Dynamische kerkvisie

Er zijn twee kerkvisies mogelijk; de één is gebaseerd op een dynamische visie, waarbij de kerk naar buiten treedt; de meer wereldse kerk daarentegen leeft vooral voor zichzelf. Deze twee visies botsen op elkaar; waarbij paus Franciscus duidelijk kiest voor een dynamische visie. De kerk dient zich te hervormen om er weer te zijn voor het zielenheil van mensen en niet voor eigen financiële haalbaarheid of management.

Dat bracht prof. dr. Herwi Rikhof op 13 maart naar voren tijdens een raadsvergadering van de Nederlandse Zendingsraad, een samenwerkingspartner van de Raad van Kerken in het kader van ‘Veelkleurig Getuigen’. De emeritushoogleraar systematische theologie van de Universiteit van Tilburg en oud-directeur van het Thomas Instituut, is tevens verbonden als priester aan het bisdom Den Bosch. Hij sprak over ‘Evangelii Gaudium’, een exhortatie van paus Franciscus over evangelisatie en missionaire transformatie. Qua status hoort de exhortatie tot de prominente theologische geschriften van een paus, onmiddellijk in hiërarchie onder de encycliek geplaatst.Het is toevallig, dat de bespreking plaatsvond precies twee jaar nadat paus Franciscus is aangetreden en met het gesprek over Evangelii Gaudium ligt daarbij één van de eerste belangrijke documenten van paus Franciscus op de ontleedtafel. 

De tekst is geen plichtmatige uitgave, betoogde de inleider. In een toespraak van de toenmalige Argentijnse kardinaal tijdens een preconclaaf ging hij al in op de noodzaak van evangelisatie en op het daaronder liggende kerkbeeld. ‘Evangelisatie veronderstelt een kerk die vrijmoedig spreekt en daarmee buiten zichzelf treedt’. ‘Wanneer de kerk niet naar buiten treedt om te evangeliseren, verwijst ze alleen maar naar zichzelf….’. ‘De zelfbetrokken kerk houdt Jezus binnen en laat hem niet naar buiten treden’.

Nog tijdens het bewind van paus Benedictus was er een bisschoppensynode geweest over de evangelisatie, maar voordat hij de gesprekken kon verwerken, was er een wisseling in het Vaticaan. Paus Franciscus heeft daarop het thema van de evangelisatie verder ter hand genomen, niet zozeer uit een soort plichtbesef om alsnog het werk van zijn voorganger af te maken, maar vooral toch omdat hij in het thema de kern van zijn visie op kerkzijn onder woorden kon brengen; en dan gaat het om een missionaire kerk die er niet is voor zichzelf, maar die er is ten dienste van de mensen en de wereld.

Rikhof schilderde in vogelvlucht de vijf hoofdstukken van het rapport:
1. De missionaire omvorming van de kerk;
2. Het gemeenschappelijk engagement in crisis;
3. De verkondiging van het evangelie;
4. De sociale dimensies van het evangelie;
5. Begeesterde verkondigers van het evangelie.

Hij gaf er een duiding bij. Zo zijn er in hoofdstuk 3 lijnen te ontdekken waarin de paus in gesprek treedt met de theologie van de Reformatie. In hoofdstuk 4 neemt hij taal van de bevrijdingstheologie over, waar hij als jonge geestelijke eigenlijk nog niet zo veel van moest hebben. En hoofdstuk 5 sluit hij wat obligaat af met een stuk over de Maria-devotie; al kan je tegelijk zeggen, dat zij als het ware prototype is voor alle gelovigen, waarmee de paus duidelijk maakt dat de verlangde openheid naar de wereld niet onbereikbaar is, maar voor iedere gelovige onder handbereik ligt.

Rikhof ging vervolgens wat verder in op de eerste twee hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk begint bijvoorbeeld met de woorden: ‘De vreugde van het evangelie vult het hart en het hele leven van allen die Jezus ontmoeten’. Zoals te doen gebruikelijk met dergelijke geschriften geven de eerste woorden ‘De vreugde van het evangelie’ in hun Latijnse versie ‘Evangelii gaudium’ tegelijk de naam aan het kerkelijke document. Het woord ‘vreugde’ is verder zeer bepalend voor het geschrift. Het komt honderd keer voor.

De paus droomt van een kerk die zich laat hervormen en missionair naar buiten treedt. Rikhof citeerde het document: ‘Ik droom van een missionaire keuze die alles kan omvormen en wel zo dat gebruiken, levensstijlen, werkroosters, taal en elke kerkelijke structuur meer de evangelisatie van de hedendaagse wereld dienen dan zichzelf’. Het is zeer opmerkelijk dat de paus in de ‘ik-vorm’ spreekt, zei hij. En hij laat zien dat de waarheid niet voor altijd vastligt, maar altijd in dialoog tot stand komt.

Het gaat er daarbij om de goede proporties te vinden. ‘Er is sprake van disproportie als je meer over de wet spreekt dan over de genade, meer over de Kerk dan over Jezus, meer over de paus dan over het Woord van God’.

Kerkelijke vernieuwing is topprioriteit voor de paus. En dat begint met de vernieuwing van de curie. Men moet ophouden het comfortabele criterium te gebruiken van ‘we hebben het altijd zo gedaan’. Het gaat niet om de dwangmatige leerstellingen, maar om oog te krijgen voor de hiërarchie van waarden. Sommige zaken zitten nu eenmaal dichter bij het hart van de kerk dan andere zaken. En van al die deugden die er zijn, is de barmhartigheid het belangrijkste. Barmhartigheid heeft het in zich zichzelf te geven, en het tekort van de ander aan te vullen. Dat is eigen aan hogere wezens. Zij weerspiegelen daarin de essentie van God zelf. Want juist barmhartigheid is het belangrijkste kenmerk van God, barmhartigheid is belangrijker dan zijn almacht.

Kerken en gelovigen spiegelen zich in die kwaliteit van God. Ze zijn daarin voortdurend een leerling van Jezus. Kerken dienen aandacht te blijven houden voor groei, betoogde Rikhof. Het leerlingzijn is een permanente staat van elke getuige. We mogen elkaar dan ook de ruimte bieden tot groei. Mensen zijn geen slaaf van wat er is gegroeid. Het is zaak die groeiprocessen te organiseren.

Deze visie heeft voor paus Franciscus, zo legde Rikhof uit, ook consequenties voor de sacramenten. De eucharistie – om een belangrijk sacrament te nemen, waar de Raad van Kerken op dit moment een bezinning over voert – is ‘geen prijs voor de volmaakten, maar een deugddoende remedie en voedsel voor de zwakken’. Rikhof stelde dat de liturgie, voordat men deelneemt aan de eucharistie, al veertien keer heeft gewezen op de zwakte van de gelovige; en toch doet men daarna mee met de eucharistie. Het geeft dan ook geen pas daar toelatingscriteria bij te formuleren. We zijn geen controleurs, zegt paus Franciscus, maar bewerkers van genade. ‘De Kerk is geen douane, ze is het vaderhuis waar plaats is voor ieder mens die het moeilijk heeft’.

Evangelii Gaudium: ‘Ik verkies een gehavende Kerk, gekneusd en vuil omdat ze de straat is opgegaan, eerder dan een Kerk die ziek is, omdat ze in zichzelf zit opgesloten, gehecht aan het comfort van haar eigen zekerheden. Ik houd niet van een Kerk die in het middelpunt wil staan en die uiteindelijk de gevangene wordt van een kluwen van bepalingen en procedures….’.

‘Meer dan de vrees ons te vergissen, hoop ik dat we bezield blijven door de vrees opgesloten te zitten in structuren die ons een valse bescherming geven, in normen die ons tot onverbiddelijke rechters maken, in gewoontes waarin we ons comfortabel voelen terwijl er buiten een uitgehongerde menigte wacht en Jezus maar voor ons blijft herhalen: ‘jullie moeten hun te eten geven’’.

In hoofdstuk 2 van het pauselijke document gaat de Rooms-Katholieke Kerk door op drie bekoringen: de bekoring in de economie, in de cultuur en in het binnen-kerkelijk zijn. Bij het eerste denkt de paus aan een doorgedraaide markteconomie. Bij het tweede refereert hij aan een grote mate van oppervlakkigheid, die onder meer bij verstedelijking op de loer ligt, als mensen de stad misbruiken als een plek om weg te vluchten en elkaar gaan wantrouwen.

Rikhof noemt het opmerkelijk dat de paus in Evangelii Gaudium het woord ‘zonde’ amper gebruikt. Liever spreekt hij over ‘ziekte’. Je merkt dat trouwens ook in de geruchtmakende kersttoespraak van de paus, waar zoveel commentaar op is gekomen en die Antoine Bodar uiteindelijk tot een kritische beschouwing heeft verleid in het dagblad Trouw. Rikhof zegt dat het woord ‘ziekte’ tot het concilie van Trente in het algemeen veel vaker voorkwam dan het woord ‘zonde’. De pastor werd afgebeeld als een geneesheer die mensen beter maakte. Het concilie van Trente spreekt voor het eerst massief over ‘schuld’ en dan verdwijnt de arts naar de achtergrond om plaats te maken voor de rechter.

De paus somt talloze ziekten op. Om er een paar te noemen: ‘de ziekte dat je denkt dat je onsterfelijk of onvervangbaar bent; de ziekte van werken, werken, werken (en niets anders) (Martha-complex); de ziekte van geestelijke en spirituele verstening (verlies van de sentimenten van Jezus); de ziekte van overplannen (account, office manager); de ziekte van gebrek aan coördinatie (de ander niet nodig hebben); spirituele Alzheimer (vergeten van eerste liefde); de ziekte van rivaliteit en ijdelheid (kleding, titels); existentiële schizofrenie (hypocrisie, parallelle wereld); de ziekte van roddel en achterbaksheid (lafheid); de ziekte van het ophemelen van leidinggevenden; de ziekte van onverschilligheid met betrekking tot anderen; de ziekte van het begrafenisgezicht en lageren arrogant behandelen; de ziekte van hebben, hebben, hebben (hamsteren); de ziekte van gesloten clubjes en kliekjes; de ziekte van wereldse winst en opschepperij’.

Rikhof sloot af met een gebed van Thomas Moore wat als remedie daartegen dient: ‘Geef mij God een goede spijsvertering en ook iets om te verteren. Geef me een gezond lichaam en het noodzakelijk humeur om gezond te blijven. Geef me een eenvoudige ziel dat al het goed kan waarderen en dat niet gemakkelijk schrikt wanneer het iets kwaadaardigs ziet, maar dat de manier vindt om zaken op hun plaats te zetten. Geef me een ziel die geen verveling kent, mopperen, zuchten en klagen, en ook geen overdreven druk, vanwege dat ‘ik’ dat altijd in de weg zit. Geef me, o Heer, een gevoel voor goed humeur. Sta mij de genade toe om grapjes te incasseren en om in het leven vreugde te ontdekken en om dat met anderen te kunnen delen’.

Rikhof vatte de inzet van de huidige paus samen en zei dat wat hem betreft deze paus – ondanks de hem verweten dictatoriale kantjes – een goede receptie laat zien van Vaticanum II. Hij is geen paus die de hete hangijzers van vrouwen, homo’s en interreligieuze dialoog anders benadert.

Hij is tegelijk wel de paus die het gesprek met gelovigen zoekt. Van Johannes XXIII is bekend dat hij Vaticanum II instak met een rondvraag waarop men punten mocht inbrengen die de Curie niet had voorbereid. En dat gebeurde, onder meer op het punt van de liturgie. De huidige paus doet moeite de inbreng van gewone mensen serieus te nemen, onder meer door een eerste vragenlijst naar de bisdommen te sturen, die sommige bisschoppen op internet hebben geplaatst, zodat iedereen kon reageren, andere bisschoppen vulden zelf de lijst in. Er is nu een nieuwe lijst verspreid en de curie lijkt die zo ingewikkeld te hebben gemaakt, dan men er bewust op afstuurt dat mensen hem niet invullen. Wat de eigen parochie betreft van Rikhof heeft men een selectie gemaakt van onderwerpen die men belangrijk vindt en die heeft men van een antwoord voorzien.

Foto’s:
1. Prof. dr. Herwi Rikhof
2. Aandacht in de zaal
3. De paus was eigenlijk steeds op de achtergrond
4. Gert Noort (directeur NZR) bedankt de inleider