Apartheid universeel begrip

Het racisme neemt toe. Zelfs optimisten kunnen er niet omheen. Discriminatie op grond van huidskleur, ras of religie is op alle continenten aanwezig. ‘In de jaren ’60, ’70 en ’80 beperkten we ons tot de strijd tegen apartheid in Zuid-Afrika’, zei Baldwin Sjollema, de eerste directeur van het PCR-programma van de Wereldraad bij de lustrumviering in Doorn. ‘Vandaag de dag is apartheid een globaal bekende uitdrukking geworden voor mensen die gedwongen worden hun moederland te verlaten’. 

Sjollema laat daarmee de impact van het probleem zien. Geen wonder dat de Wereldraad het 40-jarig bestaan van het programma Programme to Combat Racism nadrukkelijk viert. Nederland is uitverkoren om enkele kerkdiensten en een conferentie te organiseren, zodat de herinnering en de strategie beiden een plaats krijgen. Eén en ander heeft zijn beslag gekregen in een bijeenkomst met zo’n zestig mensen van over de hele wereld in Doorn, van 14 tot 17 juni 2009. 

Tijdens de bijeenkomst van de Wereldraad komt de omvang van de problematiek in alle duidelijkheid naar voren. Ds. Anderson Jeremiah laat horen hoe miljoenen Dalits als lage kaste in India worden vernederd, vertrapt en verkracht. Nicolette Bobe vertelt het verhaal van de Roma’s die zwervend over het Europese continent van pleisterplaats naar pleisterplaats worden verdreven. En Nora Carmi herhaalt het getuigenis dat ze eerder bij diverse kerkleiders in West-Europa heeft gehouden. Over Palestijnen die niet meer welkom zijn in hun geboorteplaats Jeruzalem. Over landgenoten die weliswaar belasting betalen, maar zijn uitgesloten van allerlei waterrantsoenen en bouwvergunningen in Israël. En over het gebrek aan religieuze tolerantie voor de christelijke minderheid in het Beloofde Land. De Nederlandse directeur van Inlia John van Tilborg laat zien hoe Fort Europa familieherenigingen bemoeilijkt. En de kleurrijke Antionio vertelt met welke vooroordelen je te maken krijgt als Afro-Braziliaan.

Paraplu

Al met al maken al die getuigenissen het er voor de Wereldraad niet eenvoudiger op. Juist door de onbarmhartige omvang van het probleem is het lastig een concrete toespitsing te maken. De conferentie in Doorn, bedoeld om de strategie voor de komende jaren te formuleren, zoekt het dan ook in eerste instantie in conceptuele analyses. De in Congo geboren en in Zwitserland wonende dr. Kanyana Mutombo noemt racisme een paraplu voor onder meer raciale discriminatie, xenofobie en intolerantie.  Dr. Loretta J. Williams, directeur van het Gustavus Myers Centrum in Boston, typeert de huidige samenleving als een ‘marktfundamentalisme’. Mensenrechten mogen daarin formeel geregeld zijn, de wetten zijn nauwelijks geïmplementeerd. Er is weinig echte solidariteit. Het individualisme overheerst.

Tijdens de conferentie leidt dat nog tot een – ware het niet zo’n gewichtig thema – haast humoristische dialoog. Eén van de ambassadeurs van de Dalits beklaagt zich over het openbaar vervoer in India. Als Dalit word je daar verdreven van de betere plaatsen. Tot zijn ergernis maakte hij tijdens een bezoek in Europa mee dat mensen ook al niet naast hem wilden zitten. Een Europeaan legde uit, dat zoiets niet noodzakelijkerwijs te maken hoeft te hebben met discriminatie maar gewoon kan duiden op het individualisme wat Europeanen eigen is. Zo behandelen Europeanen ook elkaar.  

Odysseus

De conferentie zou geen bijeenkomst van de kerken zijn als ook de theologie niet ruimschoots aan bod zou komen. Hans de Wit, theoloog van de VU, citeerde uitvoerig de joodse filosoof Levinas, die de waarde van de ander en het belang van de ontmoeting onder woorden bracht. Volgens Hans de Wit is er een wezenlijke tegenstelling tussen de jood Abraham, die Ur verlaat en tot in Kanaän toe een vreemdeling blijft; en de griekse held Odysseus, die na veel omzwervingen thuiskomt in zijn vaderland. De vertelling van Odysseus heeft iets van egoïsme en het behoud van eigen identiteit, terwijl het verhaal van Abraham net als het verhaal van Mozes uitgaat van een openheid tot het einde toe. Mozes komt niet in het beloofde land, alles wat hij doet om het beloofde land te bereiken doet hij voor anderen. 

Hans de Wit vertelde vervolgens dat de kerk volgens hem haar verantwoordelijkheid moet nemen. Het christendom is de meest multiculturele godsdienst die er bestaat. Daar moet de kerk haar voordeel mee doen. Hij noemde angst, gebrek aan kennis, het idee dat er maar één uitleg is en de pretentie zelf eigenaar te zijn van de openbaring als mogelijke gevaren die uiteindelijk de uitsluiting en het racisme weer in de hand kunnen werken. 

Eigen situatie

Hij sloot daarmee aan bij wat dr. Anthony Reddie, een Engelse theoloog gespecialiseerd in de zwarte theologie, naar voren bracht. Reddie vertelde dat  bevrijdingstheologen zich nogal eens spiegelen in het verhaal van de exodus. Maar even doorlezend zei Reddie zie je dat hetzelfde joodse volk dat zich onder de slavernij uitwerkt zelf onderdrukker wordt van allerlei andere inheemse volkeren. Het bracht hem tot de conclusie dat je ook altijd je eigen situatie en je eigen manier van lezen meebrengt als je een bijbelverhaal leest. Je moet je altijd onder kritiek blijven stellen. Zo hebben de christelijke kerken altijd kritiek nodig, omdat ze gemakkelijk de neiging kunnen hebben zichzelf als blank te typeren en daarbij voorbij te gaan aan de eigen oorsprong die Joods is en niet westers.  

De theologische discussie zit daarmee bij één van de thema’s die vaak terugkeren als theologen zich over een item buigen: namelijk bij de vraag naar het gezag dat men toekent aan de bijbel zelf of nauwkeuriger gezegd: het gezag dat men toekent aan de eigen interpretatie. ‘Er zijn net zoveel interpretaties als er lezers zijn’, verwoordde Hans de Wit. ‘Want iedereen brengt de eigen context in bij het lezen van de tekst’. Hij pleitte dan ook voor een interraciale manier van bijbellezen, dus het ruimte laten voor een ieder om het eigen levensverhaal te spiegelen in het verhaal van de bijbel. De Wit citeerde het verhaal uit het evangelie van Johannes. Als Jezus bij de bron komt vraagt hij aan een Samaritaanse vrouw: ‘Geef me iets te drinken’. Dat is een vraag van hem waarbij hij impliciet vraagt om uit haar vieze beker te mogen drinken. Hij doorbreekt daarmee een grens tussen twee werelden. Hij breekt raciale tegenstellingen af met deze ene ontwapenende vraag.

Lobbywerk

Prof. Barney Pityana, ook een oud-directeur van het PCR-programma, ging in op het succes tijdens de anti-apartheidsinzet. Hij relativeerde die inzet. Lang niet alle kerken steunden het programma. Maar door een goede analyse die niet beperkt bleef tot een enkel signaal lukte het langzamerhand om de kerken tot andere gedachten te brengen om uiteindelijk met andere bondgenoten ook het systeem in Zuid-Afrika te veranderen. Daarbij speelde niet alleen de theologie een rol, maar ook het lobbywerk bij de grote bedrijven en de regeringen van de landen die veel handel dreven met Zuid-Afrika. En er waren internationale ontmoetingen waar kerkleiders van diverse landen steun betuigden aan de apartheidsstrijders. 

Sjollema wees bij wijze van conclusie in zijn bijdrage de weg die de kerken verder hebben te bewandelen bij de groeiende apartheid. Hij noemde daarbij als centraal begrip ‘gastvrijheid’. De uitslagen van het Europese parlement maakten die keus nog duidelijker. Hij woord ‘gastvrijheid’ komt van het Latijnse woord ‘hostis’, wat zowel ‘gast’ als ‘vijand’ kan betekenen. Het maakte volgens Sjollema duidelijk dat gastvrijheid geen onschuldig tijdverdrijf is. Het discipelschap kan betekenen dat men als christen minder welkom is onder de eigen geloofsgenoten. 

Ronddolend

De notie van de gastvrijheid is evenwel diep ingebed in de joodse en christelijke traditie, meende Sjollema. Abraham staat bekend als een ‘ronddolende Aramaeër’ (Deut. 26,5). En het Nieuwe Testament laat zien dat Christus zich uiteindelijk openbaart in de hongerigen, de zieken en de vreemdelingen (Matt. 25: 35-40). Gastvrijheid is uiteindelijk geen filantropie, meende de oud-directeur, het is een recht en een opdracht. Het verwees naar het nieuwe Jeruzalem, waarvan de poorten niet kunnen worden afgesloten met deuren, omdat ze eenvoudigweg ontbreken.

Op de linkerkolom van deze website (No to racism) kan men doorklikken om enkele inleidingen te lezen die tijdens de conferentie zijn gehouden. Het zijn Engelstalige bijdragen.

Foto’s:
1. Antonio Olimpio de Sant’Ana uit Brazilië
2. Nora Carmi uit Palestina
3. Hans de Wit uit Amsterdam
4. Nicoleta Bobe uit Roemenië
5. Anderson Jeremiah, pleitbezorger voor Dalits uit India