Adhesiebetuiging RKK

De Raad van Kerken in Nederland heeft besloten een adhesiebetuiging te laten uitgaan naar de Nederlandse Bisschoppenconferentie. Daartoe is besloten in de laatst gehouden raadsvergadering.

Namens de Roomse Katholieke delegatie legde beleidsadviseur van de Rooms-Katholieke Kerk drs. Pieter Kohnen aan de Raad uit hoe de Nederlandse bisschoppen hebben gereageerd op de commotie die is ontstaan na de opheffing van de excommunicatie van de vier bisschoppen van de Priesterbroederschap Pius X, onder wie de antisemitische bisschop Williamson. Hoewel de opheffing was bedoeld om het gesprek met Rome te kunnen hervatten, heeft Williamsons ontkenning van de Sjoa alom tot onbegrip geleid. 

De Bisschoppenconferentie heeft zijn uitspraken ‘absurd, verwerpelijk en respectloos’ genoemd en er in een verklaring ‘onverkort en krachtig’ afstand van genomen. De Raad nam hiervan met instemming kennis en besloot de Bisschoppenconferentie een adhesiebetuiging te sturen. 

De adhesiebetuiging sluit aan bij een recent verschenen persbericht van de Bisschoppenconferentie. De tekst volgt hieronder:

De Nederlandse Bisschoppen willen spoedig een ontmoeting met de Joodse gemeenschap. Dat laten de bisschoppen vandaag weten in een verklaring waarin zij opnieuw reageren op de commotie die de afgelopen weken is ontstaan na de opheffing van de excommunicatie van vier bisschoppen van de Priesterbroederschap Pius X. De grootste onrust is het gevolg van antisemitische en negationistische uitlatingen van een van hen, Williamson. 

Absurd, verwerpelijk en respectloos
De Nederlandse Bisschoppenconferentie, vandaag in vergadering bijeen, laat opnieuw weten dat de opvattingen en uitspraken van Williamson over de Sjoa (de moord op de Joden door de nazi’s) absurd, verwerpelijk en respectloos zijn. Zij nemen er dan ook onverkort en krachtig afstand van. 

Joodse gemeenschap
Het doet de bisschoppen veel pijn te zien dat door de uitspraken van Williamson de Joodse gemeenschap, ook in Nederland, tot in het diepst van haar ziel gekwetst is. Zij betreuren het ten zeerste dat door de kwestie Williamson het in de voorbije decennia opgebouwde vertrouwen tussen de Joodse en katholieke gemeenschap onder druk is komen te staan. De sinds 1995 ingeslagen weg van leren en dialoog willen de bisschoppen echter voortzetten. Daarom nodigen zij de vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap in Nederland uit voor een open gesprek. De bisschoppen hopen daarmee bij te dragen aan de bevestiging van het vertrouwen.

Geen rehabilitatie
In reactie op de steeds terugkerende misverstanden benadrukken de bisschoppen nogmaals dat intrekking van excommunicatie geen rehabilitatie is, maar een eerste stap om het gesprek met de priesterbroederschap mogelijk te maken. De bisschoppen ondersteunen de intentie van de paus om de dialoog te zoeken. Zolang echter de priesterbroederschap het Tweede Vaticaans Concilie niet volledig erkent, dus ook Dignitas Humanae over de godsdienstvrijheid en Nostra aetate, het document waarin de Kerk haar geestelijke verbondenheid met het Joodse volk uitspreekt, is er geen sprake van eenheid met de rooms-katholieke Kerk en blijft het de bisschoppen van de broederschap verboden bisschoppelijke taken uit te oefenen of een kerkelijk ambt te bekleden. Wat betreft de persoon van Williamson is blijkens de verklaring van 4 februari jl. door de Staatssecretaris van het Vaticaan namens de paus als extra voorwaarde gesteld dat hij publiekelijk en absoluut eenduidig zijn opvattingen herroept.

Katholieke gelovigen
De bisschoppen delen niet in de laatste plaats ook de zorg en pijn die deze ‘affaire Williamson’ in de katholieke geloofsgemeenschap teweeg heeft gebracht. Veel mensen hebben de voorbije weken hun gevoelens hierover bij de bisschoppen kenbaar gemaakt. Aan hen willen de bisschoppen zeggen dat zij erop mogen vertrouwen dat de Kerk waarvan zij deel uitmaken geen ruimte laat voor antisemitisme. De bisschoppen roepen alle gelovigen op tot gebed voor de Joodse gemeenschap, voor de eenheid in de Kerk en voor paus Benedictus XVI, opdat hij gesterkt wordt in zijn oprechte intentie om de Kerk te leiden in lijn met Vaticanum II.