Patriarch op bezoek

Voor Nederlanders die wars zijn van autoriteiten blijft het een onbegrijpelijk verschijnsel. Maar voor zuiderlingen die lid zijn van de  orthodoxe kerk is  het een hoogtepunt, als de patriarch van Constantinopel komt. Bartholomeüs, ook wel de oecumenische patriarch genoemd, bezocht op 3 september het Centraal Comité van de Wereldraad dat in zijn territorium werd gehouden; of  misschien is het beter te zeggen: ‘Zijne al heiligheid bezoekt de Orthodoxe Academie van Kreta’, want dat zijn de woorden die groot op de convocatie stonden.

Het Centraal Comité, de wereldwijde kerkelijke koepel waar 349 kerken lid van zijn, diende als een aanleiding om de patriarch op het Griekse eiland uit te nodigen waar hij een academische onderscheiding krijgt, die via een tv-registratie later op het beeldscherm te zien is. Een dag later kreeg de patriarch een eredoctoraat van de universiteit op het eiland. Het ontbreekt de heilige man niet aan waarderingen, die hem ten deel vallen vanwege zijn inzet voor de kerk, de oecumene, het milieu of gewoon omdat hij de patriarch is en daarmee een ‘collectieve identiteit’ vertegenwoordigt. Je kan ook zeggen: de mensen eren niet de mens Bartholomeüs, maar de eer, die met lofprijzingen wordt omlijst, dient vooral om respect voor kerk en eeuwigheid onder woorden te brengen. 

De Kretenzers deden hun uiterste best om het bezoek soepel te laten verlopen. Twee uur voor de komst van de kerkvorst was er veel politie aanwezig die de weg om de academie had afgezet en het locale verkeer dat toch wilde passeren verplichtte over een verder weggelegen oude strandweg te rijden. Er heerste een zenuwachtige stemming in de  academie, de manager van het huis belde zich suf, de kelners poetsten het bestek dat gebruikt zou worden voor het diner, waarbij de buitenlandse gasten zich lopend langs het buffet moesten bewegen en de orthodoxe geestelijken op een iets feestelijker stoel door obers werden bediend. De steeds verder opladende stemming laat zich nog het beste vergelijken met een situatie in Nederland als de koningin op bezoek komt. Stevige  bodyguards doorzochten de vergaderzaal op mogelijke springstoffen. Driekwartier te laat meldde zich eindelijk het konvooi waarin de patriarch schuilging; eerst enkele politiemotoren, dan een paar auto’s met een zwarte limousine er tussen en achteraan in de rij een ambulance en – merkwaardig genoeg – een brandweerauto.

De patriarch werd opgewacht door de secretaris-generaal van de Wereldraad Olav Tveit en een veelvoud van mensen in zwarte orthodoxe kostuums. Toen  hij uiteindelijk de vergaderzaal betrad, bleek de publieke tribune vol te zitten met orthodoxe geestelijken, hoogwaardigheidsbekleders, hun vrouwen in aftekenende kledij en – als is het om het contrast te leggen – nonnen in breed vallende zwarte pijen. Vooraan in de vergaderzaal was een rij stoelen opgesteld vlak voor de tafel van het presidium. Er tekenden zich twee rijen af die een bepaalde gelijkwaardigheid suggereerden en die de kerkelijke leiders welhaast dwongen elkaar recht in het gezicht aan te zien.

Het programma was vrij formeel. Er werden vriendelijke ietwat plichtmatig aandoende  woorden gesproken. De academie presenteerde zich. En uiteindelijk – daarin verschilt het bezoek van de patriarch dan toch van een bezoek van de koningin – hield de patriarch ook een inhoudelijk verhaal. Hij zette Kreta op de kaart door Titus, de metgezel van Paulus, als de eerste bisschop van Kreta te noemen. Hij onderbouwde zijn verhaal met teksten uit het gelijknamige bijbelboek, waarbij hij wijselijk de tekst uit Titus 1 oversloeg die in de wandelgangen schertsend door leden van het Centraal Comité werd aangehaald: ‘Kretenzers zijn overbetelijke leugenaars, gemene beesten, vadsige vreters’ (Titus 1,12), meer als plaagstootje bedoeld dan als feitelijke beschrijving van de gastvrijheid van de Kretenzen waar men niet over te klagen had.

De patriarch prees het visioen en de missie van de Wereldraad van Kerken. De betrokkenheid bleek duidelijk, zo stelde hij, uit de participatie in talloze rollen en verantwoordelijkheden van de Wereldraad door orthodoxen. Op weg naar de tiende generale assemblee van de Wereldraad in Busan in 2013 ging hij in op thema’s van de bijeenkomst in Zuid-Korea. Hij had het over de liefde als gave van God. ‘Als de menselijkheid een dergelijke vrijheid en rechtvaardigheid ervaart, dan realiseert men zich dat het gaat om een prefiguratie van Gods Koninkrijk en de verwachting van de goddelijke transfiguratie’.

Hij had het ook over het geloof in de eenheid en de missie. Men mag onder geen omstandigheid de roeping vergeten dat het gaat om het zichtbaar maken van de eenheid in één geloof, opdat de wereld gelove, aldus de patriarch. Het gaat ook om de liefde, die  Titus aanprijst als ‘philoxenos’, oftewel ‘gastvrijheid’, om de liefde voor vreemdelingen. Het is een liefde die zich richt op een ieder, ‘ongeacht de religie, het ras, de etniciteit, de kleur, geloof of gender’. ‘Het is de tegenstelling tot racisme’. ‘We moeten er naar streven om de tegenstellingen tussen oost en west te boven te komen die culturen van elkaar gescheiden houdt; we moeten streven de verdeeldheid tussen noor en zuid te helen’.

Barthelomeüs verwees ten slotte naar de leidraad van Busan: ‘God van leven, leidt ons naar gerechtigheid en vrede’ en hij zei: ‘Dit staat diametraal tegenover de bede in het Onze Vader dat God ons niet moge leiden in verzoeking, maar ons verlosse van de boze’.

Toen ver in de nacht iedereen nog vast zat, omdat de wegen tot ver in de omtrek was afgezet voor de patriarch, tekende zich opnieuw het verschil af tussen wereldraadleden met een protestantse achtergrond en –leden met een orthodoxe achtergrond. De protestanten schudden het hoofd en fluisterden onder elkaar: ‘De ontmoeting houdt ons wel van bed’, hoewel velen hun instemming verwoorden met de oecumenische inzet van de patriarch en de ruimte die hij daarmee creëert voor verdere ontmoetingen. Bij de orthodoxen was het anders. Ze keken met liefde naar de foto’s die ze gemaakt hadden en ze aaiden hun kinderen over de bol die door de patriarch met geduld waren gezegend.

Foto’s:
Patriarch Bartholomeüs