Nederlanders kleuren Taizé

Er zijn veel Nederlanders dit jaar in Taizé. Meer dan in andere jaren. Het mogen dan de ‘Dutch weeks’ zijn begin mei, in de regel houden de Duitsers, Zweden en Nederlanders elkaar qua aantal redelijk in evenwicht. Maar dit jaar is dat anders. Het zijn vooral Nederlanders die de Bourgondische heuvels hebben opgezocht. We bezoeken de Taizé-gemeenschap in Frankrijk en kijken en passant of men veel reclame maakt voor de Europese jongerenontmoeting. Zou de internationale ontmoeting eind 2010 in Rotterdam zijn slagschaduw vooruit werpen? De vrijwilliger, die de gasten bij de receptie welkom heet, moet het antwoord schuldig blijven.

Om toch een idee van service te geven wijst hij op het fotootje op de balie, waarop de naam Rotterdam prijkt. Op de vraag of er meer informatie is over 010 knikt de jongen naar de deur tegenover zijn chaletje, waar je inlichtingen kan vragen. We gaan er heen en een dienstvaardige monnik doet het woord. Of er informatie over Rotterdam is? Hij pakt een kleine folder van een stapel en duwt hem de bezoekers in handen. Zoals alles hier is het een papiertje zonder veel franje. De monnikengemeenschap wil eenvoudig leven, dus is ook de reclame simpel en bescheiden. Wie grote aanplakbiljetten verwacht van Rotterdam of wervende video’s kan bij de wereld te rade gaan. De Taizé-communiteit leeft toch vooral van de mond-op-mond-reclame die de bezoeker moet informeren over de Europese jongerendagen in de havenstad. De enige reclame die men in posterformaat op het Franse territorium vindt, is de melding dat er 1 miljoen bijbels worden verspreid namens de Taizé-gemeenschap in China.

Er zijn dit jaar verschillende dominees met Nederlandse groepen in Taizé. Ds. Gert Landman uit Den Bilt loopt er rond met een alpinopet zwierig op het hoofd. En de studentenpastor, tevens voorzitter van de Raad van Kerken in Fryslan is er; ds. Rein Veenboer. En ds. Gerrit Huiskamp. Ds. Veenboer kondigt aan in de zomer met meer groepen te komen. Er worden veel Nederlandse bezoekers verwacht dit jaar, weet een vrijwilliger. Het is voor velen tegelijk een voorbereiding op de Europese Jongerenontmoeting tussen kerst en Nieuwjaar.

Nederlandse tekst

De gemeenschap in Taizé kent drie publieke diensten per dag. De middagdienst van deze dag loopt langzaam vol. Vanuit diverse ingangen schieten de bidlustigen naar binnen. Sommigen lopen langs het doopvont dat bij één van de ingangen staat met daarnaast een lessenaar, waarop de bijbel voorkomt in vier talen, vooraan Hebreeuws en Grieks. De bijbel ligt open op psalm 133; over de liefde van de christelijke gemeenschap; een lofprijzing op de zegen die uitgaat van een broederlijke gemeenschap die in eenheid bij elkaar is. Meer dan duizend voornamelijk jonge mensen zitten uiteindelijk op hun knieën of billen langs de looppaden. Ook de monniken druppelen binnen. Misschien niet alle negentig, maar zeker zestig van hen nemen plaats in het midden. Ze gaan voor in de liturgie en wisselen elkaar af in het Frans, het Duits, het Engels en zelfs het Nederlands komt aan bod als broeder Rob, die ook de voorbereidingen in Rotterdam helpt verzorgen, enkele van de teksten in het ABN leest. Na de stilte klinkt er een Nederlands lied; 151 ‘Iedere nacht verlang ik naar u, o God’. Er volgen een paar woorden die gaan over ons mensen, die in hun transparantie God zichtbaar maken. Een vriendelijke boodschap is het.

Buiten op het terrein is het nat. De temperatuur houdt niet over. De verschillende bezoekers hebben zich opgesplitst in tientallen discussiegroepen. Aanplakborden laten zien dat stevige thema’s niet worden geschuwd. Over de betekenis van de incarnatie. En over hoe je mensen kunt bijstaan die het moeilijk hebben.  In de shop kopen enkele Nederlandse gasten presentjes voor thuis. Een cd, een schaal, een icoon. Teksten maken duidelijk dat het geld niet voor de monniken zelf is. Zij leven in armoede. Eventuele gelden gaan naar de armen. Zelfs erfenissen van de broeders komen daar terecht. De broeders voorzien zelf in hun onderhoud. 

Broeder Roger

Het dorpje Taizé telt nog geen tweehonderd mensen. Het kerkje heeft de stijl van de monnikengemeenschap geadopteerd. Vlak bij de ingang ligt het graf van broeder Roger, de stichter die zo triest aan het eind van zijn leven kwam. Hij heeft de gemeenschap in 1940 opgezet, nadat hij als Zwitserse gast een huis had gekocht aan de boorden van de rivier de Saone. Op zijn eenvoudige graf liggen steentjes van mensen die zijn rustplaats hebben bezocht. Vermaard is het verhaal van zijn bezoek aan Rome. Toen hij aan de communie wilde deelnemen was het de paus zelf die hem de eucharistie uitreikte, hoewel hij van oorsprong protestant is. In de kerk heerst de stilte die ook de crypte onder de Verlossingskerk van de communauté beheerst, aangevuld met roodgeel walmende kaarsengloed en een icoon in een nis voorin de kerk.

Het is een drukte van belang bij het centrale uitgeefpunt van voedsel tijdens de maaltijd volgend op het middaggebed. De maaltijd is zoals altijd eenvoudig en voedzaam. Bonen, brood en een plastic hoesje waaronder men een Danone-toetje vermoedt. Maar dat is schijn. ‘Getverdemme’, zegt één van de jongeren, ‘Het is appelmoes. Wie wil het?’ Op diverse plaatsen groeperen de jongeren zich met een bordje op de schoot. Ze praten met elkaar. Sommigen klonteren samen in een tent. Anderen vinden het te koud n de mei-regen en kiezen voor een driehoekje van banken in een van de barakken.

Cluny

We passeren enkele liftsters als we wegrijden bij Taizé. ‘Waar willen jullie heen?’. ‘Maakt niet uit, naar Macon om boodschappen te doen of naar Cluny om de kerk daar te bezoeken’. ‘Je kan mee tot Cluny’. ‘Gaan jullie deze winter ook naar Rotterdam?’ De meisjes halen de schouders op en ze stappen even later uit bij het bord dat de kerk van Cluny dit jaar 1100 jaar geleden werd gesticht. De meisjes bezoeken de tegenhanger van wat Taizé wil zijn. Cluny staat voor de invloedrijke middeleeuwse kerk. De benedictijner monniken van Cluny waren op het hoogtepunt van hun macht in de Middeleeuwen de biechtvaders van belangrijke vorsten in Europa. Die macht is lang geleden afgekalfd. Wat rest is een groep van gebouwen met ruïnes die in het verlengde van het plein zichtbaar zijn. Het silhouet vormde de grootste kerk ter wereld voordat de St. Pieter verrees. Bouwvakkers proberen de vergane glorie op te poetsen. Nog ingepakte stoelen bij de zuilengang van Galilea laten vermoeden dat het eeuwfeest groots zal worden gevierd. Of er ook zoveel jongeren zullen komen als in Rotterdam is twijfelachtig. Oecumene – ook al gebruikt men dat woord misschien niet – , spiritualiteit en vooral vitaliteit spreken nu eenmaal meer aan dan hang naar macht, een romantiserende blik en een niet meer bekende paus Innocentius de Vierde.

Klaas van der Kamp schreef dit verslag naar aanleiding van een bezoek aan de Taizé-gemeenschap. Hij legde eerder het antwoord vast dat broeder Rob gaf op de vraag waarom de gemeenschap naar Rotterdam komt. Klik hier voor dat antwoord.

Foto’s:
Ds. Gert Landman
Jongeren die napraten na het middaggebed in de kerk
Beperkt reclame voor Rotterdam bij de receptie
Het graf van broeder Roger
Studenpastor ds. Rein Veenboer met achter hem een affiche over de verspreide bijbels in China
Jongeren belast met corvee
Kapel op het terrein van de gemeenschap