Nood in Syrië

De situatie in Syrië is zorgelijk. Enerzijds is de dreigende afstraffing van de Verenigde Staten afgewenteld. Verschillende christenen beleven de diplomatieke oplossing als gebedsverhoring. Anderzijds zijn er de schrijnende berichten waar onder meer de christelijke minderheid zwaar onder te lijden heeft.

Dat is de samenvatting van de bespreking maandag 16 september in de beraadgroep Geloven en kerkelijke gemeenschap over Syrië. Dr. Jurjen Zeilstra, lid van de beraadgroep en predikant in de protestantse gemeente Hilversum gaf een pijnlijk verslag over de situatie in Maaloula, niet ver van Damascus. Een groep christenen van de Regenboogkerk in Hilversum is in 2007 op bezoek geweest in de Syrische plaats. Naar aanleiding van de berichten besloten ze een mail te sturen naar de moslimgids die hen destijds rondleidde. Ze kregen de volgende reactie:

‘Liefste vrienden, meer dan tweeëneenhalf jaar en het Syrisch conflict is nog steeds niet afgelopen. Duizenden extremistisch-islamitische strijders zijn hier komen vechten. Zij beschouwen zichzelf als beschermers van Syrië, maar ze zijn gekomen omdat ze geld krijgen. Wij weten niet van wie. Er zijn allerlei oncontroleerbare samenzweringstheorieën. Mensen verkopen hun meubels om eten te kopen. Op straat wordt gebedeld. Dode lichamen liggen soms dagenlang op straat omdat niemand ze durft te begraven. De prijzen zijn verviervoudigd. Haperende elektriciteit leidt tot verkeersopstoppingen. Overal checkpoints. Buitenlandse langharige vreemdelingen vormen bendes die mensen kidnappen. Er is geen werk. Ik probeerde nog les te geven aan de universiteit van Damascus, maar slechts tien van de honderdvijftig studenten durfden te komen. Nu is de toeristische opleiding gesloten. Tevergeefs probeerde ik mijn flat te verkopen. Mijn auto kon ik zelfs niet voor een kwart van de prijs verkopen omdat er geen benzine is. Voor twintig liter sta je drie dagen in de rij. Het geluid van de bombardementen horen wij vierentwintig uur per dag. Het spijt me dat ik zo somber ben, maar het is een nachtmerrie. Jullie gebed hebben we nu heel hard nodig’.

De beraadgroep noemde het belangrijk dat het juist een moslim is die in deze termen spreekt, omdat het verschil tussen de extremisten die het land ontregelen en wellicht de meerderheid van moslims die verlangen naar vrede en samenhang in de samenleving duidelijk onder woorden is gebracht. ‘Het is dus een moslim die vraagt om ons gebed als christenen’, vatte iemand samen.

De beraadgroep zou de beraadgroep niet zijn als er geen verdere bezinning volgde op de situatie. Er werd een vergelijking gemaakt met de situatie in Nederland ten tijde van de tachtigjarige oorlog. Dat heeft het label gekregen van een godsdienstoorlog, vertelde iemand, de werkelijkheid is, dat slechts tien procent van de mensen fanatiek-protestant was, een andere tien procent fanatiek-rooms-katholiek en de meerderheid verlangde naar een veilig leven. Je moet wel heel voorzichtig zijn om daar al te snel een wil van God mee te verbinden.

Zoals bekend is er in talloze kerken een gebedswake gehouden voor de situatie in Syrië. Eén van de beraadgroepsleden zei de koerswijziging van de Verenigde Staten op een bepaalde manier te verstaan als gebedsverhoring. De Protestantse Kerk vraagt de eigen achterban om op zondag 22 september in het kader van de vredesweek te collecteren voor Act for Peace. Daarnaast heeft de Syrisch-Orthodoxe Kerk, lid van de Raad van Kerken, aangegeven in persoonlijke gesprekken, dat men naarstig zoekt naar middelen om ook de Syrisch-Orthodoxe Kerk in Syrië te helpen. De gelden van Kerk in Actie lopen via de Armeens-Orthodoxe Kerk en worden van daaruit verder verdeeld en ingezet. Kerk in Actie heeft er in het kader van de vredesweek speciaal materiaal voor ontwikkeld (zie website kerkinactie).

Foto’s: Twee keer Maaloula.