Icoon oecumene overleden

Dr. Philip Potter, de derde secretaris-generaal van de Wereldraad van Kerken is op 31 maart jongstleden op 93-jarige overleden in het Duitse Lübeck. Hij heeft de Wereldraad geleid in de periode van 1972 tot 1984.

Potter was geboren in Roseau, Dominica, in 1921. Hij begon zijn oecumenische carriere in het Caraïbische gebied. Zo was hij aanwezig als jongerenafgevaardigde op de eerste en ook de tweede assemblee van de Wereldraad, respectievelijk in Amsterdam (1948) en in Evanston (1954).

Potter was een vertegenwoordiger van de nieuwe, onafhankelijke niet-westerse landen. Tijdens zijn periode als leidinggevende van de Wereldraad kwam het beroemde BEM-rapport gereed en ook heeft hij zich sterk gemaakt voor de afschaffing van de apartheid in Zuid-Afrika en de bestrijding van racisme op de wereld.

‘Bijna iedereen die ik tegenkom met een duidelijke mening over de Wereldraad verbindt die mening met de verschijning van Philip Potter’, aldus dr. Olav Fykse Tveit, de huidige secretaris-generaal van de Wereldraad, ‘Philip heeft de Wereldraad een duidelijk gezicht gegeven’.

Potter markeert de grens van twee perioden, waarbij zijn verkiezing als secretaris-generaal laat zien hoe de kerken in een post-koloniale periode zijn beland, waarbij ecologische en economische problemen vanuit een ander perspectief belicht moeten worden. De Wereldraad probeert die onconventionele toon te onderbouwen met nieuwe vormen van spiritualiteit, gemeenschappelijk gebed en kritische verklaringen en analyses, die haaks staan op een al te liberale, westerse moraal.

Voordat Potter de Wereldraad diende was hij onder meer werkzaam bij de staf van het Methodistische Missionaire Genootschap in Londen. Hij vertegenwoordigde de Christelijke Studentenbeweging uit Jamaica tijdens een internationale conferentie in 1947 in Oslo. Hij heeft zich nog lang actief bemoeid met de oecumenische beweging; tijdens de negende assemblee in Porto Alegre, Brazilië (2006) gaf hij acte-de-présence.

Potter was getrouwd met Doreen, die stierf in 1980; hij hertrouwde later met de inmiddels emeritus-bisschop Bärbel Wartenberg-Potter van de EKD in Duitsland.