Verklaring over reisverslag
‘De hoop levend houden’

Van 14 tot 21 november van het vorig jaar bracht een delegatie van de Raad van Kerken op uitnodiging een solidariteitsbezoek aan kerken in Israël en Palestina. Op 8 februari jl. werden het reisverslag en de aanbevelingen in de plenaire vergadering van de Raad besproken.

In de afgelopen dagen is heftige kritiek geuit op een passage in het reisverslag over het bezoek aan Yad Vashem. In deze passage zou een vergelijking gemaakt worden tussen de Sjoa en de situatie van Palestijnse christenen. Vanuit de Joodse gemeenschap en ook in Christelijke kringen wordt hierop met grote ontsteltenis en verontwaardiging gereageerd.

De auteurs van het reisverslag verklaren hierbij dat deze passage beslist niet zo bedoeld is. Zij zijn zich zeer bewust van het immense kwaad en leed van de Sjoa, en willen geenszins de suggestie wekken dat er een vergelijking gemaakt kan worden tussen de Sjoa en de situatie van Palestijnse christenen.

Vanwege de grote onrust in de Joodse gemeenschap en in Christelijke kringen die hoe dan ook hier aanstoot aan nemen, heeft het Moderamen van de Raad van Kerken in overleg met de delegatie besloten deze passage uit het verslag te verwijderen.

Het Moderamen hoopt dat de pijn die in dit verband is ontstaan kan worden weggenomen, dat de onderlinge verhoudingen ten goede bestendigd mogen worden en hiermee de rust kan weerkeren, en de reis die uit solidariteit met en op uitnodiging van medechristenen in Israël en Palestina is ondernomen in het licht van dit perspectief kan komen te staan.


Download het verslag van de reis naar Palestina en Israël van de Raad van Kerken in Nederland

Download deze verklaring