Nieuwe kansen oecumene

‘Maatschappelijke verandering hangt in de lucht. In de politiek, in bedrijven en onder mensen tekent zich een tendens af richting duurzame ontwikkeling en aandachtig leven. Laten we daarom dit moment aangrijpen en de oecumene nieuw leven inblazen om er weer een beweging van betekenis van te maken’. Aan het woord is dr. Albert Jan Stam, predikant in Leusden, onlangs gepromoveerd op een oecumenisch onderwerp. Hij legt uit: 

‘Haal de oecumene weg bij de officiële kerken waar het institutionele al te zeer een belemmering vormt voor het samen op trekken, laat klassieke thema’s als doop, eucharistie en het ambt eens voor wat ze zijn en richten we ons op moderne, mondige mensen die streven naar emancipatie en onafhankelijkheid in hun denken en hun handelen en die op zoek zijn naar bezieling in hun leven en werken en die zich verbonden voelen met de aarde waarop zij wonen en waarvan zij bestaan. 

Natuurlijk, we spreken van raden van kerken, maar laten we toch vooral de intercellulaire ruimte benutten. Naar mijn overtuiging is er een nieuwe generatie pleitbezorgers van de oecumene bijeen te brengen, jonge mannen en vrouwen die minder moeite hebben met het bestaan van diverse kerken en denominaties dan de generatie voor hen. 

Het is de generatie die makkelijk zapt, netwerkt en zoekt naar verbinding, nu eens op dit punt, dan weer op een ander thema. Makelaars in ontmoetingen die denken in termen van netwerken in plaats van instituten. Zo ontstaat weer oecumene met elan. Heeft onlangs op Koninginnedag en op de dagen kort daarna in Apeldoorn de oecumene niet bewezen springlevend te zijn, toen pastoor en predikant in gezamenlijkheid deden wat gedaan moest worden: een plek van troost, bemoediging en onverzettelijkheid bieden?

Dissertatie

In mijn dissertatie ‘The Church in Relation to the World’ (2008) heb ik op grond van analyses van Faith and Order documenten drie kerktypen beschreven waar het de relatie kerk en wereld betreft. De kerk als schuilplaats, de kerk als bevrijder en de kerk die de verbondenheid van God, mens, natuur en kerk communiceert. Noch de kerk als schuilplaats, noch die als bevrijder is mijns inziens een adequaat principe voor deze tijd. Een kerk daarentegen die enerzijds diversiteit accepteert en anderzijds verbondenheid propageert, toont en bewerkt komt meer in de richting van wat ik voor ogen heb.

Maar dan wel als lerende kerk die antwoord geeft op de vragen van moderne mensen, een gedachte die ik helaas nog onvoldoende ben tegengekomen in officiële documenten van Faith and Order. Van belang is dat de kerk zorgvuldig luistert naar de vragen van de mensheid, nauwgezet de feiten onderzoekt (ecclesia discerns) en vervolgens inzichten uit haar bronnen (ecclesia audiens) aanreikt om de weg uit de problemen te wijzen (ecclesia docens) en die weg ook zelf te gaan.

De eerste beweging is dus die van buiten naar binnen, de tweede is van binnen naar buiten. Daarbij oriënteer ik me op Jeremia 29:7, waarin de kerk uitgedaagd wordt haar context te accepteren en zichzelf te wijden aan de voorspoed van de stad. De kerk zal deelnemen aan de moderne cultuur, aan de economie, aan wetenschap en kunst. Tegelijk zijn gelovigen vreemdelingen en zien en horen zij veel dat niet deugt. Zo staan zij voor presentie zonder pretentie: samen met allen van goede wil werken aan een humane wereld en al doende God eren’.