Van wie is ’t water?

Het kunnen beschikken over water behoort tot de mensenrechten. In het gezicht van Jorge Atilio (48 jaar) van de oecumenische  organisatie Koinonia is geen twijfel zichtbaar.

Hij reageert op de vraag die bij de Nederlandse Raad van Kerken al een tijdje in discussie is. Het Centraal Comité van de Wereldraad heeft zich er onlangs in positieve zin over uitgelaten. En Jorge Atilio Silva Jukemeli – zijn officiële naam – is het er mee eens. Als functionaris van Koinonia die zich inzet voor de basisrechten van minderbedeelden heeft hij er vanuit zijn kantoor in Rio de Janeiro direct mee te maken. Hij geeft een vertegenwoordiger van de Nederlandse Raad van Kerken desgevraagd een idee van hoe men in Brazilië tegen dergelijke wereldomvattende vragen aankijkt.

‘Water is essentieel voor alle leven. Dus moet ieder er gratis en in voldoende mate over kunnen beschikken’. Volgens wetenschappers is onder de grond in het grensgebied van Brazilië, Argentinië en Paraguay de grootste zoetwatervoorraad ter wereld te vinden. Bedrijven uit bij voorbeeld Frankrijk en de Verenigde Staten, onder wie Coca Cola, spelen er op in door de rechten van allerlei bronnen op het Latijns-Amerikaanse continent op te kopen. Ze zien de aankoop als investering voor de toekomst. Het is een goede zaak, meent de Braziliaan, als kerken uitspreken dat de toegang tot dergelijke basisvoorzieningen uiteindelijk niet beheerst wordt door degene die er het meeste geld voor geeft, maar een recht is van een ieder.

Jorge Atilio zet zich met zijn collegae in voor recht en gerechtigheid in zijn geboorteland. Koinonia, een kleine organisatie met zeven formatieplaatsen, maakt zich sterk voor de mensen in de sloppenwijken (favelas) en voor de kleine boeren op het platteland.

In de regio Pernambuco, het achterland van Recive in het noordoosten van Brazilië, strijden talloze kleine boeren met stukjes grond van amper anderhalve hectare voor hun rechten. Dat valt niet mee in een gebied waar grote ondernemingen op industriële wijze massaal land gebruiken voor de productie van soja, vooral bedoeld voor als grondstof voor de vleesproductie van rijke industrielanden. Koinonia helpt de mensen bij de procedures om hun grond te behouden en organiseert bijeenkomsten om het politieke bewustzijn te onderbouwen. ‘De jonge boeren voelen zich daardoor minder slachtoffer, en meer agenten van de rechtvaardigheid’.

Koinonia wil een oecumenische organisatie zijn. Jorge Atilio, die ooit promoveerde op het werk van Habermas en Freire, en zijn collegae geven daar een interreligieuze invulling aan. In de vorige eeuw richtte de kritiek zich nogal eens op de Rooms-Katholieke Kerk, die zich als meerderheidskerk (75 procent van de bevolking is rooms-katholiek) weinig inschikkelijk opstelde en die door de sterk groeiende evangelicale stroming op onder meer theologische gronden werd bekritiseerd. Die binnenkerkelijke tegenstelling is nu minder prominent aanwezig. De laatste jaren richt de focus zich meer op de Afrikaanse invloeden op de religie. In feite valt de religieuze apologetiek samen met het aanwezige racisme in de toch als multi-culturele en multi-etnische meltingpot bekend staande samenleving, die Brazilië heet te zijn. ‘De zwarte mensen waren destijds goed genoeg om een fundament onder de economie te leggen, maar nu worden ze al te gemakkelijk als tweederangs burgers gezien’, aldus Jorge Atilio.

Koinonia spant zich in om de diverse kerken en religies met elkaar in gesprek te brengen. Doel is onder meer om samen de mensenrechten te dienen. ‘We hebben daarvoor een stuk of vijf oecumenische jeugdgroepen gevormd, die de campagne tegen racisme en religieuze intolerantie steunen’. Kerk in Actie onderhoudt relaties met Koinonia. Koinonia wordt gesteund door diverse kerken in het buitenland, onder meer uit Canada en Noorwegen.

Foto:s:
Beeld van de Amazone-deltamonding
Jorge Atilio
Armoede naast sterk groeiende rijkdom