Oecumene via Citykerk

Positief en uitdagend creatief. Dat is het beeld wat bovenkomt in het Citywerk, zoals ds. Bert Kuipers het heeft omschreven in zijn boek ‘Citykerken werken zo’, dat recent is verschenen. Hij laat daarin zien hoe zijn werk als citypastor in Rotterdam een eigen agenda heeft afwijkend van bijvoorbeeld meer op een geografische wijk gerichte pastores. De Citykerk onderhoudt de relatie met het geheel van de cultuur van de stad.

De bundel laat een caleidoscoop van activiteiten zien die anders dan de activiteiten in de doorsnee wijkgemeente minder vanuit loyaliteit aan een structuur zijn opgezet en meer een incidenteel appel doen uitgaan op het geheel van de stedelijke gemeenschap. Kuipers citeert James Kennedy: ‘Een Citykerk herinnert ons eraan dat godsdienst niet een private zaak is maar een plek heeft in het publieke domein’.

Het Citypastoraat wil dienstbaar zijn aan de stad. Leidinggevend voor het denken is de vraag: Wordt de stad er beter van? Henk de Roest, hoogleraar praktische theologie aan de PThU, beantwoordt de vraag of dat ook gebeurt in een voorwoord met ‘ja’. ‘Het aanbod, zowel kerkelijk als seculier, verdiept de grote of ‘trage’ vragen van het bestaan, maar het maakt ook verbindingen mogelijk, samenwerking, gemeenschappelijke inspiratie’.

Toonder en Erasmus

Bert Kuipers, sinds 1996 aan Laurenskerk verbonden, laat het Citypastoraat bewegen tussen de personen van Maarten Toonder en Erasmus. De schrijver citeert Maarten Toonder, die in het dagelijks leven van Rommeldam een voorschot neemt op een religieloos leven. Kerken ontbreken in de fictieve stad, er is geen ‘kerkstraat’, geen ‘grotekerkplein’. Tegelijk stelt Bert Kuipers: ‘Echt zonder religie is het verhaal overigens niet, geesten, spoken en wezens uit onwerkelijke werelden vullen het verhaal’.

Aan de andere kant is er Erasmus, die zelfs in zijn naam zo verbonden is met Rotterdam. Hij geeft de stad een spiritueel testament. Het is ‘een uitnodiging tot relativering en spirituele en intellectuele zelfkritiek, die erg bruikbaar is in het proces van samenleven van de verschillende religies in de stad’.

Paraplu

Hoe creatief zijn de invullingen van kerkzijn in dit Citypastoraat. De vele foto’s in de uitgave wijzen er op; je ziet de voorganger in een themadienst over Noach met een paraplu boven zich en de strekking van de woorden laat zich raden; je leest van vieringen die men in samenwerking met Museum Boijmans van Beuningen organiseert en je kunt nagaan dat hier kunst en spiritualiteit zich laten verbinden. De inrichting van de Laurenskerk zelf is getuige van de variatie. De kapellen zijn creatief benut. Er is een kapel voor vrede en verzoening. Er zijn heiligenbeelden. Je betreedt een kapel met symboliek. Je kunt boeken lezen, kaarsen opsteken, de werken van de barmhartigheid op je laten inwerken, er zijn foto’s en je kunt ontdekken hoe de kerk aan haar geld komt.

Oecumenisch

Bert Kuipers laat het oecumenische karakter van het werk zien. Hij somt de diverse gemeenschappen op in Rotterdam die zich op soortgelijke wijze manifesteren. Hij concludeert: ‘Een Citykerk kan niet alleen functioneren, zij zal samenwerking zoeken met alle mogelijke partners’. In Rotterdam heeft de samenwerking ook institutioneel vorm gekregen middels een Oecumenisch Laurensberaad.

De schrijver voert aan het einde van zijn boek een pleidooi voor de instelling van de taak, c.q. functie van kanunnik. ‘Een kapittel van kanunniken’, schrijft Kuipers, ‘kan fungeren als zoiets als het spirituele hart van een kathedraal of kapittelkerk; deze onderhouden het dagelijkse koorgebed en staan zo borg voor de spirituele continuïteit van de kerk’. De schaal en de functie van de grote stadskerken zijn te omvangrijk voor één voorganger met andere ambtsdragers en vrijwilligers. In de Anglicaanse traditie kent men in dat segment de kanunnik.

Het boek ‘Citykerken werken zo’ gaat over veertig jaar Laurenspastoraat in Rotterdam. Het is geschreven door Bert Kuipers, uitgegeven door Narratio Gorinchem en kost € 17,50.

Foto’s:
Bert Kuipers
Erasmus
Laurenskerk