Kanskaart voor armen

In Friesland werkt een coalitie tegen de armoede nu een jaar met een zogenaamde kanskaart. Op zo’n kanskaart staan allerlei voorzieningen waar mensen met een minimuminkomen gebruik van kunnen maken. Vrijwilligers gooien de kaart huis-aan-huis door de brievenbus en een paar dagen later belt men aan, voert men een gesprekje en haalt men de kaart weer af. 

De gemeente Skarsterlan heeft als eerste de kanskaart ingevoerd. Inmiddels is ook een begin gemaakt met de kanskaartactie in het noordoosten van Friesland. De actie levert vele tientallen contacten op met mensen die verder geholpen worden. Ze krijgen professionele adviezen om gebruik te maken van die voorzieningen waarop ze wettelijk recht hebben. 

Pieter Vos, gemeenteconsulent in het noorden voor de Protestantse Kerk in Nederland vertelde dat tijdens een ontmoeting van de Arme Kant van Flevoland op 25 maart in Lelystad. Hij liet de aanwezigen zien hoe in Friesland de coalitie tegen de armoede steeds nieuwe bondgenootschappen weet te sluiten. Gezamenlijk heeft men afgelopen december de gemeenten aangeschreven en gevraagd om iets extra’s te doen in de feestmaand voor de lage inkomens, zoals dat ook bij bedrijven gebruikelijk is. Diverse gemeenten hebben het beleid dienovereenkomstig aangepast, al zijn er ook gemeenten die vinden dat het inkomensbeleid tot het terrein van de landelijke politiek behoort. 

Vos noemde diverse mogelijkheden voor diakenen om het armoedebeleid uit te bouwen. Hij wees op het benoemen van de problematiek in de eredienst, op publicaties en op het stimuleren van de gemeentelijke overheid. 

Klaas van der Kamp ging vanuit de Raad van Kerken in op het landelijke beleid van de kerken. Hij stelde het thema ‘roep om gerechtigheid’ centraal. Hij wees op de tijdsgeest, waarin de  marktwerking religieuze proporties heeft aangenomen. De vraag of inkomensverhoudingen rechtvaardig zijn staat bij weinigen op de agenda. De groei van het aantal voedselbankbezoekers met vijftig procent in een jaar tijd, de verslechterde arbeidssituatie voor jonge mensen, de eenzijdig financiële discussie over de AOW-leeftijd zijn even zo vele voorbeelden, meent de algemeen secretaris, van de noodzaak om de vraag naar gerechtigheid hernieuwd op de agenda te zetten. 

Hij citeerde Tjeenk Willink die wees op de eenzijdigheid van het marktdenken. Hij noemde het de taak van diakenen om invulling te geven aan een verantwoord burgerschap. ‘In vele gevallen ben je als diaken daarin de tegenspreker van een ontspoorde publieke moraal’.