Schrijnende verhalen van vluchtelingen in Thessaloniki

De eerste dag van het bezoek van een delegatie van de Raad van Kerken in Nederland aan Griekenland staat in het teken van een bezoek aan partnerorganisatie NAOMI die in Thessaloniki omziet naar vluchtelingen. In de middag bezoeken we vluchtelingenkamp Diavata en het naastgelegen Casa Base, een plaats waar NAOMI vrouwen en meisjes uit het kamp een veilige haven biedt. 

Grieks spreken een must

In de morgen worden we ontvangen door Dorothee Vakalis, grondlegster van NAOMI, in hun kleine kantoor met werkplaats op de zesde verdieping van een oud gebouw midden in Thessaloniki. We starten de dag met een korte liturgische opening in zingen samen ‘Ubi caritas’: Waar liefde voor naasten is, daar is God in ons midden. Dorothee vertelt ons over het ontstaan van NAOMI in 2011, toen de vluchtelingenstroom net op gang was gekomen. NAOMI biedt noodhulp aan kwetsbare mensen, heeft een naaiacademie en sociale werkplaats voor kwetsbare vrouwen en geeft Griekse taalcursussen. “Grieks kunnen spreken is het allerbelangrijkst als asielzoeker hier,” vertelt Dorothee. “Als je de taal niet machtig bent, is de kleine kans die je als vluchteling sowieso al hebt op een baan verkeken. Het is een belangrijke voorwaarde om hier verder te komen.”

Artikelen uit de webshop van NAOMI

Handgemaakte producten

We nemen een kijkje in de winkel van NAOMI waar de mooiste handgemaakte producten – van t-shirts en mondmaskers, tot tasjes en warme jacks worden verkocht. Alles is gemaakt van duurzame materialen of zelfs van oude dekens, tenten en rubberboten die gebruikt zijn door vluchtelingen. “De textielindustrie is enorm belangrijk voor Thessaloniki,” vertelt Dorothee. “Het zit in onze haarvaten, maar het is tegenwoordig ontzettend moeilijk om aan goede kleermakers te komen om onze producten te maken. De mensen die we nu in dienst hebben zijn alledrie vluchteling. We hopen dat ze door hier te werken later ook meer kans maken op een baan elders. 

In gesprek met Norja (midden). Rechts Dorothee Vakalis.

Niets geregeld voor kwetsbaren

Op het kantoor van NAOMI spreken we Norja, die hier als vrijwilliger helpt met vertalen en het ingebruik nemen van de naaimachines die vluchtelingen gebruiken om thuis te oefenen. In 2018 vluchtte ze met haar familie van Koerdistan naar Griekenland. Na 1 jaar met haar ouders en broertje in een kamp te hebben doorgebracht mochten ze via het ESTIA programma van de UNHCR naar een flatje in Thessaloniki. Het leven in het kamp was niet makkelijk. “Maar altijd nog beter dan in ons eigen land, dus de omstandigheden neem je op de koop toe.” Omdat haar broertje ernstig lichamelijk en verstandelijk gehandicapt is en heel veel zorg nodig heeft, is Norja de enige van het gezin die kan werken.”We moeten de huur van het appartement betalen, daarvoor heb ik een baan nodig. Bij NAOMI krijg ik een kleine vergoeding om deze tijd iets te kunnen overbruggen.” Voor kwetsbare mensen is niets geregeld in Griekenland, zeker niet als je vluchteling bent. Norja´s broertje heeft dringend een rolstoel nodig, maar die is voor hen onbetaalbaar. Een bedrag van 8000 euro kunnen ze niet ophoesten. Dorothee: “Wij kijken nu of we iets voor Norja´s broertje kunnen betekenen in de aanschaf van die rolstoel. Het is nog wel de vraag of dat gaat lukken.”

Hassan aan het werk in het atelier van NAOMI

Zelf mensen helpen

De 19-jarige Hassan uit Pakistan werkt als kleermaker bij NAOMI. Hij maakt de mooiste producten achter de naaimachine. Op zijn 16e moest hij vluchten uit zijn land, omdat hij en andere familieleden hun leven niet meer zeker waren. Als kind nog staat Hassan er al alleen voor: zijn vader stierf aan corona, zijn moeder verloor hij door een infectie aan haar ingewanden. Zijn vlucht brengt hem in Thessaloniki. Of hij mocht blijven in Europa, was lange tijd onzeker. Drie vrienden werden door een zogenaamde pushback al teruggestuurd naar Turkije. “Hassan is een briljant kleermaker,” vertelt Dorothee. “Hij is hier nu een van onze vaste medewerkers.” Zijn droom? Zelf ook mensen op de vlucht helpen. “Ik zou graag een kleine fabriek openen en die mensen in dienst nemen. Zodat ze geld kunnen verdienen en een goede toekomst opbouwen.”

In gesprek met Florian Schmitz, journalist bij Deutsche Welle (midden)

Het verhaal blijven vertellen

Na de indrukwekkende gesprekken bij NAOMI vertrekken we voor de lunch naar een restaurantje vlakbij de beroemde witte toren van Thessaloniki, een van de publiekstrekkers voor toeristen. Aan tafel schuift Florian Schmitz, journalist bij de Deutsche Welle, aan. HiKj laat zich kritisch uit over het vluchtelingenbeleid van de Griekse regering. “De Grieken zeggen: als christelijk land verwelkomen wij vluchtelingen. Maar wat is daarvan te zien als we horen van pushbacks op zee? Dat vluchtelingen letterlijk midden op zee worden achtergelaten, omdat reddingsvesten te duur zijn?” Schrijven over dit onderwerp wordt hem steeds moeilijker gemaakt. “Er is hier geen persvrijheid. De Grieken schuiven in de media Turkije de schuld in de schoenen. Ze zeggen dat Turkije express vluchtelingen naar Griekenland stuurt om ons aan te vallen.” Mensenrechten worden hier in Griekenland met voeten getreden, vertelt Schmitz. “Vluchtelingen komen naar ons toe omdat ze op zoek zijn naar een veilige plek. Maar wat hier werkelijk gebeurt is een grove schending van mensenrechten. Ik kan er met mijn verstand niet bij dat mensen gewoon letterlijk teruggeduwd worden op zee, waarbij hun kleding en bezittingen worden afgepakt. Een mensonterende situatie.” 


De kritieke situatie van vluchtelingen hier lijkt de meeste Grieken voorbij te gaan. “Grieken voelen zich vaak eerder zelf slachtoffer van de situatie dan dat ze voor andermans rechten opkomen. Bovendien zijn kampen vaak ver buiten de stad geplaatst, zodat de Grieken in hun dagelijks leven vluchtelingen heel weinig tegenkomen.” Schmitz is ondanks de tegenwerking vastberaden over dit onderwerp te blijven schrijven. Als Duitser is hij zich erg bewust van het eigen verleden van Duitsland. “Ik leer van de geschiedenis van mijn eigen volk dat een situatie van uitsluiting van mensen echt nooit meer mag gebeuren, nergens ter wereld. Dat houdt me gemotiveerd om te blijven schrijven over dit onrecht.”  

Kamp Diavata

Geen vuiltje aan de lucht

Na de lunch is het een half uurtje rijden naar het vluchtelingenkamp Diavata. Het kamp is zorgvuldig opgeborgen buiten Thessaloniki, de buitenwereld ziet er bijna niets van. We hebben ons van tevoren aangemeld voor het bezoek, dus bij aankomst aan de poort staat kampmanager Athanasius ons al op te wachten. We krijgen een rondleiding, waarbij er geen vuilje aan de lucht lijkt. Werkelijk alles wordt in het werk gesteld om de vluchtelingen die hier hun asielaanvraag moeten afwachten het zo aangenaam mogelijk te maken. Tegelijkertijd krijgen we niet de gelegenheid zelf mensen te spreken en de verhalen uit hun eigen mond te horen.

Vanaf 2016 worden er op deze plaats vluchtelingen opgevangen. Dat begon in kleine tenten, die later werden vervangen door grauwe containers, waar 6 personen samen in wonen. Totaal wonen er 930 mensen in dit kamp, waarvan een paar honderd kinderen die bij hun ouders wonen. Voor de jongste kinderen is er een schooltje op het terrein. We mogen binnen een kijkje nemen. Het ziet er vrolijk gekleurd uit. Een van de juffen vertelt dat er ongeveer 37 kinderen naar het schooltje komen. “Het is wel eens lastig om iedereen te motiveren, want kleuterschool is niet verplicht hier. Ook is er nog wel eens ruzie tussen verschillende bevolkingsgroepen. Dan willen moeders niet dat hun kinderen met een kind van een andere afkomst spelen. Er is heel wat overredingskracht van de juffen voor nodig om sommige kinderen ervan te overtuigen dat je elkaar gewoon een hand kunt geven om een kring te vormen. Verderop is nog een gebouwtje waar een hulporganisatie activiteiten organiseert voor oudere kinderen, zoals een huiswerkklas en ontspannende activiteiten. 

Athanasius vertelt ons dat vluchtelingen vrij het kamp uit mogen en hij na overleg met de burgemeester van Thessaloniki ervoor heeft gezorgd dat er meerdere keren per dag bussen rijden om vluchtelingen op en neer naar de stad te brengen. Ook de wat oudere kinderen gaan met deze bussen naar hun scholen. Zij krijgen onderwijs op de reguliere Griekse scholen. De kampmanager is er vooral om de veiligheid, de vrede en de rust in het kamp te bewaren, vertelt hij. “Het is een grote verantwoordelijkheid om alles hier in goede banen te leiden.”

Vlnr: De coördinator van Casa Base, Petros Panagiotopoulos, Geert van Dartel en Karin van den Broeke in Casa Base

Casa Base

In het naastgelegen Casa Base – een opvangcentrum dat meisjes en vrouwen uit het kamp een veilige plek wil bieden – horen we een iets ander verhaal. Kinderen mogen alleen onder begeleiding van een ouder het kamp uit, en zeker niet alleen. In het vrolijk gekleurde gebouw van Casa Base kunnen meisjes en vrouwen terecht voor creatieve activiteiten, ontmoetingen of bijvoorbeeld een workshop fotografie volgen. Bij het gebouw is ook een grote goederenopslag waar allerlei noodhulpmaterialen liggen opgeslagen. “Er is een schreeuwend tekort aan hygiënematerialen voor meisjes,” vertelt de coördinator. “Die krijgen ze bij ons. Maar niet alleen dat, er worden maandelijks ook enorm veel luiers en voedselpakketjes uitgedeeld aan vluchtelingen uit het kamp.”

Tamarina

Tamarina, een meisje van 17 uit Afghanistan, komt bij ons staan als we staan te praten. “Acht maanden lang woonde ze met haar familie in een klein tentje in het kamp, ze moesten kruipen om eruit te kunnen komen,” vertelt de coördinator. “Ze was er door de barre omstandigheden in het kamp zo erg aan toe dat ze een eind aan haar leven wilde maken. Na terugkomst uit het ziekenhuis hebben wij bij Casa Base weken voor haar gezorgd. En nu is ze het sterkste meisje dat ik ken. De hulp bij ons centrum is levensveranderend voor haar geweest.” We kijken ook nog even om het hoekje bij wat oudere meiden die een fotografieworkshop doen. Ze hebben een prachtig fotoboekje gemaakt dat ze aan ons overhandigen. De groep won met een van hun foto´s de refugee peace award. Het wrange was dat geen van hen naar de prijsuitreiking kon vanwege hun vluchtelingenstatus. Een award krijgen in het teken van vrede, maar zelf geen stap kunnen verzetten. Het is een vreemde en oneerlijke wereld waarin we leven.

Geert van Dartel neemt het fotoboek in ontvangst dat gemaakt is door meisjes van de workshop fotografie

Onrecht ten top

Vroeg in de avond zijn we terug op het kantoor van NAOMI, waar we advocaat Michael Kientzle van het Mobile Info Team Thessaloniki Legal Aid program ontmoeten. Hij zet zich met zijn organisatie al jaren in voor de rechten van vluchtelingen. Waarom hij dat doet? “Ik hoop dat jongeren opnieuw kunnen dromen over een betere toekomst.” Hij vertelt ons iets over de moeilijkheden en onmogelijkheden waar mensen tegenaan lopen als ze asiel aanvragen in Griekenland. Ieder jaar komen ongeveer 30.000 mensen in deze procedure terecht. Door de pushbacks op zee, komen vluchtelingen steeds meer via de landsgrenzen binnen en veel minder via de eilanden. Dat het door de overheid zoveel mogelijk wordt ontmoedigd om hier asiel aan te vragen mag duidelijk zijn. Om te beginnen hadden vluchtelingen een Skype id nodig om een afspraak te kunnen maken. Dit gaf jarenlang problemen voor grote groepen Afghanen, Syriërs, Bengali, Pakistani en Somaliërs die een asielaanvraag wilden doen. Ze hebben simpelweg geen internet en geen mogelijkheden voor een Skype-id. Vanaf november 2020 veranderde deze procedure. Asielzoekers moeten zich nu melden bij een van de 5 aanmeldcentra op de Griekse eilanden of de enige op het vasteland. Een afspraak maken duurt lang: er is daarvoor een wachttijd van maanden. “Er zijn zoveel obstakels voor vluchtelingen. Er is echt sprake van een ontmoedigingsbeleid om hier naartoe te komen.” Kientzle hoopt dat de vluchtelingen in Griekenland niet worden vergeten nu de ogen van de wereld gericht zijn op Oekraïne. “Ieder mens heeft recht op zoek te gaan naar een veilige plek op deze wereld en in ieder geval te proberen op een betere plek te komen.

Vlnr: Annelies Klinefelter, Dorothee Vakalis, Goos Minderman, Coen van Loon, Christien Crouwel, Michael Kientzle, Karin van den Broeke, Geert van Dartel, Ron van den Hout, Tineke van der Stok en Hans Meyer

We zijn deze dag geraakt door de vele indrukken en schrijnende verhalen. De enorme uitzichtloosheid waarin vluchtelingen verkeren is wat ons het meest raakt. Het feit dat kampen zo buiten beeld worden gehouden, waardoor het net lijkt of ze er niet zijn. 

Tekst & foto’s: Tineke van der Stok