Klokgebeier over Utrecht

Twee ambtelijke gewaden trokken aan een lang touw om een klepel boven in de klokkentoren te bewegen. Priester Henk van Doorn en dominee Klaas van der Kamp luidden zaterdag 31 mei samen de Agnes Maior-klok van de Dom over de stad Utrecht. Ze sloten met het gebeier aan bij de gewoonte in Utrecht om op zaterdagavond de werkweek af te sluiten en de zondag in te wijden. De twee geestelijken wilden met de geluidsgolven alvast ruchtbaarheid geven aan de kerkennacht die tijdens de kortste nacht van 2008 in de Domstad zal worden gehouden.

Henk van Doorn, voorzitter van de Utrechtse Stedelijke Raad van Kerken, overhandigde na het gebeier het eerste exemplaar van een kleurrijk programmaboek van de kerkennacht van 21 juni aan Klaas van der Kamp, algemeen secretaris van de Raad van Kerken. De kerken in Utrecht zullen tijdens de kortste nacht van het jaar zich geruchtmakend presenteren, aldus Van Doorn na het klokgeluid, in het programmaboekje staan tientallen activiteiten vermeld, verspreid over de hele stad. Voorafgaand aan de Utrechtse kerkennacht viert de landelijke Raad van Kerken het veertig jarig jubileum in de Jacobikerk met een symposium vanaf 13.00 uur en een viering. ‘Een mooie vorm van oecumenische samenwerking’, aldus Van der Kamp, ‘wanneer wij ons amen uitspreken in de Jacobikerk, nemen  jullie – Utrechters –  met een Taize-viering in de Janskerk het gebed van ons over’.

Kerken in West-Europa luiden sinds de elfde eeuw de klokken. Het begon in de kloosters om de gebedstijden aan te geven. Maar al snel daarna gingen ook kerken en kapellen de klokken gebruiken om processies te begeleiden, of een begrafenis of het bidden van het Onze Vader tijdens de dienst. Naast deze geestelijke betekenis ging men de klokken gebruiken om burgers te informeren over een markt, of om hen te waarschuwen voor brand of een begrafenis. De twee geestelijken traden op verzoek van de Stedelijke Raad van Kerken voor een keer in deze traditie om de burgers te informeren over het op handen zijnde kerkenfeest.

Het Utrechts Klokkenluiders Gilde luidt iedere zaterdag de klokken over de stad Utrecht. Omstreeks vijf uur ’s middags luiden de klokken van de Dom om de werkweek af te sluiten. Even later luiden de klokken van de Buurtoren de zondag in. De Domtoren telt veertien klokken. De twee geestelijken namen het touw van de Agnes Maior – klok ter hand. Agnes is een van de eerste martelaressen in het geloof. Tijdens haar feest in januari werden al vóórdat de Middeleeuwen begonnen de schapen geschoren. De wol wordt gebruikt om de pallia te weven voor de belangrijkste geestelijkheid overal in de wereld om zo de wereldwijde verbondenheid van de christenheid aan te geven. “De Agnes Maior is echter ook uitermate geschikt als presentatieklok”, meent Arie Noordermeer, lid van het Utrechts Klokkeluiders Gilde, “omdat de klok altijd wordt geluid wanneer men zich tot het volk zelf wil richten. Het is een echte volksklok.”  


Woorden van priester Henk van Doorn bij het overhandigen van de programmagids:

Het wordt wel eens vergeten dat in Utrecht de conceptie van de Wereldraad van Kerken heeft plaatsgevonden. Vlak vóór de tweede wereldoorlog werden door de International Missionary Council in Edinburgh in 1937 en Faith and Order en door Life and Work in Utrecht de plannen gesmeed om te komen tot een Wereldraad van Kerken, die na de oorlog in 1948 een feit werd. De conceptie van de georganiseerde oecumene vond dus o.a. in Utrecht plaats. In Hotel des Pays Bas op het Janskerkhof in een hotelkamertje, vlak bij het beeld van St.Willibrord, de monnik die het christendom naar ons land bracht.

De geboorte van de georganiseerde oecumene vond plaats in Amsterdam in de Nieuwe Kerk in 1948. Nu zestig jaar geleden. In 1968 sloten in ons land de gereformeerde kerken en de katholieke kerken zich aan bij het oecumenisch werk dat al sinds 1935 door de Oecumenische Raad in Nederland werd verricht. De Nederlandse hervormde kerk was er de grote steunpilaar van.  Zowel die Oecumenische Raad van 1935 als de landelijke Raad van Kerken in 1968 werden in Utrecht opgericht.

We hebben heel wat te vieren dit jaar in Utrecht: 70 jaar geleden heeft de bevruchting plaats gevonden. In de vorm van een soort IVF. In Edinburgh en in het Utrechtse Pays Bas. De Wereldraad van Kerken bestaat 60 jaar. De Landelijke Raad van Kerken bestaat 40 jaar en ook de Utrechtse stedelijke raad van kerken bestaat 40 jaar. Al die feiten mogen we best aan de grote klok hangen. De Agnes maior is daar eigenlijk nog te klein voor.

Dankzij de steun van velen in de stad, en dankzij de professionele en intensieve aanpak van USRK-secretaris Arie Noordermeer zal het op zaterdag 21 juni ook na de landelijke herdenking in de Jacobikerk nog lang onrustig zijn in de stad. Om in het woud van kerken in deze stad een weg te vinden is er een schitterend gidsje gemaakt dat naar alle adressen in onze stad gezonden wordt. Ik mag het eerste exemplaar overhandigen aan secretaris Klaas van der Kamp van de landelijke Raad. Dat doe ik met veel plezier. Wij zijn ons sterk bewust dat oecumene ook betekent verder kijken dan je neus lang is. Daarom ook is het goed dat we in de Domtoren staan. Zo laten we zien dat het evangelie bestemd is voor heel de wereld. Gods koninkrijk kent geen grenzen.


Geparafraseerde reactie Klaas van der Kamp, algemeen secretaris Raad van Kerken in Nederland:

Met het touw hadden we meer ter hand genomen dan het stuur van de klok. Het voelt als het ter hand nemen van een traditie van eeuwen. Al sinds de elfde eeuw worden er klokken geluid over Nederland. Soms met een geestelijke bedoeling om een processie te begeleiden of het Onze Vader tijdens de dienst. Vaak ook meer maatschappelijk om burgers te wijzen op een markt of een overstroming of een brand. Zo ervaren wij dit moment. We luiden de klok om burgers te wijzen op een evenement dat voor hen relevant is: de kerkennacht op 21 juni en het symposium en viering in de Jacobikerk de middag daaraan voorafgaand. Beide evenementen met maatschappelijke herkenning en met geestelijke verdieping.

Beide zijn drempelverlagend. In het boekje schrijft mr. A. Wolfsen, de burgemeester van Utrecht daarover. Hij vertelt dat Herman van Veen, toen hij jong was, van zijn opa hoorde dat God zelf in de Domkerk logeerde of zelfs woonde. Daar had Herman veel ontzag voor. Zo veel, dat hij de Domkerk vanaf dat moment een beetje schuwde. En toen er ooit een schoolexcursie richting Domkerk ging verstopte hij zich onder een groentenkar. Welaan, wij vermoeden dat er meer mensen zijn als Herman van Veen, mensen met een zekere schroom om de kerk binnen te gaan. De kerk toont daarom op 21 juni zich van de laagdrempelige kant.

Ik dank namens de Landelijke Raad van Kerken de Utrechtse Raad voor dit programma. Ik vind de programmering een mooi voorbeeld van oecumenische samenwerking. Wanneer wij ons laatste amen uitspreken in de Jacobikerk, nemen  jullie met een Taizé-viering in de Janskerk het gebed van ons over. Graag neem ik daarbij de wens over van mgr. dr. W.J. Eijk verwoord in dit programmaboek: ‘Wij willen tijdens de kerkennacht op 21 juni met u gedenken en vieren, dat God sinds de vorige eeuw ons een sterk verlangen naar eenheid ingegeven heeft. Ook wanneer u niet gelooft, bent u welkom. U kunt inspiratie komen opdoen, al genietend van de kunst in onze kerken. En ik hoop dat u iets mag proeven van de vrede van God.’ 

 

Priester Henk van Doorn kijkt vanuit de Domtoren uit over de stad: ‘Laten zien dat het evangelie voor de wereld bestemd is’.