Wel christen, geen kerk

Mgr. Gerard de Korte, ds. Arjan Plaisier en ds. Peter Sleebos hebben voor de EO-televisie op 19 februari gesproken over de oecumene. Ze gingen op de onderlinge verbindingen in voor het programma ‘Door de wereld’. Hoewel het onderwerp oecumene maar een paar minuten in beslag nam, deden de voorlieden enkele opmerkelijke uitspraken.

De Protestantse Kerk is niet een kerk, maar een kerkelijke gemeenschap, liet bijvoorbeeld mgr. Gerard de Korte weten. Maar ook: Leden van de Reformatie zijn wel christen.Andries Knevel vroeg de bisschop van Groningen – Leeuwarden of hij de Protestantse Kerk als kerk zag. Heel voorzichtig binnensmonds bijna zei De Korte ‘nee’. ‘De kerken van de Reformatie worden kerkelijke gemeenschappen genoemd’, citeerde hij het tweede Vaticaans Concilie. De vragen rond ambt en sacramenten zijn te groot om georganiseerde protestanten als kerk te betitelen. Volgens de bisschop moet er eerst nog maar eens verder gediscussieerd worden over de vraag wat een kerk tot een kerk maakt. Het thema maakte veel discussie los, toen mgr. Gerard de Korte een soortgelijke uitspraak deed in de Leeuwarder Courant aan het begin van zijn bisschoppelijke loopbaan.

De Korte zei de protestanten en evangelischen wel weer als christenen te zien. ‘Daar is geen discussie over’. En : ‘Dat idee dat de ander  geen christen is is echt een gepasseerd station’. En: ‘De tijd van papen en ketters is voorbij. We zijn nu gewoon broeders en zusters’. En sprekend over onder meer het verschil in liturgie en eucharistie sprak hij over ‘verschil van nestgeur’.

Ook dr. Arjan Plaisier, lid van het moderamen van de Raad van Kerken, benadrukte de onderlinge herkenning van christenen. ‘Het zou bederf zijn van het beste als christenzijn alleen met de eigen traditie wordt geïdentificeerd’. Christus verbindt christenen met elkaar, meent de voorman van de PKN, die sprak over: ‘Je zou haast kunnen zeggen dat we tot elkaar zijn veroordeeld’. Wat het doel van de oecumene betreft gaf hij aan dat het voor hem niet ‘koekoekseenzang’ hoefde te worden of ‘een grijze ketel’. Een belangrijke uitspraak, omdat er in oecumenische kring nog altijd discussie is over de vraag of men de eenheid van de kerken wil bewerkstelligen of genoegen neemt met respect voor de ander in zijn of haar eigenheid. Plaisier wilde de klop op de deur serieus nemen. ‘Ik kan me er niet bij neerleggen dat de christenen gescheiden zijn’. Op de vraag van Knevel of dat ook voor het bisschopsambt geldt, gaf Plaisier aan dat die materie ‘taaier’ ligt.

Ds. Peter Sleebos was de derde kerkelijke voorman die werd geïnterviewd. Knevel benadrukte dat er  langzaam meer begrip voor de pinksterchristenen is gekomen. De Korte zei dat er inderdaad vanuit het verleden weinig contacten zijn geweest. En Plaisier gaf toe dat er ten onrechte wel eens wat was neergekeken op de evangelicalen. Beiden waardeerden het persoonlijk getuigenis van de pinkstergelovigen. Wat protestanten betreft, zag evenwel Plaisier de roep tot geloof toch vooral via de kerk komen. Plaisier: ‘Een pinksterman zal al gauw zeggen: ‘God riep me en toen ging ik’. Ik als protestant zal zeggen: ‘De kerk riep mij’’.

Foto: mgr. Gerard de Korte

Wilt u de voorlieden zelf horen en zien? Klik voor uitzending gemist hier