Verschil zit ‘m in cultuur

Culturele misverstanden scheiden christenen meer dan theologische doctrines. Dat bracht prof. dr. Ioan Sauca maandag 17 november naar voren op een studiedag van het IIMO in samenwerking met ICCO & Kerk in Actie. 

Sauca, Roemeens orthodox priester en directeur van het vormingsinstituut in Bossey, haalde een voorbeeld aan uit zijn werk in Bossey. Hij vertelde van een training voor tien moslims, tien christenen en tien joden. Na afloop vertelde een moslimvrouw uit Libanon dat ze zich meer verwant voelde met de christen uit Libanon dan met de moslims uit andere landen. 

Hij noemde ook de samenwerking tussen de Nestorianen en de Monofysieten. De tegenstelling tussen de twee richtingen dateert uit 451 na Christus. In de jaren zestig kwamen leiders van de twee richtingen elkaar weer tegen in Genève. Toen de Engelssprekende geestelijken elkaar ontmoetten, ontdekten ze dat de oude tegenstellingen gebaseerd waren op Griekse filosofie. ‘Het mia fysis (letterlijk: één natuur) was ten onrechte uitgelegd als een ontkenning van de twee naturen van Christus’. 

Hemel

De Roemeense priester was uitgenodigd om in te gaan op het thema ‘Een orthodoxe kijk op de interculturele dialoog’. Hij vertelde dat hij als orthodoxe gelovige de nodige shocks had ervaren toen hij voor de eerste keer als student in Genève was. ‘Ik dacht dat onze orthodoxe liturgie uit de hemel kwam. En ik maakte nu kennis met heel andere vormen van liturgie’. Langzamerhand was hij de woorden van andere tradities gaan waarderen. 

Sauca legde uit dat de opstanding van Christus veruit het belangrijkste feest is voor de orthodoxie. ‘We lezen het evangelie van de opstanding in twaalf talen bij de vespers of in zoveel talen als er mensen aanwezig zijn. De achterliggende gedachte is dat de opstanding in alle talen moet worden gehoord’. In de uitwerking horen lichaam en geest bij elkaar. Spiritualiteit gaat over het leven als geheel en heeft met het hele leven te maken. Orthodoxe christenen hebben dan ook weinig op met de scheiding van kerk en staat, zoals het in westerse landen wordt geproclameerd.

Wij-theologie

De orthodoxe theologie is een ‘wij’-theologie. De koinonia is belangrijk. ‘Wij kunnen alleen met anderen samen gered worden’. De waarheid is communautair en katholiek. Het is een waarheid van alle tijden, die bestaat onafhankelijk van de vraag wat de meerderheid of de minderheid vindt.  De orthodoxen hebben zich lange tijd gestoord aan de parlementaire besluitvorming in de Wereldraad. Ze voelden zich daardoor vaak buiten spel gezet, terwijl hun aantal ongeveer vijftig procent van de christenen uitmaakt die verenigd zijn in de Wereldraad. De afspraak om met consensus een besluit te nemen – in sommige westerse kerken wel uitgelegd als een verlammen van de Wereldraad – werd door Sauca dan ook instemmend aangehaald als het recht doen aan orthodoxe gevoelens. 

Sauca ging in op de mensenrechten. De Russisch-Orthodoxe metropoliet Kyrill heeft kritiek geuit op de westerse oorsprong van de mensenrechten. Hij noemde ze een product van de Verlichting en wees op uitwassen die met een beroep op mensenrechten mogelijk zijn, onder meer waar het gaat om het verontachtzamen van het klimaat en de familiestructuren. 

Islam

Prof. dr. Anton Houtepen reageerde kritisch op dit onderdeel van het betoog. ‘Het concept is niet puur westers, maar heeft ook invloeden ondergaan vanuit Iran’. En: ‘Het is een instrument om respect voor anderen te onderbouwen en ook de vrijheid van godsdienst te garanderen’. 

Dr. Jan Slomp vroeg naar de belangstelling bij orthodoxen naar de interreligieuze dialoog. Hij noemde daarbij onder meer de islam. Sauca vertelde dat juist vele orthodoxe christenen dagelijkse ervaringen hebben met islamieten. Hij verwees daarbij naar de situatie in het Midden-Oosten.

Kleren wassen

Dr. Laurens Hogebrink vond het jammer dat Sauca in zijn verhaal niet dieper inging op de interne tegenstellingen binnen de orthodoxe wereld. Het komt nogal eens voor dat de interne tegenstellingen niet bespreekbaar zijn en dan gemakshalve op het westen of op Brussel worden geprojecteerd. Sauca erkende dat de geslotenheid op dit punt. ‘Je wast je kleren niet in het publiek’, zei hij. En hij noemde diverse landen waar men met twee orthodoxe concurrerende kerken te maken heeft: Estland, Bulgarije, Moldavië; en in de Oekraïne zijn zelfs drie orthodoxe kerken te vinden. 

Mevr. Betty Boersma van de Nederlandse Zendingsraad vertelde dat ze voor de NZR bezig is met een project intercultureel bijbellezen. Het kost de NZR moeite om daarbij ook orthodoxe lezers te strikken. Sauca legde uit, dat het mogelijk te maken heeft met de culturele achtergrond van de orthodoxen in Nederland. Velen onder hen zijn nieuwkomers, althans zo is het in Zwitserland, waar Sauca werkt. ‘De nieuwkomers zoeken elkaar op als orthodoxen om contact te houden met hun roots. Ze gaan zondag naar de kerk om hun identiteit te verfrissen’. Het verlangen naar interculturele projecten is minder prominent aanwezig.

Studenten

Op een vraag van dr. Theo Witvliet vertelde Sauca dat 80 procent van de studenten in Bossey uit Afrika komt en zo’n 20 procent uit Oost-Europa. De belangstelling uit het westen is minimaal de laatste jaren. Een groep van Nederlandse oecumenici probeert tenminste één Nederlandse student per jaar naar Bossey te laten gaan. Er zijn daartoe financiële mogelijkheden gecreëerd.
 
Foto: prof. dr. Ioan Sauca