Tesjoevah nodig in crisis

De economische crisis heeft  nog niet geleid tot een omkeer in het denken. Dat stelt drs. ing. Klaas van der Kamp, algemeen secretaris van de Raad van Kerken, op de opiniepagina van het Nederlands Dagblad van 11 juli. Hij pleit voor een andere manier van denken. Hij schrijft: 

De gemiddelde Nederlander is in de ban van het consumeren. Je merkt het als je aan iemand de weg vraagt. Deed je dat veertig jaar geleden, dan zei een voorbijganger: ‘Richting Grote Kerk, rechtsaf. Voorbij de synagoge links’. De welwillende passant legt nu diezelfde bestemming uit met: ‘C&A voorbijlopen. En dan bij H&M rechts’. We denken in consumptietermen. Een kledingstuk is na een jaar uit de mode. De aankopen van de buren hebben een ongelovige aantrekkingskracht op ons. Als een koning Achab begeren we de wijngaard van Naboth. 

Op een bepaalde manier zitten niet alleen de consumenten, maar ook de ondernemers opgesloten in dit systeem. Als je een stapel brieven hebt, pak je in een non-profit-organistie de onderste brief. Dat is rechtvaardig. De schrijvers van die brief wachten al zo lang op antwoord. Als je voor een bedrijf werkt, pak je die brief uit de stapel die je het meeste geld oplevert. Ondernemers denken voor alles in termen van winst en daarna pas in termen van rechtvaardigheid. Hun professionaliteit geeft hen dat in. En het feit dat we in een economische crisis zijn beland, brengt hen niet tot andere gedachten. Ze hameren met nog meer kracht op het aambeeld van de mammon. De enige kritiek die ze toelaten is hoogstens een verwijt naar enkele bankiers, die al te ruig met onze tegoeden hebben omgesprongen. 

Zou het zo eenvoudig zijn? Of zouden we op een hele andere manier met onze voorraden, gelden en de wereld moeten omgaan? Ik vermoed dat we niet een beetje moeten aanpassen, maar dat we andersom moeten denken: een andere levensinstelling kiezen, andere prioriteiten leggen. Het gaat om wat de joden noemen ’tesjoevah’ (omkering). Omkering wil in dit geval zeggen dat je het systeem ter discussie durft te stellen. De joden hebben de gewoonte op Yom Kippoer (Grote Verzoendag) om het boek Jona te lezen. Dat gaat over omkeren. Het boek heeft het over ‘120.000 mensen die het verschil tussen links en rechts niet kennen’, die zich hullen in boetekleding. Ze strekken zich uit naar het licht, zoals een boom zich uitstrekt naar de zon. Ze kiezen een andere insteek. ‘Toen God zag dat zij inderdaad anders begonnen te leven, kwam hij terug op wat hij gedreigd had hun aan te doen’, zegt de schrijver. 

De financiële crisis zet zich door. We kennen de consequenties inmiddels niet alleen uit de krant, bij ons in de straat zijn de eerste ontslagen gevallen. Een enkele auto blijft voor de deur staan. De bewoner fietst geregeld naar de bibliotheek om de personeelsadvertenties door te nemen. En ik ben het thema van de recessie inmiddels enkele keren tegengekomen bij jeugddiensten. ‘Geen economische crisis, maar een geloofscrisis’, zei een voorganger. Het is wat kort door de bocht. Toch ben ik er wel content mee. Want het opent de deur naar een massievere insteek: we moeten niet een beetje aanpassen; we moeten anders in het leven komen te staan. We kunnen daarin oefenen op de zondag. Als oase van rust. Als ontwenningsmoment voor al te gretige consumptie en al te gulzig ondernemerschap.