‘Heilige Geest ook bij moslims’

De heilige Geest werkt niet alleen via de kerk, maar kan ook werken via mensen buiten de kerk, onder meer via moslims. Met verwijzing naar het document Nostra Aetate verwoordde mgr. Jan van Burgsteden van de Rooms-Katholieke Kerk in de Raad van Kerken waardering voor het gesprek met moslims. Diverse andere afgevaardigden beaamden zijn benadering. De Raad was op woensdag9 november 2011bijeen in Utrecht. Het grootste agendapunt vormde de nota ‘Integriteit en Respect’ van de PKN over de contacten met de islam.

Het document Nostra Aetate van het Tweede Vaticaans Concilie dateert al weer uit 1965, maar er staan verschillende positieve aandachtspunten in voor het contact met moslims die nog steeds richtinggevend zouden kunnen zijn. Er is waardering voor het bidden, het vasten, de hulpverlening, de visie op één God, de visie op Maria, herkenning in het feit dat er een dag van oordeel is.

Tegelijk verwoordden diverse afgevaardigden vanuit hun kerk een kritisch geluid. Diverse kerken hebben een traditie waarin ze moslims missionair benaderen. En velen verwoordden hun moeite met de intolerante wijze waarop door moslims gedomineerde landen omgaan met rechten van minderheden, in het bijzonder de christenen. Vooral de regimes in het Midden-Oosten kregen veel kritiek. De voorzitter Henk van Hout moest aan het einde van het gesprek dan ook vaststellen dat er zeer divers over de thematiek wordt gedacht.

Sommige afgevaardigden pleitten voor terughoudendheid in de dialoog ten aanzien van de christologie. Ze noemden een al te stevig inzetten op de goddelijkheid van Christus een blokkade voor het gesprek. Anderen maakten onderscheid tussen de uniciteit van Christus en de exclusiviteit: Christus is uniek, maar dat wil niet zeggen dat hij in alle zaken ook exclusief is. Anderen noemden de drie-eenheid juist uitgangspunt voor de Raad van Kerken en een goede basis om het gesprek aan te gaan.

Nogal wat kerken benaderden het contact met een internationale bril. Zij hebben zusterkerken in het buitenland en afhankelijk van de ervaringen daar was er meer openheid of was er juist een soms bijna getraumatiseerd geluid. Je zal maar christen zijn in een land waar de kerk op allerlei manieren achter wordt gesteld en christenen zelf soms voor het leven moeten vrezen. Aan de andere kant klonken er positieve ervaringen van kerken in bijvoorbeeld Indonesië waardoor de kerken de mogelijkheden voor Europa ook positief inschatten.

In het contact dat de Raad onderhoudt met moslims en joden in Nederland komt steeds meer het geluid naar voren dat deze religieuze groeperingen in ons land te maken hebben met agressie gebaseerd op hun geloofsovertuiging. Ruiten van synagogen en moskeeën worden ingegooid of er wordt slachtafval tegen de muur gegooid. De Raad was op dit punt eenduidig en solidair met mensen die moeten kunnen rekenen op vrijheid in hun geloofsuitingen. De voorzitter van de Beraadgroep Interreligieuze Ontmoeting waarschuwde voor een eenzijdige analyse gebaseerd op de situatie in het Midden-Oosten. Juist moslims in Europa zoeken naar eigen vormen van geloof die islam verbinden met democratie.

De Evangelische Broedergemeente en de Oud-Katholieken vertelden van een initiatief in Bern, waarin ze beiden participeren. Het gaat om een huis van de godsdiensten, waarin diverse godsdiensten de dialoog met elkaar voeren.

De Raad besloot verder dat de leden van de diverse beraad- en projectgroepen voor vier jaar worden gekozen met de mogelijkheid om tweemaal te worden herkozen. Adviseurs en secretarissen vanuit de lidkerken kunnen langer blijven als ze worden herbenoemd. Tot nu toe had de Raad geen regeling op dit gebied geformuleerd.

Foto:

Pieter Kohnen en mgr. Jan van Burgsteden (beiden zetten binnenkort een punt achter hun raadscarriere; Pieter is al begonnen als directeur van een rooms-katholiek netwerkbureau in Den Bosch en wie weet komt hij nog eens als vrijwilliger terug bij de Raad; Jan van Burgsteden gaat met leeftijdsemeritaat op 10 december).
Majoor Jeanne van Hal en Kees Nieuwerth, afgevaardigde van de Quakers.
Penningmeester Jan Albert Visscher en Henk Stenvers, afgevaardigde van de doopsgezinden.