Oecumene in Heliand

Al in de oudste bronnen van Nederland zijn oecumenische tendensen aan te wijzen. Dat stelde Klaas van der Kamp, secretaris van de Raad van Kerken, bij de presentatie van vijf versies van de Heliand, vrijdag 25 mei in Oldenzaal. De secretaris was gevraagd om de eerste exemplaren in ontvangst te nemen van de evangelieharmonisatie in het Nedersaksisch, die omstreeks het jaar 830 verscheen en daarmee beduidend ouder is dan andere vergelijkbare Bijbelaanzetten in Nederland.

Van der Kamp sprak daarbij over het thema ‘inculturatie’. Hij deed dat voor de gelegenheid in een variant van het Nedersaksisch. Hij ging daarbij in op de noodzaak voor de theologie om te incultereren. Als er geen sprake is van aansluiting bij een cultuur gaat theologie nergens meer over, zei de inleider. Door aansluiting te zoeken bij de cultuur begrijpt de lezer beter wie God is, wie hij of zij zelf is en wie de ander mag zijn. De Heliand is een poging van een Saksische monnik om de bijbel toegankelijk te maken voor de mensen in de Middeleeuwen. Daarom spreekt hij niet over ‘Nazareth’, maar over ‘Nazarethburcht’, zodat de lezer begrijpt dat je bij het stadje aan zoiets moet denken als Singraven of kasteel Van Rechteren. En daarom spreekt hij niet over ‘discipelen’, maar over ‘gesellen’, zodat de mensen in de Middeleeuwen snappen dat de volgelingen van Jezus als een soort leerlingen zich bekwamen binnen een gilde.

Van der Kamp vertelde dat hij op die manier ook vroege elementen van oecumenische interesse op het spoor was gekomen. Hij refereerde aan een bezoek van een Syrische delegatie onlangs aan de Raad, waarbij de bisschoppen vertelden dat er vele tienduizenden christenen (en andere mensen) zijn gevlucht uit Homs. Op de vraag of ze in een tentenkamp waren beland of de grens waren overgestoken legde een bisschop uit dat ze naar familie waren gevlucht. Europeanen, zo bleek in dat gesprek, hebben tegenwoordig minder de neiging in familiebanden te denken dan mensen uit een andere cultuur, zoals bijvoorbeeld die uit het Midden-Oosten. De algemeen secretaris van de Raad vertelde dat hij in de Heliand sporen had gevonden van een zelfde familiaire gerichtheid. Als Jezus de Bergrede uitspreekt, merkt hij volgens de Nederlandse vertaling op, dat je niet alleen je naaste moet liefhebben, maar ook je vijanden. De Heliand parafraseert dat je niet alleen van je eigen mensen moet houden, maar ook van de mensen die niet van je ‘sibbe’ zijn, want de hele wereld, zo legt de Heliand uit, is één sibbe. Een revolutionaire uitspraak in een tijd waarin iedereen in familie-verhoudingen denkt.

Als ander voorbeeld van inculturatie noemde Klaas van der Kamp de neiging van de schrijver om het evangelie met wijsheid te associëren. Het woord ‘wijsheid’ komt veel vaker voor in de Heliand als in de klassieke vier evangeliën. Aan het einde van de Bergrede zegt Jezus: ‘Je wint aan wijsheid, als je de woorden hoort…’. En iedere persoon van importantie in de Bijbel wordt in de Heliand ‘wijs’ genoemd. Dat geldt voor Maria, dat geldt voor Zacharias en van Johannes staat er dat hij ‘woordenwijs’, was ‘met een geweldig verstand’. Het woord ‘wijs’ refereert daarbij niet alleen aan cognitieve ordening, maar ook naar levensdoorzicht, aldus Van der Kamp. En vanuit die betekenis klinkt ook de betekenis door van ‘liefhebben’. Mensen waar je veel van weet, ga je liefhebben. Vandaar dat het Nedersaksisch kan spreken over liefhebben als over ‘wies ween met iemand’. In de Groningse bijbel – een van de Nedersaksische varianten – zegt God wanneer Jezus is gedoopt (in het Nederlands omgezet): ‘Jij bent mijn lieve zoon, waar ik zo wijs mee ben’. En in de Twentse variant, zoals die in de Heliand is gekomen, staat (in het Twents nu geschreven): ‘Hee was slim wies met Um, den leefsten van alle leu’ (990).

De presensatie van de Heliand is cultuurhistorisch opmerkelijk. De tekst helpt te laten zien hoe de theologie en de cultuur in Oost-Nederland zijn gevormd. ‘We leven weliswaar naar de toekomst’, aldus Van der Kamp, ‘maar we verstaan ons leven door terug te kijken’ (Kierkegaard). Het begint met een gedachte, een gedachte wordt een woord, een woord wordt een daad, een daad wordt een gewoonte, een gewoonte wordt een karakter, karakters worden een cultuur. ‘Woorden staan aan het begin van de begripsketen en vormen daarmee het DNA van een cultuur. De Heliand hoort bij het DNA van Oost-Nederland en van West-Duitsland´.

De eerste exemplaren van de vijf Heliand-versies gingen naar diverse mensen. Naast de vertegenwoordiger van de Raad van Kerken waren er onder meer exemplaren voor de plaatselijke, c.q. regionale pastores van PKN en RKK, waarmee een oecumenisch gebaar zichtbaar werd gemaakt. Toevallig detail is nog, dat de twee kerkgebouwen vlakbij elkaar staan met alleen het gemeentehuis tussen zich in, de Hofkerk (PKN) en de Plechelmusbasiliek (RKK). Maar waar in Maastricht zich een soortgelijke situatie voordoet en de kerken gescheiden worden door een straat die ´Vagevuur´ heet, heet de straat naast de Hofkerk ´Paradijsstraat´.

Prof. dr. Anne van der Meiden, inmiddels de tachtig gepasseerd, hoort bij de initiatiefnemers van het Heliandproject. Het project heeft geresulteerd in vijf boeken, een wetenschappelijke uitgave in de oorspronkelijke Oud-Saksische taal, verzorgd door Tim Sodmann. Daarnaast is er een deel in het Gronings, Twents, Achterhoeks en het Munsterlands. Sies Woltjer is de vertaler van het Groningse deel, Anne van der Meiden en Harry Morshuis zijn verantwoordelijk voor het Twents. Henk Kroesenbrink en Henk Lettink voor het deel uit de Achterhoek. Hannes Demming voor het Munsterlands. De delen kosten rond de 17,50 euro en zijn verkrijgbaar via onder meer boeken@twentsewelle.nl.

 Foto’s:
Anne van der Meiden
Twentse Welle met reeksen van vijf boeken in de verkoop
Harry Morshuis (vertaler van het Twents) in gesprek met ds. Jan Bos uit Oldenzaal
De Groningse delegatie met tweede van links vertaler Sies Woltjer
De Paradijsstraat in Oldenzaal