Stigmatiseer kerk niet

Kerken in het Midden-Oosten hebben er de pest aan als we ze als minderheden aanmerken. De christenen zijn de oorspronkelijke bewoners van de regio. Ze zien zich niet als minderheden, maar als mensen die een belangrijke bijdrage leveren aan hun samenleving waar het betreft onderwijs en gezondheidszorg.

Feije Duim, medewerker van Kerk in Actie, was zaterdag 4 oktober zeer stellig over de situatie in het Midden-Oosten. Voor een grote groep gepensioneerde zendingswerkers sprak hij over de actualiteit in het Midden-Oosten. Hij benadrukte het belang dat je als christenen in het westen de christenen in het Midden-Oosten niet moet isoleren in hun samenleving. Dat is juist was IS probeert. Je haalt ze uit hun samenleving en domesticeert ze.

Het impliceert ook dat wij in het westen niet moeten spreken over christenvervolgingen. Want zeggen de locale christenen: dat is investeren in ons isolement en dus in ons vertrek. Wij willen integraal onderdeel zijn van de samenleving in het land waar we wonen, aldus Feije Duim. Dat betekent ook samenleven met andere minderheden en met moslims. Daarom hebben ze een hekel aan westerse christenen die van hun regering eisen dat ze de christenen steunen. Ze willen niet apart gezet worden. Ze willen niet weggezet worden als landverraders. Het is al erg genoeg dat IS dat doet.

Feije stelde verder dat het geweld van IS niet iets is dat van daar naar ons komt. Het gaat om Nederlandse jongens en andere westerlingen die daar heen gaan om voor IS te vechten. Ze zijn niet daar geradicaliseerd maar hier. Het begint hier. Het heeft te maken met hoe wij met minderheden omgaan. Jonge mensen die zich hier, zowel joden als moslims, ongewenst voelen. Onveilig. Niet welkom. De problemen van christenen in het Midden-Oosten hebben te maken met de problemen van minderheden hier. En daar moeten we als kerk iets mee. Het is één wereld geworden, en Verweggistan bestaat niet meer.

Op de vraag van Jan Slomp welke rol de Raad van Kerken in het Midden-Oosten speelt, vertelde Feije Duim dat er in de periode 2008/2009 onverantwoorde financiële uitgaven zijn geweest; de situatie wordt nu onderzocht en recht gezet. Hij verwacht dat de MECC de centrale rol kan innemen die nodig is om vanuit vertrouwen de samenleving op te bouwen. Jan Jongeneel vroeg naar de positie van de Syrisch-Orthodoxe Kerk. Duin maakte duidelijk dat met name de kerk in Nederland in een lastige positie zit. Enerzijds heeft men als migranten zelf gekozen voor een leven in West-Europa. Aan de andere kant begrijpen ze ook hoe belangrijk het is dat de christenen hun oorspronkelijke woonplaats in Syrië niet massaal verlaten.

Feije Duim kondigde aan dat hij komende week namens Kerkinactie weer naar het Midden-Oosten gaat. Hij hoopt van de partners daar te vernemen hoe ze denken over de bombardementen tegen IS. Aan de ene kant is er een zeer terughoudende houding bij Kerkinactie tegen dit soort acties. Aan de andere kant merk je dat Yezidische meisjes die als sexslaven worden verhandeld zelf via de kranten laten weten dat er wat haar betreft onbeperkt mag worden gebombardeerd.

De talloze zendingswerkers konden na de centrale lezing van Feije Duim kiezen uit diverse werkshops. Er was ook een workshop over de Wereldraad van Kerken onder leiding van het bureau van de Raad van Kerken. Het ging er over de veranderingen in de Wereldraad en de ambities van het pelgrimageprogramma. Jan Slomp vertelde dat hij al eind jaren vijftig op een dergelijk thema had gehoopt. Het geeft een kerkelijke bodem onder programma’s zoals die eerder in het conciliair proces een plek vonden. Jan Jongeneel noemde het belangrijk om het begrip pelgrimage niet te individualistisch te vullen. Aart Verburg zei mogelijkheden te zien om in de pelgrimage als kerken juist te gaan samenwerken met niet-kerkelijke bondgenoten. In die zin is er in de samenleving veel deskundigheid te vinden en wat is er op tegen om daar als kerken eenvoudigweg op aan te sluiten?

Foto’s:
1. Feije Duim
2. Zaalimpressie met zo’n 130 bezoekers
3. Jan Jongeneel
4. Indisch buffet, passend bij de vele Indiëgangers
5. Bijpraten bij de maaltijd