbidden in geest en waarheid, vanuit welke traditie, cultuur, of tijd dan ook. Ja, ook in waarheid. Nooit vergeten. Want – en daar zit ook een enorme pijnkant aan – al onze bangigheid, heel die vlucht in de nietszeggende en stukmakende oppervlakkigheid van geld en goed, heel dat verleden van ons ook waar de schuld ligt opgetast, jou aangedaan of door jouzelf veroorzaakt; individueel, als samenleving, als kerken: het komt mee, het komt aan het licht, wordt onder ogen gezien. Maar waarheid is ook: de waarheid van jouw liefde. Het is de waarheid die de ander ontdekt eveneens als drager van Gods Geest.

Het antwoord van Jezus om te bidden, te leven, lief te hebben te vertrouwen in geest en in waarheid is het woord dat als een bron van levend water door onze wereld stroomt. Zie je angsten en onzekerheden, zie je neiging om te vluchten in de eenvoud van de oppervlakkigheid, zie je hang naar de snelle en gemakkelijke oplossingen voor problemen waarvan jij ook wel weet dat die tijd nodig hebben. Zie het, veroordeel het niet, veroordeel jezelf en ook de ander niet, en hoor dit intens bevrijdende woord van Jezus in gesprek met die ander: dat hij en zij – en dus ook ik en jij – mogen leven in geest en waarheid, beiden wetend dat de Eeuwige zulke mensen zoekt.