Toerusting ‘De Kerk’

De verschijning van het rapport ‘De Kerk, naar een gemeenschappelijke visie’ is mijlpaal in de geschiedenis van de oecumene. Dat valt misschien niet direct op, als je het rapport leest. Het rapport is nogal abstract en is vooral geschreven voor theologen en kerkelijke beleidsmakers. Zij vinden er al de categorieën die belangrijk zijn, als je spreekt over de kerk. En dat is nuttig. Want het betekent dat mensen die in de toekomst over de kerk gaan schrijven maar even het register van ‘De Kerk’ hoeven langs te gaan, of ze weten welke thema’s van belang zijn om voor hun studie uit te werken. En daarmee zullen de kerken in de loop van één generatie dichter bij elkaar komen. Het is voor het eerst in de geschiedenis van de kerk en ook in de geschiedenis van de Wereldraad, dat kerken wereldwijd zo’n bril voor kerkelijke studies gezamenlijk vaststellen.

Het rapport bestaat uit vier hoofdstukken. Het zet in op de missie van de kerk, het gaat vervolgens over de triniteit, over de gemeenschap en over de wereld. De inzet op de missie is in de laatste versie van het rapport nog voorop gezet. Het betekent dat mensen de kerk niet verstaan als doel in zichzelf, maar dat ze naar buiten gericht zijn en hun verantwoordelijkheid willen nemen om het licht van God verder te aan reiken dan de eigen kerkmuur lang is. Een beetje spannend is het wel, als je leest dat de kerken daarbij uit zijn op ‘re-evangelisatie’. In Nederland zou je waarschijnlijk liever zoiets zeggen als ‘de kerken stellen zich open om met de omgeving in gesprek te gaan’ of iets dergelijks.

De triniteit is al vanaf de vroege kerk een samenvatting om het onzegbare van wie God is toch onder woorden te brengen. Als we al weten wie God is en hoe hij zich laat zien, dan kan je dat het beste vergelijken met een vader, een zoon en een geest. Die formulering is voor de samenwerking van kerken in Nederland bepalend als antwoor op de vraag wie wel en wie geen lid kan zijn van bijvoorbeeld de Raad van Kerken. Het is ook bepalend voor het erkennen van een doop, die in een andere kerk is gesloten, als de doop in naam van de drie-enige heeft plaatsgevonden is de erkenning in verschillende kerken aannemelijk. 

De kerken vormen onderling een gemeenschap. Dat beseffen de vertegenwoordigers van die kerken ook. Tegelijk is het moeilijk om die gemeenschap in vriendelijkheid bij elkaar te brengen. Het rapport spreekt over ‘reeds, maar toch ook nog niet’, daarmee bedoelt het te zeggen dat de eenheid van de kerken meer virtueel is dan in de praktijk van de dag goed zichtbaar. Het rapport somt de elementen op, die bij de kerk horen: geloof, sacramenten en ambt. En, zegt het rapport, de kerken groeien nog in die saamhorigheid.

In een laatste hoofdstuk gaat het over de kerk die in de wereld leeft en er voor de wereld wil zijn. De woorden zijn soms wat grotesk. Wat te denken van uitspraken als de kerk die er voor het hele universum wil wezen? Tegelijk laat het rapport zien dat de kerk het beste met de wereld voor heeft. De kerk probeert in morele vragen een bijdrage te leveren aan het welzijn van de mensen.

Het rapport bestaat uit 69 alinea’s, je mag ook zeggen gedachteneenheden. In aparte cursieve stukjes staan de thema’s waarover de kerken onderling het nog niet eens zijn. Het zijn er dertien, en ze raken vragen als deze: Kan een kerk wel echt veranderen? Hoeveel verschillen kunnen kerken onderling accepteren om nog onderlinge verbondenheid te voelen?

Dergelijke blokjes eindigen met vragen aan de kerk. Het is de bedoeling dat op dat soort vragen het gesprek wordt voortgezet. Dat is een lastige vraag. Want het blijkt in de praktijk maar moeizaam om de kerken in beweging te krijgen. Het lijkt er soms wel op, alsof het geloof ontbreekt, dat de kerk in Gods hand is. Alsof leiders van de kerk koste van het kost het erfgoed in stand moeten houden, en alsof er geen vertrouwen is dat God zelf trouw zou kunnen zijn aan wat hij aan continuïteit verlangt.

Het rapport wordt vastgesteld – zo is de verwachting – op de tiende assemblee van de Wereldraad van Kerken, begin november 2013 in Busan (Zuid-Korea). Theologen en kerkelijke leiders in Nederland hebben het rapport besproken op een expertmeeting bij de Raad van Kerken in Nederland op 15 maart 2013. De mensen zeiden te hopen dat het rapport plaatselijk aandacht krijgt. Niet door het helemaal te lezen. Maar wel door enkele kernthema’s onderling te bespreken en de eigen situatie te vergelijken met het raamwerk zoals het in ‘De kerk, naar een gemeenschappelijke visie’ is verwoord. Op die manier blijf je plaatselijk je identiteit spiegelen in het geheel van de kerk wereldwijd. En je voorkomt – een klacht veel gehoord van burgers richting grote ambtelijke conglomeraten als de Europese Unie en de Verenigde Naties -, dat de Wereldraad van Kerken iets ver weg is, bedoeld voor een inner circle; juist de verzameling van kerken wil zich laten voeden door de bezieling van mensen plaatselijk. Dick Akerboom heeft aangekondigd voor de Raad van Kerken met een vertaling van het Engelse document te komen. Over enkele weken zal het beschikbaar komen. Dan verschijnt het op deze website.

Gespreksvragen.

Over missie

 

1.De missie van de kerk wordt vaak samengevat met de bijbelverzen Matteüs 28: 16-20. De missie van Israël is samengevat in het Sjema van Deuteronomium 6: 4. Lees beide fragmenten.

a.Het centrale woord in Matteüs 28:19 is ‘Ga dan heen’; het centrale woord in Deuteronomium 6:4 is ‘Hoor’. Welk verschil in accent geven die twee werkwoorden aan de missie waar men voor staat?

b.Joden hebben de naam minder extravert te zijn en op zoek naar bekeerlingen dan christenen. Desondanks is het jodendom als religie en als identiteit altijd blijven bestaan. Vindt u dat christenen kunnen leren van die houding van de joden en van hun besef van identiteit of is de uitdaging voor christenen van een andere orde?

 

2.’Er moet ruimte komen voor de Koinonia (gemeenschap) met hoofdletter en een koinonia met kleine letter. Want kan het niet ook zo zijn dat mensen buiten kerkelijk verband te herkennen zijn aan het evangelie van Jezus Christus en zijn verkondiging van Gods Koninkrijk?’ (citaat bijdrage Margarithe Veen aan een expertmeeting). Bent u het met die uitspraak eens? Zou Jezus Christus ook buiten de kerkelijke verbanden werken? En als dat waar is, impliceert dat dan dat ieder mens een soort zoektocht maakt als mens op zoek naar goddelijke aanwezigheid of blijft er verschil tussen de zoektocht in het algemeen en de pelgrimstocht van mensen die het evangelie in de rugzak hebben?

 

3.Lees hoofdstuk 1 van het rapport ‘De kerk naar een gemeenschappelijke visie’. Zet vraagtekens bij zinnen die u niet begrijpt, zet uitroeptekens bij zinnen die u belangrijk vindt. Het is het meest werkzaam, als u het aantal vraagtekens en uitroeptekens dat u uitwisselt beperkt houdt.

 

Over triniteit

 

1.Lees Lukas 3:21-22.

a.In dit gedeelte komt God in drie personen naar voren. Welke drie vormen zijn dat?

b.Welke gestalte is voor uzelf het meest herkenbaar?

c.Iemand vergeleek de drie gestalten eens – een beetje overdrachtelijk – met de drie onderdelen van de tempel: de voorhof waar nog veel mensen komen, het heilige waar alleen priesters offerdiensten verrichten  en het heilige der heiligen waar alleen de hogepriester eenmaal per jaar mag komen. Welke gestalte zou de bedenker van de metaphoor in gedachten hebben bij elk der onderdelen? Hoe kijkt u tegen zo’n vergelijking aan? Kunt u zich iets voorstellen bij een tweedeling tussen ‘God als heilige, waar je alleen van distantie over spreekt’ en ‘God als stem in je ziel, waar je een vertrouwelijke omgang mee hebt’?

 

2. ‘Thuis, in de eigen gemeente probeer ik – als het zo uitkomt – het belang van dogma van de drie-eenheid wel eens uit te leggen. Daar heeft men aan de basis jammer genoeg weinig oren naar. Het wordt al gauw afgedaan als een dogma, waar mensen weinig mee hebben’. (citaat bijdrage Margriet Gosker aan een expertmeeting). Kunt u zich de verzuchting van deze predikante voorstellen? Hoe is het in uw omgeving, is de drie-eenheid een hulpmiddel om persoonlijk over God na te denken of wordt het vooral als een afstandelijk dogma gezien?

 

3.De tekst van ‘De kerk’ spreekt ook over Maria, de moeder van God. Zij staat model voor de hele kerk en voor elke individuele gelovige.

a.Herkent u zichzelf in het leven van Maria? Vindt u haar inspirerend in de manier waarop zij het woord ontvangt en er op reageert? Hoe zou Maria het lijden en sterven van Christus hebben beleefd? Hoe beleeft u dat?

b.Kunt u zich voorstellen dat het rapport de houding van Maria schetst als een soort model van kerkzijn? Ziet u haar houding en haar leven als een spiegel voor alle gelovigen?

c.Juist mensen die de vrouwenemancipatie serieus nemen, vinden vaak inspiratie in de persoon van Maria. Tegelijk zie je dat de kerken die terughoudend of afwijzend staan tegenover de vrouw in het ambt wel een positieve waardering kennen voor Maria als moeder van God. Zijn die twee elementen te combineren of is dat merkwaardig? Hoe kijkt u zelf aan tegen vrouwen die in een ambt willen staan?

 

Over gemeenschap

 

1.Lees Genesis 11: 1-9.

a.Wat is er mis met de mensen in Sinear die één willen zijn?

b.Guus Kuijer schrijft hierover: ‘De goden hebben vergaderd omdat ze zich ongerust maken over jouw toren. Ze besloten één van hen naar beneden te sturen om te kijken wat er aan de hand is. En dit is wat deze afgezant zei toen hij terugkeerde in de vergadering. Hij zei: ‘Dit is één volk en ze spreken een en dezelfde taal, en wat ze nu doen is nog maar het begin. Alles wat ze verder nog van plan zijn, ligt nu binnen hun bereik. Ze zullen leren vliegen, ze zullen leren hoe ze hun leven tot in het oneindige kunnen verlengen, ze zullen de stoffen leren kennen waaruit de schepping is opgebouwd en ten slotte zullen ze ons overbodig maken omdat ze zelf goden zijn geworden. Laten we naar hen toegaan en spraakverwarring onder hen teweegbrengen, zodat ze elkaar niet meer verstaan’. (Guus Kuijer, ‘De Bijbel voor ongelovigen’, Amsterdam 2012, pag. 102). Leest u de tekst van Kuijer als jaloezie van de goden of leest u de analyse als waarschuwing tegen overmoed?

c.In de oecumene wordt de eenheid van de kerken ook wel getypeerd als een ‘eenheid in verscheidenheid’. Het rapport stelt de vraag naar wat je in ieder geval met elkaar moet delen als je wilt samenwerken. Hoe kijkt u daar tegenaan?

 

2.De kerken verschillen over het belang van de geordineerde ambtsdragers. Tijdens een expertmeeting over dat onderwerp, zei Leo Koffeman: Zouden we het in de oecumene niet eens kunnen worden over het belang van het geordineerde ambt als: iemand die bevoegd is Woord en sacrament te bedienen, iemand die onder handoplegging in het ambt is gekomen, iemand die voor eens en voor altijd is bevestigd, iemand die dus niet tijdelijk het ambt uitoefent, maar in beginsel duurzaam en persoonlijk is betrokken. Hoe kijkt u aan tegen die benadering? Met zo’n benadering geldt voor protestanten dat de dominee toch een andere verantwoordelijkheid heeft dan de ouderling en diaken; is dat te verdedigen voor de protestanten? Hoe belangrijk vindt u daarbij de handoplegging vanuit de apostolische successie, dus dat je gewijd wordt door iemand die zelf ook door iemand is gewijd in de traditie der kerk?

 

3.Priester Wietse van der Velde (oud-katholiek) heeft bij een expertmeeting gezegd, dat het rapport te weinig zegt over de ‘eucharistische erkenning’. Hij vervolgt: ‘De praktijk die in vele kerken (bijvoorbeeld Anglicaans, Luthers, Gereformeerd, Oud-Katholiek) bestaat om (gedoopte en communicerende) leden van andere kerken tot het ontvangen van de eucharistie toe te laten, wordt niet genoemd. Door dit niet te doen, ontstond er bij mij wel een gevoel van vervreemding. Deze werkelijkheid – ook al is die dan niet voor iedere gesprekspartner acceptabel – kan toch zeker in Europa en Noord-Amerika niet verzwegen worden’. Wat vindt u van zijn benadering? Hoe kijkt u aan tegen de geschetste openheid in de genoemde kerken?

 

Over wereld

 

1.Lees Lukas 15: 11-32.

a.Kunt u zich de houding van de oudste zoon (vers 25) voorstellen?

b.Kunt u zich voorstellen dat mensen de oudste zoon lezen als een identificatiefiguur van de christenen?

c.Het rapport spreekt over respect voor andere religies, waaraan het in het verleden nogal eens heeft ontbroken in de kerk. Bent u het daarmee eens? Kunt u zich in dat kader voorstellen, dat de oudste zoon van de gelijkenis zich moet bekeren?

 

2.’De grote vraagstukken van de samenleving worden concreet aan de orde gesteld, zoals het omgaan met natuurrampen, het armoedevraagstuk en epidemieën. Het is mooi dat kerken in dat opzicht een grote verantwoordelijkheid ervaren en de opdracht hebben een bijdrage tot leniging van nood te leveren. Ik mis alleen daarbij aandacht voor de tragische kant van de wereldgeschiedenis dat we altijd zullen blijven ‘dweilen met de kraan open’, c.q. er is een ‘wet van behoud van ellende’ (citaat Jurjen Zeilstra bij een expertmeeting). Bent u het eens met dit citaat? Is het wel verstandig om zo relativerend naar de menselijke inzet te kijken; zou je bijvoorbeeld niet liever je laten inspireren door de Amerikaanse predikant Robert H. Schuller die zegt: ‘If you can dream it, you can do it’?

 

3. Lees hoofdstuk 4 van het rapport ‘De kerk naar een gemeenschappelijke visie’. Zet vraagtekens bij zinnen die u niet begrijpt, zet uitroeptekens bij zinnen die u belangrijk vindt. Het is het meest werkzaam, als u het aantal vraagtekens en uitroeptekens dat u uitwisselt beperkt houdt.

 

Algemeen

 

Het rapport ‘De kerk’ tilt plaatselijke kerken, gemeenten en parochies in Nederland op het referentiekader van de kerken wereldwijd. Bij dit artikel staan plaatjes afgebeeld van hoe je die band zou kunnen ervaren: in de symboliek, in het teksten lezen, in de (gewone) maaltijd, in het ambt, etc.. Kies voor u zelf die foto uit waar u zich het beste in kwijt zou kunnen waar het gaat om verbondenheid met kerken en christenen op andere continenten. De volgende thema’s zijn achtereenvolgens te zien:

1. eenheid in symboliek
2. eenheid in maaltijd
3. eenheid in digitaal contact
4. eenheid in studie
5. eenheid in diaconaat
6. eenheid in kunst
7. eenheid in geestelijke leiding
Wissel onderling uit welke keuzes je maakt. Inventariseer waar de verbondenheden liggen met christenen wereldwijd en praat verder over de vraag: Wat doet het besef van internationale verbondenheid met onszelf?

Wie meer wil lezen over dit onderwerp, kan op deze site de bijdragen lezen die ingebracht zijn tijdens de expertmeeting op 15 maart 2013; Leo Koffeman hield een inleiding die te vinden is onder de titel ‘Nut van de kerk’ en vier leden van de beraadgroep Geloven en Kerkelijke gemeenschap bespraken een hoofdstuk van ‘De Kerk’, te weten: Margarithe Veen, Margriet Gosker, Wietse van der Velde en Jurjen Zeilstra. Ook deze teksten staan integraal op deze site. De Nederlandse vertaling volgt te zijner tijd, de Engelse vertaling is al wel op deze site te vinden.