Biebel lösdoon wiezen doad

”n Biebel vertalen is ’n karwei van betaansie. ’n Biebel lösdoon is nen wiezen doad.

’n Biebel leazen is ’n vernemstig weark. Noar ’n biebel leaven dat geet der met strieken’.

Dat staat op een boekenlegger die Anne van der Meiden uitreikte aan de bezoekers van de presentatie van de Twentse Bijbel, vrijdag 30 oktober in Enschede.

Dr. Anne van der Meiden legde uit dat juist de streektaal dicht bij het hart komt van de mensen. Daardoor spreekt het mensen aan op een intieme wijze, die de algemene Nederlandse vertaling niet weet te bereiken. Om dat te onderstrepen, bracht Herman Finkers tijdens de bijeenkomst psalm 131 in het Twents ten gehore; daarnaast waren er versies van psalm 121 in het Drents en het Gronings. 

Drs. CeesJan Visser, directeur van het Nederlands Bijbelgenootschap, hield een korte toespraak bij de presentatie. Hij stelde vast dat de belangstelling voor culturen als het Twents was toegenomen naar mate Europa meer een eenheid is geworden. De bijbel in de streektaal heeft inmiddels zijn eigen plaats gevonden bij de lezers; dat blijkt uit de talloze deeluitgaven die er zijn verschenen in onder meer het Stellingwerfs, het Spakenburgs, het Sittards en het Urkers. Het bijbelgenootschap maakt zich sterk voor het begeleiden van deze streekuitgaven en geeft adviezen om de bijbelvertaling tot een verantwoord niveau te begeleiden.  Het heeft geleid tot drie complete bijbelvertalingen in de streektaal. De Friese bijbelvertaling kwam uit in 1943, het Gronings in 2008 en het Twents nu compleet in één band in 2009. 

Drs. ing. Klaas van der Kamp overhandigde namens de Raad van Kerken het eerste exemplaar van de nieuwe bijbel aan mevr. Han Hottenhuis. Zij heeft als corrector veel werk verricht voor de vertaling en haar vorig jaar overleden man was eveneens sterk betrokken bij de Twentse taal. Van der Kamp noemde als belang van de Twentse vertaling de vaardigheid om door de dogmatiek heen weer mensen levendig te raken en opnieuw de tekst te laten incarneren. Hij noemde als voorbeeld begrippen als ‘verzoening’ en ‘genade’ die in het Twents zijn weergegeven als ‘deurdoon’ en ‘good wean’. 

Van der Kamp citeerde Willem Wilmink die het eigene van de Twentse taal ooit verwoordde in een gedicht: Hij speelt met de begrippen van ‘sterven’ in respectievelijk de Nederlandse en de Twentse taal. Wilmink:  ‘In ’t Nederlands is iemand doodgegaan. / Over zijn reis wordt nooit meer iets vernomen. / In het Twents is iemand uit de tijd gekomen, / Dus je weet zeker: hij kwam veilig aan.

Foto:
Boven CeesJan Visser
Onder Anne van der Meiden

Herman Finkers leverde ook een bijdrage aan de presentatie. Hij las psalm 131 in het Twents en hij zong een Alleluja voorafgaand aan de evangelielezing. Wie zijn bijdrage wil zien en horen kan op YouTube het filmpje ‘Finkers en de Twentse Biebel’ bekijken; http://www.youtube.com/watch?v=Cr9r8Yk6eN4