Pauselijke meditaties over eenheid

‘De heilige Geest overwint de breuk die is begonnen in Babel en opent grenzen’. En ‘We zijn verplicht op weg te gaan naar de eenheid’. Twee teksten van paus Benedictus XVI, nu in een Nederlandse vertaling uitgebracht door het secretariaat van de Rooms-Katholieke Kerk. De overwegingen verschijnen ter gelegenheid van het Paulusjaar 28 juni 2008 – 29 juni 2009. 

We pakken er de meer oecumenische interessante onderdelen uit. Over de eenheid heeft de paus gesproken in een homilie op 15 mei 2005. Hij zegt: ‘De heilige Geest schenkt de gave om te begrijpen. Hij overwint de breuk die is begonnen in Babel – de verwarring van de harten, die de een opzet tegen de ander – en opent grenzen. Het volk van God dat op de Sinaï zijn eerste configuratie had gevonden, wordt nu zo uitgebreid dat het geen grenzen meer kent. Paulus legt dit uit en onderstreept dit, wanneer hij zegt: ‘Wij allen, joden en heidenen, slaven en vrijen, zijn immers in de kracht van een en dezelfde geest door de doop één enkel lichaam geworden en allen werden wij gedrenkt met één geest (1 Kor. 12, 13)’. 

In een toespraak van 17 maart 2006 gaat het over de eenheid in Christus: ‘Paulus herinnert ons eraan dat wij door Christus geen vreemdelingen meer zijn, noch ontheemden, maar medeburgers van de heiligen en huisgenoten van God, uitgroeiend tot een heilige tempel, een verblijf van God (vgl. Ef. 2, 19-22). Dit verheven beeld van een leven in gemeenschap doet een beroep op alle aspecten van ons leven als christen’. 

Een apart hoofdstuk (hoofdstuk 19) gaat over de eenheid en de dialoog tussen de Kerken. Er zijn vier subtitels: de oecumenische dialoog, de eenheid, de noodzaak van het gebed en de oecumenische betrekkingen. 

Over de oecumenische dialoog: ‘Dit is van groot belang: wij moeten de scheiding verdragen die bestaat. Paulus zegt dat schisma’s gedurende een bepaalde tijd noodzakelijk zijn en de heer weet waarom: om ons op de proef te stellen, om ons te oefenen, om ons te laten rijpen, om ons nederiger te maken (vgl. 1 Kor. 11,19). Maar tegelijkertijd zijn wij verplicht op weg te gaan naar de eenheid. En op weg gaan naar de eenheid is al een vorm van eenheid’ (uit een toespraak van 2 maart 2006).

Ernstige verleidingen

Over de eenheid: ‘De christenen van Korinthe hebben als eersten de moeilijkheden en ernstige verleidingen van afscheidingen gekend. In Paulus’ eerste brief aan hen kunnen wij een boodschap zien die actueel is voor alle christenen. Er doet zich inderdaad een reëel gevaar voor wanneer enkele personen zich willen identificeren met een bepaalde groep, wanneer zij zeggen: ik ben van Paulus, ik van Apolos, ik van Kefas. Dan stelt Paulus de geduchte vraag: ‘Is Christus dan in stukken verdeeld?’ (1 Kor. 1, 13) (uit een toespraak van 14 december 2006).

Over de noodzaak van gebed: ”Bidt zonder ophouden’ (1 Tes. 5,17). De heilige Paulus richt zich tot de gemeente van Tessalonica, die intern een groot conflict doormaakte, om in krachtige bewoordingen opnieuw enkele fundamentele houdingen in herinnering te roepen. Hieronder neemt het gebed een prominente plaats in. Met deze uitnodiging wil Paulus laten zien dat uit het nieuwe leven in Christus en de heilige Geest het vermogen voortkomt om ieder egoïsme te overwinnen, om samen in vrede en broederlijke eenheid te leven, om met liefde de lasten en het lijden van de ander te dragen. Wij moeten nooit moe worden te bidden voor de eenheid van de christenen’ (Angelus van 20 januari 2008). 

Aansporing

Over de oecumenische betrekkingen: ‘De raad die Paulus de Tessalonicenzen gaf, kan ook vandaag de houding van de christenen inspireren in het kader van de oecumenische betrekkingen. ‘Bewaart de onderlinge vrede’ en vervolgens ‘Bidt zonder ophouden. Dankt God voor alles’ (vgl. 1 Tes. 5, 13.17-18). Laten ook wij deze dringende aansporing van de apostel ter harte nemen, zowel door de Heer te danken voor de voortgang die is gemaakt in de oecumenische beweging, als ook door de volle eenheid af te smeken’.  

Foto: rond de Grote Kerk in Ede zijn verschillende apostelen afgebeeld op een eigentijdse wijze; daarbij is een attribuut passend bij hun levensweg afgebeeld. Op de foto Paulus. Zijn attribuut is het zwaard; omdat hij door een zwaard zou zijn gedood. De kunstenaar Eric Claus heeft het beeld gemaakt.