Week van Gebed 2012: Secularisatie door een Poolse minderheidsbril

‘Mensen kunnen secularisatie negatief beoordelen, maar ik kies voor  een duiding waarbij ik secularisatie zie als een kans. De boodschap die geseculariseerde mensen uitzenden is er een van verlangen naar autonomie. Het christelijk geloof heeft zich wellicht zo vervormd dat het nodig werd om een beweging te vormen tegenover een al te zelfverzekerd christendom’.

Aartsbisschop Jeremiasz, president van de Poolse Raad van Kerken heeft een inleiding gehouden over secularisatie voor een bijeenkomst van de Europese Kerken (CEC) op 5 april in Warschau. Ieder jaar komen vertegenwoordigers van landelijke raden van kerken bij elkaar, dit jaar waren er 22 mensen van 14 raden bijeen in de Poolse hoofdstad. Hoofdthema vormde de vraag naar de secularisatie in diverse Europese landen. Over het algemeen wordt er zeer verschillend gedacht over secularisatie. Sommige raden van kerken – waaronder nogal wat landen uit Centraal-Europa – benadrukten het gevaar van een ‘anti-kerk’-houding. Anderen – vanuit Scandinavië en Groot-Brittannië – zoeken de samenwerking en het gesprek met geseculariseerde mensen.

Aartsbisschop Jeremiasz hield een opmerkelijk verhaal als inleiding, zeker als men bedenkt dat Jeremiasz tot de orthodoxe kerken behoort. Hij ziet de secularisatie als een noodzakelijke correctie op een al te makkelijk met macht omgaand christendom. Collegae van hem uit Roemenië zeggen dat die houding te maken heeft met het feit dat de orthodoxen in Polen een minderheidskerk vormen met een grote Rooms-katholieke meerderheid. In zo’n situatie kijk je gemakkelijker met meer kritiek naar de kerk, omdat je  zelf aan den lijve meemaakt dat de machtige kerk in je eigen land de minderheidskerken gemakkelijk over het hoofd ziet. De orthodoxen in Roemenië – zelf een meerderheidskerk – zullen niet zo makkelijk over secularisatie en macht spreken, omdat zij in hun land zelf veel macht hebben. De aartsbisschop in Roemenië beweegt zich met politiebegeleiding door de stad en geniet een groot aanzien.

Jeremiasz meent dat de bestaande theologie in Europa zich met veel bloed en geweld heeft moeten doorzetten, en daardoor is de theologie gecompromitteerd. Mensen in diverse landen hebben geprobeerd met hun geloof een christelijke staat op te zetten. Men vergat dat de staat slechts een voorlopige gestalte is en men werkte aan een inrichting van de samenleving waar de profeet Samuël al voor waarschuwt als het volk hem vraagt om een koning (1 Samuël 8). Dat het christendom zich toch heeft laten corrumperen met de macht, moet gecorrigeerd worden.

Jeremiasz meent dat ook het godsbeeld aangepast dient te worden. Voor de Poolse orthodoxe leider is de triniteit een goed voorbeeld van het recht doen aan de verscheidenheid. Hij herinnert aan Servius van Radius die in de veertiende eeuw een Triniteitskerk liet bouwen. Hij wilde daarmee de vorsten laten zien hoe God met pluriformiteit omgaat. Hij hoopte dat de vorsten daarin inspiratie zouden vinden om hun eigen tegenstellingen te overbruggen.

Jeremiasz ziet het accent op de triniteit niet als een probleem ten opzichte van de islam. Er bestaan toch al veel verkeerde voorstellingen van de islam, meent hij. Aanvankelijk hadden de moslims veel waardering voor de christenen, omdat de christenen met de heiligheid van God wisten om te gaan. De agressiviteit is gegroeid toen de westerse en Bijzantijnse vormen van christendom in de veertiende en de vijftiende eeuw zich gewelddadig opstelden. Het kolonialisme daarna heeft ook weinig goeds gedaan aan het toch al slechte imago van de christenen.

Op de vraag of de kerk niet steeds weer een machtsfactor dreigt te worden reageerde Jeremiasz met de opmerking dat er volgens hem twee wegen zijn om dit te voorkomen. Er is de weg van de monniken, die zich terugtrokken uit de samenleving. Alleen al in Egypte waren er destijds 60.000 monniken. Makarios uit Egypte maakte in de vierde eeuw de tweede weg duidelijk. Hij wilde graag iemand ontmoeten die meer wijsheid kende dan hij. Hij ging naar de stad en de overlevering wil dat de eerste persoon die hij ontmoette aan die verwachting zou moeten voldoen. Hij ontmoette een vrouw, die druk bezig was water te putten en de kinderen te verzorgen. Zij blijkt al haar gewone werk te doen als een christen.

Jeremiasz meent dat de oecumenische samenwerking in Polen beter is dan ze ooit geweest is. De verbetering trad in in de jaren zeventig, toen de kerk als een van de weinige instellingen in staat was mensen met elkaar te verbinden. Het systeem probeerde het geloof uit te bannen en de kerken hebben in gezamenlijkheid voorkomen dat dat gebeurde. De verhoudingen zijn sindsdien alleen maar beter geworden.