Op 18 november j.l. overleed Herman Noordegraaf. Een slag en een groot verlies voor zijn familie en vrienden, maar ook voor de mensen in de vele verbanden waarin hij actief was, niet in de laatste plaats de kerken. Een zeer bescheiden en zeer aimabel en zeer geleerd mens over wie eigenlijk alleen in superlatieven te spreken valt.
Herman Noordegraaf werd in 1951 in Schiedam geboren; zijn vader was daar slager. Trots wees hij me niet zo lang geleden het pand aan waarboven het gezin Noordegraaf woonde. Hij bleef Schiedam trouw: zo zat hij er voor PPR/GroenLinks in de gemeenteraad (later werd hij een actief lid van de PvdA) en verdiepte zich grondig in de historie van de stad en publiceerde daarover, tot aan zijn overlijden toe. De voorzitter van de Historische Vereniging Schiedam noemt hem ‘de meest geleerde man van Schiedam’ en daar kon hij wel eens gelijk in hebben. Ook buiten Schiedam kennen velen hem, maar dan vanwege zijn enorme inzet in en kennis van de oecumene, het diaconaat, de vredesbeweging en andere sociale bewegingen en de mensen daarin. Hij fungeerde op al die terreinen als een levend geheugen en was altijd bereid zijn kennis te delen. Dit In Memoriam kan geen recht doen aan al zijn activiteiten en verdiensten; alleen een greep.
Sociale vragen
Noordegraaf studeerde westerse sociologie in Leiden en vervolgens theologie. Hij ging in 1976 aan het werk bij het Provinciaal Bureau van de Nederlandse Hervormde Kerk als consulent voor kerk en samenleving, waar hij zich o.a. bezighield met de grote werkloosheid uit die tijd met het project ‘Baanloos Waardeloos?’. In 1981 werd hij stafmedewerker bij de Raad voor Kerk en Samenleving (ROS) van de Hervormde kerk. De ROS hechtte eraan deskundige stafleden aan te trekken, om zo topmensen uit politiek, bedrijfsleven, wetenschap en andere maatschappelijke sectoren als vrijwilligers aan zich te kunnen binden, die met de staf werkten aan relevante adviezen. Het was gewoonte dat de ROS de secretarissen leverde voor de Sectie Sociale Vragen van de Raad van Kerken en Noordegraaf werd dat in 1984. De econoom Harry de Lange was in die tijd voorzitter en de Sectie bruiste van de activiteiten, waar Noordegraaf als secretaris automatisch bij betrokken raakte. Zo waren er periodieke overleggen met het Humanistisch Verbond en de vakbeweging over onderwerpen als arbeidsethos, zeggenschap, arbeid, emancipatie en gelijkberechtiging, en Noordegraaf publiceerde over de uitkomsten. Ook ondersteunde Noordegraaf de Sectie de Raad van Kerken in de confrontatie met de regering over de aantasting van de sociale zekerheid, met alle publicaties en bijeenkomsten die daaruit voortkwamen.
Armoede
Noordegraaf was voorts nauw betrokken bij de bezinning en actie op het terrein van de armoede in Nederland, een onderwerp dat hem nooit meer losliet en waarover de Sectie de overheid kritisch aansprak. In een interview met het ND (26 mei 2018) zei hij daarover:
‘De versobering van de verzorgingsstaat begon in de jaren zeventig met de oliecrisis, gevolgd door massale werkloosheid. Werkloosheid gekoppeld aan de herziening van de verzorgingsstaat betekende een verschraling voor mensen die al op het minimum zaten. Zij kwamen in de knel, en dat wierp voor kerken de vraag op hoe daarmee om te gaan. Wij kozen ervoor om met de mensen zelf hieraan te werken. Niet vóór maar mét de mensen die in nood zitten. We vroegen aan diegenen die baanloos werden om te vertellen hoe ze dit ervoeren en wat ze erbij beleefden. Met die kennis wilden we werken aan bewustwording binnen de kerken, en het politieke en maatschappelijk debat voeden. Die politieke beïnvloeding gebeurde onder meer door de werkgroep Arme Kant van Nederland, waarvan ik medeoprichter en eerste voorzitter was. Ook daar trokken we op met mensen om wie het ging.’
Een oud-collega vertelt over de belangrijke rol van Noordegraaf in dit verband: een krant deed verslag van een lang tweegesprek van hem met Jan de Koning, toen minister van Sociale Zaken. ‘Herman won glansrijk. De Koning zag armoede als een optelsom van individuele gevallen. Herman toonde aan, ook met diaconale cijfers – dat is de kracht van het kerkelijk spreken: de kerk zit in elk dorp! – , dat het om een structureel probleem ging.’ De kerken slaagden er zo in de thematiek van de armoede op de politieke agenda te krijgen.
Ook het industriepastoraat (Dienst in de Industriële Samenleving vanwege de Kerken, DISK) had zijn hart; lange tijd zat hij er in het bestuur en ook na die tijd werkte hij mee aan publicaties van DISK, zoals de diaconale handboeken, al dan niet in samenwerking met de Diaconale Studiekring, waarvan hij lange tijd voorzitter en actief lid was. Zo droeg hij bij aan de doordenking van het diaconale werk, theologisch en zakelijk.
Kundig en nuttig
Wie denkt, dat zo’n veelheid aan aandachtsgebieden en activiteiten wel ten koste van inhoud zal zijn gegaan, vergist zich. Noordegraaf was een harde werker met een formidabel geheugen en bezat het vermogen zich snel onderwerpen eigen te maken; zijn bijdragen waren altijd kundig en nuttig.
In 1992 werd hij benoemd tot hoofd van het Multidisciplinaire Centrum voor Kerk en Samenleving. Het MCKS was in 1981 opgericht als ‘denktank’ voor de kerken om die bij het moreel beraad te voeden met de uitkomsten van de studies van natuur- en menswetenschappen. Het MCKS bracht daartoe deskundigen uit kerkelijke kring over tal van onderwerpen bij elkaar. Noordegraaf was al veel langer betrokken bij de voorloper van het MCKS: het project ‘Reflecties op de toekomst’ uit de jaren 70, een initiatief van de Sectie Sociale Vragen van de Raad van Kerken. Een studiegroep van wetenschappers dacht na over de toekomst van de wereld, aan de hand van ontwikkelingen in de technologie, armoedeproblematiek en milieubedreiging. Hier leerde Noordegraaf de oecumene kennen en mensen die hem zijn leven lang zouden inspireren als de godsdienstsociologe Mady Thung, haar man de socioloog Bert Laeyendecker en de economen Harry de Lange en Bob Goudzwaard. Het MCKS was de latere institutionalisering van dit initiatief. Als hoofd van het MCKS droeg Noordegraaf bij aan de studies en beraden over onderwerpen als de gezondheidszorg, de economie van het genoeg en werkloosheid.
Zijn liefde voor en kennis van het diaconaat leidden in 1998 tot de benoeming van Noordegraaf tot docent en later hoogleraar Diaconaat aan de Protestantse Theologische Universiteit. Zoals gezegd droeg hij bij aan de theologische en praktische doordenking van het diaconaat, waarover hij talloze publicaties en inleidingen verzorgde.
Christen-socialisme in Nederland documenteren
Na zijn emeritaat hoopte hij meer tijd te krijgen voor studie en publicaties over de vele onderwerpen waar hij al langer mee bezig was, naast de bovengenoemde liefde voor Schiedam. Toen hij in de jaren ’70 merkte dat de internationale oecumene sterk gestimuleerd is vanuit het christen-socialisme, zo vertelde hij in een interview met In de Waagschaal, maakte hij het tot zijn persoonlijke opdracht om het christen-socialisme in Nederland te documenteren. Zo verschenen van zijn hand door de jaren heen talrijke biografieën en biografische schetsen en lemma’s (onder meer in het Biografisch Lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands Protestantisme). Zijn promotieonderzoek ‘Niet met de wapenen der barbaren. Het christen-socialisme van Bart de Ligt’ (1994) is daar een – zeer uitgebreid – voorbeeld van. Veel van die biografieën betroffen predikanten die een actieve rol speelden in de vredesbeweging en in de christen-socialistische en de christen-anarchistische beweging. Het pacifisme en de maatschappijkritiek daarvan spraken hem aan (hij was dan ook een actief lid van de vereniging Kerk en Vrede). Vaak en graag dook Noordegraaf daartoe de archieven in en sprak hij met familieleden en bekenden van de geportretteerden; altijd was zijn werk grondig, interessant en goed onderbouwd. Al vele jaren was hij naast zijn andere werk bezig met onderzoek ten bate van een uitgebreide biografie van ds. Han Hugenholtz (1888-1973), hervormd predikant in Ammerstol, medeoprichter en lange tijd secretaris van Kerk en Vrede en in eigen land en ver daarbuiten onvermoeibaar activist voor vrede en recht (o.a. als medeoprichter van de NOVIB). Verder dan kortere versies van deze biografie in tijdschriften en in het jubileumboek van Kerk en Vrede uit 2024, is het helaas niet gekomen.
Deskundig en innemend
Een aantal jaren geleden werd kanker bij hem aangetroffen; hij werd behandeld en kon, hoewel met minder energie, blijven studeren en schrijven, tot op het laatst. Veel eerder dan verwacht overleed hij plotseling op 18 november.
Herman Noordegraaf laat een blijvende indruk achter op de mensen die hem meemaakten, omdat hij kennis, maatschappelijk engagement en deskundigheid paarde aan bescheidenheid, vriendelijkheid, trouw, persoonlijke interesse en de bereidheid altijd een helpende hand te bieden. Hij zal worden gemist. Op de rouwkaart citeert de familie Micha 6:8: ‘Er is jou, mens, gezegd wat goed is. Je weet wat de Heer van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.’
Herman was een goede hoorder.
Zijn nagedachtenis zij tot zegen.
Greetje Witte-Rang

