Grand Rapids

Maaike de Reuver, één van de ambassadeurs van de Raad van Kerken, bezocht de WCRC (World Communion of Reformed Churches) in Grand Rapids. Op verzoek van het bureau van de Raad kijkt ze nog even terug.

Inmiddels ben ik alweer ruim twee maanden terug vanuit Grand Rapids, Amerika, waar ik vier weken was voor de fusie van de `World Allicance of Reformed Churches` en de `Reformed Ecumenical Council`. Deze twee organisaties gaan vanaf juni 2010 samen verder als de `World Communion of Reformed Churches`. Terugkijkend op deze vier weken stel ik mijzelf nu de vraag: Wat heeft deze trip mij gebracht en geleerd en wat kan ik doen met de kennis die ik in die tijd heb opgedaan?

Allereerst heb ik in deze vier werken een intensieve spoedcursus `geschiedenis van de oecumene` gekregen. Grappig dat niet alleen Nederlanders, maar studenten van over de hele wereld moeite hebben met (het uitspreken van) dat woord, `oecumene`. Het praten en nadenken over een religieuze eenheid heeft mij veel aan het denken gezet. Ook na terugkomst in Nederland praat ik daar met verschillende mensen over. Want hoe kun je met zoveel verschillende mensen en culturen toch een eenheid zijn? Deze vraag en de gesprekken die ik hierover heb gevoerd met verschillende mensen, zowel in Amerika als in Nederland, hebben mij doen besluiten volgend jaar een master `interreligieuze theologie` te gaan volgen.

Ten tweede heb ik een kijkje mogen nemen in de wereld van de protestantse kerk op wereldniveau. Vanuit vrijwel ieder land waren er in Grand Rapids personen aanwezig die op nationaal niveau een belangrijke functie vervullen binnen de protestantse kerk. Indrukwekkend om al deze mensen bij elkaar te zien en met elkaar in dialoog te horen gaan. Daar waar ik was, waren vrijwel alle protestantse kerkleiders van de wereld aanwezig; en ik mocht gewoon naast ze aan de ontbijttafel zitten, hoe vet is dat!

Ten derde, naast alle andere fantastische (Amerika)ervaringen die te veel zijn om hier te benoemen, heb ik toch wel het meeste geleerd van mijn medestudenten. Met een groep van 50 studenten, werkelijk overal vandaan, zijn wij vier weken lang intensief met elkaar omgegaan. Iedere punaise op de foto staat voor het thuisland van een of meerdere van mijn medestudenten. Ieder van hen bracht een eigen verhaal mee, een eigen cultuur, een eigen perspectief. Wat bijzonder dat wij met zo`n grote en diverse groep zo hecht konden worden in zo`n korte tijd en zoveel van elkaar konden leren. De vele gesprekken die wij met elkaar hebben gevoerd, zal ik niet snel vergeten. De benaming `groep` werd na twee weken ingeruild voor de term `familie`. Met deze familie heb ik gelachen, we hebben met elkaar een biertje gedronken (stiekem op het dak van de campus), we hebben met elkaar gestudeerd, gedanst, gebeden, gevoetbald, gehuild, gezongen, gegeten; kortom: we hebben met elkaar genoten van vier onvergetelijke weken!

Maaike de Reuver
Amsterdam, 08 september 2010