Groet Raad bij viering Keti Koti

Vandaag, 1 juli, vindt de Keti Koti-herdenkingsdienst plaats in de Koningskerk in Amsterdam. Namens de Raad van Kerken in Nederland sprak mgr. dr. Dirk Jan Schoon, bisschop van Haarlem, en lid van het moderamen van de Raad van Kerken in Nederland een groet uit.


Broeders en zusters,

Namens de Raad van Kerken in Nederland mag ik u hartelijke groeten overbrengen. In de Raad werken negentien kerken samen, een bont gezelschap vogels van diverse pluimage. Ikzelf ben Dirk Jan Schoon, bisschop van Haarlem van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland. Namens nog vier kleinere kerken ben ik lid van het Moderamen van de Raad van Kerken.

Acht jaar geleden, in 2013 bracht de Raad van Kerken een verklaring over het Nederlandse slavernijverleden uit. Daarin stelde de Raad: “Als kerken weten we ons deel van dit schuldig verleden en moeten we vaststellen dat theologie in bepaalde omstandigheden misbruikt is om slavernij te rechtvaardigen. Als kerken benoemen we deze betrokkenheid, en willen we helpen recht te doen aan de nazaten van hen die soms generaties lang achtereen zijn geknecht en uitgebuit.”

Er kwamen vele honderden zeer uiteenlopende reacties op deze verklaring uit 2013, waarvan u de inhoud en strekking wel kunt raden en die je ook vandaag de dag nog steeds kunt horen. Sommigen vinden dat je met datgene wat in het verleden is gebeurd, huidige generaties niet moet lastig vallen, omdat die daar geen schuld aan hebben. Anderen stellen dat een schuldbelijdenis van kerken een nogal obligate vertoning in een goedkope excuuscultuur is, als zo’n schuldbelijdenis niet ook blijkt uit concrete daden van verzoening. Weer anderen vragen oog te hebben voor de gevolgen van het slavernijverleden die nog altijd in de huidige generaties doorwerken, bij nazaten van tot slaaf gemaakten en bij daders in hun overgeërfde comfortabele rijkdom. En een vierde categorie – en daar reken ik mijzelf toe – vraagt om een Bijbels gedenken.

Gedenken is het verleden oproepen in het heden om daarmee een koers uit te zetten naar de toekomst. Gedenken is een belangrijk kenmerk van wat kerken in hun kerkdiensten doen: wat God in het verleden aan bevrijding heeft gebracht in de geschiedenis van zijn volk Israel en in het leven, sterven en verrijzen van zijn Zoon Jezus Christus, die bevrijding wordt naar onze situatie gehaald, present gesteld om vervolgens die bevrijding voort te zetten naar de toekomst toe. Zo behoudt het verleden zijn unieke eenmaligheid die niet herhaald en niet ongedaan gemaakt kan worden, én wordt het ook een uitdaging om ermee aan de slag te gaan. Je staart je niet blind op het verleden, je blijft er niet in vastzitten, maar je gebruikt het om waakzaam en strijdbaar de toekomst in te gaan.

Daarom zou ik ons allen mét de Raad van Kerken willen oproepen: blijf de verhalen over het slavernijverleden vertellen. Ontmasker slavernij als systeem waarin mensen in het verleden van hun waardigheid werden ontdaan en als koopwaar, als handelsgoed of als onbetaalde arbeidskracht werden misbruikt, uitgebuit en miskend als schepsel van God. Blijf vertellen, hoe dat verleden doorwerkt bij nakomelingen van tot slaaf gemaakten en van slavenmakers. En leer zien hoe dat zondige verleden nog altijd onder ons is in nieuwe vormen van slavernij en racisme in de economische orde van onze huidige wereld. En vooral: blijf vertellen hoe iedere mens in Gods ogen meer is dan het slachtoffer waartoe hij of zij door zijn medemensen is verlaagd.

Binnen de Raad van Kerken maken we met anderen plannen om in 2023, 150 + 10 jaar officiële bevrijding van slavernij te vieren. Dat doen we door het verleden kritisch te bekijken, door oog te krijgen voor de gevolgen van het slavernijverleden tot in onze tijd toe, en om nieuwe en actuele vormen van slavernij te bestrijden. We gedenken in dankbaarheid diegenen die zich tegen slavernij hebben verzet, die in opstand zijn gekomen en daarbij met hun leven het hoogste offer hebben gebracht. Maar we danken ook alle vaders en moeders nu, zwart en wit en alles wat daartussen zit, die de verhalen over de zonde van slavernij in het verleden aan hun kinderen vertellen om ze te leren dat ze tot vrijheid zijn geroepen. Ooit, ooit komt de dag, dat Gods schepping tot voltooiing komt en dat mensen, in alle bonte verscheidenheid die Gods schepping rijk is, in vrede met elkaar samenleven. Laten we met die volmaaktheid voor ogen, in onze dagen waakzaam en strijdbaar blijven. De Raad van Kerken doet met u mee! Dank u voor uw aandacht.

Tekst: mgr.dr. Dirk Jan Schoon, bisschop van Haarlem

Foto: slavernijmonument Oosterpark Amsterdam