Encycliek lekker oecumenisch

De encycliek Laudato Si is oecumenischer van toon dan enige encycliek eerder verschenen. Die wellicht iets te euforische kwalificatie kwam aan de orde bij de werkgroep Ecologische duurzaamheid van de Raad van Kerken, die vrijdag 4 september over de encycliek gesproken heeft.

De basis voor het gesprek vormde een uitleg van Fred van Iersel, bijzonder hoogleraar aan de universiteit van Tilburg, met Huib Klamer, lid van de werkgroep van de Raad van Kerken en voorheen verbonden aan de werkgeversorganisatie VNO-NCW.

De werkgroep sprak over het document om het een plek te geven bij de ronde tafel, die men als groep organiseert woensdag 28 oktober, waar leidinggevende mensen uit bedrijven en publieke sector elkaar spreken over duurzaamheidsvragen. Vanzelfsprekend speelt daarbij de encycliek op de achtergrond ook een rol; en de top die eind dit jaar in Parijs wordt gehouden evenzeer.

Ter vergadering kwam het oecumenische karakter van de encycliek naar voren. Zoals te doen gebruikelijk verwijst de encycliek in het voorwoord naar eerdere encyclieken, die moeten laten zien dat er een continue lijn is in het rooms-katholiek denken. Genoemd worden encyclieken van Johannes XXIII, Johannes Paulus II en Benedictus XVI. Maar nadrukkelijk wordt ook verwezen – en dat is in zekere zin een stijlbreuk – naar de uitspraken van de oosters-orthodoxe kerken, de groene patriarch Bartholomeus en naar de Wereldraad. In eerdere encyclieken straalde de kerk iets uit van ‘wij spreken met gezag’ en nu wordt daaraan de connotatie toegevoegd: ‘We zijn samen verantwoordelijk en zoeken samen een weg met de wereld’, zo althans werd er in de werkgroep over gesproken. Het gaat dan ook om de inrichting van een ‘common home’, een gezamenlijk huis, de schepping. ‘Eigenlijk is de Rooms-Katholieke Kerk niet eerder zo dichtbij de Wereldraad gekomen als met deze benadering en met deze opstelling’, zei één van de werkgroepleden. Naast de expliciete oriëntatie op andere kerken wordt ook het Earth Charter expliciet genoemd, waaraan mensen als rabbijn Soetendorp hebben meegewerkt.

De verbondenheid met de andere kerken komt ook naar voren – zo blijkt uit de onbevangen bespreking in de werkgroep – uit de profetische toon die het document kiest. De Wereldraad heeft ook van dergelijke documenten, waarin niet per se de aansluiting met bestaande belangen voorop staat, maar de gekozen evangelische interpretatie. Een profetisch geluid dus. Er is sprake van een gepassioneerde tekst, waarin de Franciscaanse spiritualiteit sterk naar voren komt.

De encycliek werkt twee ethische posities uit, waarin het consumptisme komt te staan tegen de ethiek van verantwoordelijkheid. Het paradigma van een technologische benadering van de markt krijgt de schuld tegenover een verlangde geïntegreerde benadering van de ecologie. De encycliek werkt vervolgens oplossingen op drie niveau’s uit: een politieke lijn, een persoonlijke lijn met een bepaalde levensstijl en een meso-lijn vanuit het bedrijfsleven.

Hieronder een paar samenvattende opmerkingen die ten grondslag lagen aan de bespreking, overgenomen uit het zesde hoofdstuk van de encycliek, waar het gaat over de ecologische educatie en spirualiteit.

1. Naar een nieuwe leefstijl

Het techno-economisch paradigma bevordert een extreem consumentisme, wat mensen suggereert dat ze vrij zijn (203). De huidige wereldsituatie bevordert een gevoel van onzekerheid en een collectief egoïsme en daardoor hebzucht . Bij een leeg hart is er meer behoefte om de kopen en moeilijk om grenzen te accepteren (204). Maar mensen kunnen ook weer voor het goede kiezen en voor authentiek vrijheid. De mens blijft een waardigheid bezitten (205). Verandering in leefstijl en consumentengedrag zet machthebbers onder druk. Consumentenbewegingen dwingen bedrijven producten in te nemen en productiewijzen te veranderen en hun footprint te verminderen. Kopen is ook een morele handeling (206). Het Earth Charter vraagt ons om een nieuwe start te maken (207). Nodig is een belangeloze zorg voor anderen. Het is een morele imperatief om de impact na te gaan van elke handeling. Als we individualisme overwinnen kunnen we een nieuw leefstijl ontwikkelen (208).

(….)

3. Ecologische bekering

Ons commitment vraagt om een spiritualiteit die ons inspireert, een innerlijke impuls die bemoedigt, motiveert, voedt en betekenis geeft (216). De ecologische crisis vraagt ook om een diepe innerlijke bekering. Sommige christenen maken bezorgdheid om het milieu belachelijk terwijl anderen passief blijven. Allen hebben ecologische bekering nodig. Onze roeping is om God’s werk te beschermen (217). Het is een deel van een totale bekering zoals te zien is bij Franciscus van Assisi (218). Zelfverbetering van individuen alléén is niet genoeg. Nodig zijn community networks (219). Bekering vraagt om houdingen van dankbaarheid en vrijgevigheid, een bewustzijn dat we verbonden zijn met andere schepsels. Gelovigen zien de wereld van binnenuit, bewust van de banden tussen d Vader en alle wezens. En bekering vraagt inzet van onze gegeven capaciteiten en enthousiasme (220).
Ieder wezen heeft iets in zich van God en een boodschap voor ons. Christus is met alle schepselen verbonden. Aan de wetten die God in de schepping heeft gelegd kan de mens niet voorbij gaan. Onze relatie met de natuur is er een van broederschap zoals Franciscus toonde (221).

4. Vreugde en vrede

Christelijke spiritualiteit betekent een ander begrip van kwaliteit van leven (life) en bevordert een profetische en contemplatieve leefstijl, vol vreugde, vrij van consumptiedwang. Een overtuiging dat less is more. Gelukkig zijn met weinig. Een terugkeer naar eenvoud (222). Zulke soberheid werkt bevrijdend. Zulke mensen waarderen elke persoon en elk ding, zijn vertrouwd met kleine dingen en genieten daarvan (223). Soberheid en nederigheid stonden er niet gunstig op in de laatste eeuw. Maar onbalans in deze deugd veroorzaakt onbalansen, onder andere in het milieu. Integriteit van de schepping vraagt integriteit van het menselijk leven, creëert de behoefte om deugden te bevorderen (224). Een sober en bevredigend leven vraagt dat je vrede hebt met jezelf. Dat heeft te maken met zorg voor ecologie, een evenwichtige leefstijl en een dieper begrip van het leven. En vermogen om in harmonie te leven (225). Het gaat om een houding van het hart, een alertheid om aanwezig te zijn in het moment, zoals Jezus was (226). Hier wordt de boeddhistische houding van mindfulness omschreven.
Een klein voorbeeld van zo’n houding is het danken voor de maaltijd; dat gebaar herinnert ons aan onze afhankelijkheid van God en stemt ons dankbaar tegenover de natuur (227).

5. Civic and political love

Omdat we een gemeenschappelijke Vader hebben is sprake van universele broederschap (228).
We moeten opnieuw de overtuiging krijgen dat we een gedeelde verantwoordelijkheid hebben voor anderen en de wereld (229). Therese van Lisieux suggereert ons om de kleine weg van de liefde te praktiseren, door een vriendelijk woord, glimlach of klein gebaar dat vrede en vriendschap zaait. Een integrale ecologie bestaat uit eenvoudige dagelijkse gebaren die breken met de logica van geweld, exploitatie en egoïsme (230). Daarin ligt een uitdrukking van liefde, niet alleen tussen individuen maar ook voor de samenleving en commitment voor het common good (231). Dan gaat het om politiek maar ook om acties van lokale maatschappelijke organisaties (232).

6. Sacramenten en her vieren van rust

God vervult het universum, elk blad, dauwdruppel, een gezicht. God kan in alle dingen worden ontdekt, door contemplatie (233). Een mysticus ervaart de diepe verbinding tussen elk wezen en God; alle dingen zijn God; de encycliek verwijst naar het Geestelijk Hooglied van Johannes van het Kruis hoofdstuk 16, 5-7 (234). De sacramenten verwijzen naar bovennatuurlijk leven. Water, vuur, olie, kleuren hebben een symbolische waarde. Juist schoonheid drukt goddelijke harmonie uit en de transformatie van de mens. Christendom verwerpt niet de lichamelijkheid. Het lichaam wordt gezien als een tempel van de heilige geest (235). Dit vindt zijn grootste uitdrukking in de eucharistie. God werd mens. De eucharistie verenigt hemel en aarde (236).
De zondag is een dag van heling: heling van onze relatie met God, onszelf, anderen en de wereld. De dag van de nieuwe schepping. Christelijke spiritualiteit omvat ook de waarde van ontspanning en feest. De zondag behoedt de mens voor leeg activisme. Rust opent onze ogen voor het grotere geheel, motiveert onze zorg voor de armen en de natuur (237).

7. De drieëenheid en relatie tussen schepselen

De Vader is de uiteindelijke bron van alles, de grond van alle bestaan. Door de Zoon is alles geschapen. De Geest is in het hart van het universum aanwezig en schept nieuwe wegen. In de contemplatie van de Schepping is de drieëenheid aanwezig (238). Volgens de Franciscanen kan de drieëenheid zelfs in elk schepsel worden gezien (239). De wereld is een web van relaties. De mens groeit en rijpt meer naarmate hij relaties aangaat, met God, met anderen en met alle schepselen. Want alles is met elkaar verbonden (240).

….

Foto’s: thematisch gekozen bij de verbinding van kerk en natuur en bij het besef dat er één gezamenlijk huis is (archief Raad van Kerken).