Mea culpa tot ‘nostra culpa’

Niet alleen in oecumenische kring, maar ook daar buiten, klinkt steeds vaker het besef door dat kerken samen naar buiten behoren te treden. Een voorbeeld daarvan geeft ds. C. van Atten uit Leiden, hij is sinds vorig jaar emeritus-predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerken en stond als laatste in Den Haag.

Van Atten is lid van een van de kleine gereformeerde kerken, die onlangs nog kandidaatlid was van de Raad van Kerken, en zich nu bezint met twee andere gereformeerde kerken op een aanvraag om volwaardig lid te zijn.

De predikant schrijft in het Reformatorisch Dagblad dit weekend over het antisemitisme. Impliciet en zonder dat hij daarop uit is, pleit hij daarbij voor meer samenwerking van de kerken.

Hij gaat in het RD in op de vraag van Joodse prominenten die bij de herdenkingen van 500 jaar Reformatie in 2017 expliciet aandringen op schuldbelijden van de kerken. Het gaat hen dan met name om het zich distantiëren van wat Luther gezegd heeft over de Joden. Met de kwalificaties van vandaag spreken we over antisemitisme.

Van Atten legt in het artikel uit, dat de vraag legitiem is. Vervolgens laat hij zien, dat Maarten Luther niet de enige theoloog geweest is die diskwalificerend over de Joden heeft gesproken. Van Atten: ‘Luther was helaas niet de enige theoloog die verwerpelijke uitspraken over Joden heeft gedaan. Calvijn spreekt geregeld positief over de Joden. Hij stelt dat de hemelse zegeningen niet geheel van hen is weggegaan. Toch zijn er ook bij hem negatieve bewoordingen te vinden die er niet om liegen. Al is hij gematigder dan Luther’.

‘Kijken we rond in de wereld van toen, dan komen we ook de humanist Johannes Reuchlin tegen. Het is van hetzelfde laken een pak: ‘Je verbeteren of eruit’, is zijn oproep aan de Joden. De gedoopte Jood Pfefferkorn blaast ook zijn partij mee in dit concert. Hij stelt dat alle Hebreeuwse boeken, met uitzondering van het Oude Testament, verbrand moeten worden. Hij pleit er wel voor dat alle hinderpalen tot een bekering van Joden moeten worden weggenomen’.

‘De rooms-katholieke theoloog en tegenstander van Luther Johannes Eck kon er ook wat van. Hij noemt de Joden ‘ein gotslesterlich Volck’. De humanist Erasmus heeft het over het Jodendom als ‘verderfelijkste plaag en bitterste vijand’. Een conclusie van de gezaghebbend theoloog Heiko Obermann in het boek ‘Wortels van het antisemitisme’ over Erasmus en het antisemitisme luidt: ‘Heel het denken van Erasmus is doortrokken van een virulent, theologisch anti-judaïsme’. Dat geldt overigens voor heel christelijk Europa in die tijd’.

Van Atten concludeert dat de kerken in Europa in gezamenlijk een schuldbelijdenis zouden moeten uitspreken, als het aan hem ligt. Hij gaat daarbij voorbij aan de vraag hoe zo’n gezamenlijk spreken van de kerken georganiseerd zou moeten worden. Vanuit de redactie voegen we daarom maar een nuchtere constatering toe: Ervaring leert dat op zulke momenten juist bestaande oecumenische infrastructuur kan helpen om tot een gezamenlijke uitspraak te komen. Juist waar kerken elkaar aanspreken en samen optrekken kan je voorkomen dat principiële woorden in de pers worden uitgesproken, die in de praktijk dan eigenlijk geen verder vervolg meer krijgen. 

Wilt u reageren op bovenstaande tekst vanuit het Reformatorisch Dagblad en aangevuld door Klaas van der Kamp? Dat kan hieronder: