Humaner vreemdelingenbeleid

De Raad van Kerken heeft minister mr. Ard van der Steur en staatssecretaris Klaas Dijkhoff gevraagd om humanisering van het vreemdelingenbeleid. De nieuwe bewindslieden hebben onlangs minister Ivo Opstelten en staatssecretaris Fred Teeven opgevolgd op het ministerie van Veiligheid en Justitie.

De Raad van Kerken wijst er in de brief op, dat de kerken zich nauw betrokken voelen bij het vreemdelingenbeleid. De Raad herinnert aan de eerdere voornemens van het kabinet om het vreemdelingenbeleid op een aantal onderdelen een menselijker invulling te geven. Humaan vreemdelingenbeleid en een humane, op de mens en zijn toekomst gerichte invulling, zijn voor de Raad zeer aangelegen thema’s, aldus de brief.

De Raad noemt een aantal concrete punten waarin het beleid een menselijker gezicht zou kunnen krijgen. De Raad pleit voor het werken aan een toekomstperspectief voor de vluchtelingen, vanaf de binnenkomst in Nederland tot en met de uiteindelijke beslissing over een asielaanvraag. Op dit moment is deze activering in belangrijke mate van vrijwilligers afhankelijk. Vluchtelingen zijn uitgesloten van allerlei mogelijkheden van onderwijs, stages en vrijwilligerswerk.

De Raad vraagt ook opnieuw om alternatieven voor detentie. Uitgeprocedeerde vluchtelingen krijgen een zelfde behandeling als criminelen, en de Raad meent dat er andere invullingen mogelijk zijn, zoals het invoeren van een meldingsplicht en garantstelling. Ook de invoering van een opvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers is nog te beperkt tot enkele plaatsen in het land.

Het recente kinderpardon heeft een flink aantal knelpunten weggenomen, zegt de Raad, maar door de feitelijke wijze van invulling zijn een aantal zeer schrijnende situaties gebleven die alsnog om een humane oplossing vragen.

In de implementatiewetgeving van de slachtofferrichtlijn van de Europese Unie is het garanderen van mogelijkheden voor veilige aangifte onvoldoende opgenomen.

Voor problemen met staatloosheid zijn nog te weinig concrete oplossingen voorhanden.

De situatie met betrekking tot asielzoekers op wie artikel 1F is toegepast is verre van bevredigend. Het gaat dan om mensen van wie men veronderstelt dat ze zich schuldig hebben gemaakt aan oorlogsmisdaden. Het is voor de betrokkenen de facto onmogelijk hun onschuld te bewijzen en mensen krijgen vaak geen individuele behandeling, maar worden collectief veroordeeld omdat ze uit bepaalde landen afkomstig zijn.

Er worden nog steeds asielzoekers uitgezet naar landen en regio’s die volgens betrouwbare bronnen als onveilig moeten worden beschouwd.

Grensdetentie voor asielzoekers is nog niet in alle gevallen beëindigd.

De Raad van Kerken spreekt de verwachting uit dat de nieuwe bewindslieden een krachtige impuls zullen geven aan een humaan asielbeleid. De Raad zegt ook bereid te zijn daarover met de overheid een constructieve dialoog te voeren.

Foto: de twee nieuwe bewindslieden