Raad spreekt over toekomst van de oecumene

Hoe verstaat de Raad van Kerken zijn opdracht? Moeten we andere keuzes maken als kerken wanneer het om de oecumene gaat? Twee van de vragen die algemeen secretaris ds. Christien Crouwel voorlegde aan de afgevaardigden van de 18 lidkerken. Die verzamelden zich woensdag 9 september in Nieuwkuijk, waar op het terrein van conferentiecentrum De Abdijhof een enorme tent was geplaatst, ruim genoeg voor een coronaveilige heidag. 

Die tent als plek van verzameling voor afgevaardigden van de lidkerken, alsmede leden van de talrijke werkgroepen, paste prima bij zo’n heidag. Op ruime afstand van elkaar op een stoel, zonder tafeltje voor de laptop en de koffie, was de sfeer anders dan in andere vergaderingen. 

De Raad corona-proof bijeen in een tent op het terrein van Abdijhof Mariënkroon

Eilanden

Secretaris Crouwel, die anderhalf jaar geleden aantrad, constateerde in haar openingswoord dat de Raad en al die werkgroepen soms als eilandjes in zee liggen met onderling te weinig contact. ‘Waarom gaan we niet vaker bij elkaar op bezoek, om ervaringen uit te wisselen en verlangens te uiten?’ Om de onderlinge verbondenheid te vergroten en het oecumenisch elan dat in ons leeft aan te wakkeren, besloot de Raad op voorstel van de secretaris en het dagelijks bestuur het eigen functioneren weer eens tegen het licht te houden. 

Daartoe werd prof. dr. Goos Minderman, hoogleraar Public Governance, gevraagd om samen met secretaris Crouwel en de nieuwe voorzitter van de Raad, drs. Geert van Dartel, met elke lidkerk de vraag te bespreken hoe men het functioneren van de Raad beziet. De belangrijkste conclusie: De Raad van Kerken heeft een groot draagvlak onder de lidkerken, maar er valt ook het nodige te verbeteren en te veranderen. 

Prioriteiten

Voorzitter Van Dartel wees op de preambule die in 1968 bij de oprichting van de Raad op schrift werd gesteld: De Raad van Kerken in Nederland is een verbond (fellowship) van kerken, die de Heer Jezus Christus als God en Heiland belijden overeenkomstig de Schriften en die er daarom naar streven samen hun gemeenschappelijke roeping te vervullen tot eer van de ene God, Vader, Zoon en Heilige Geest. ‘Voor mij een inspirerende en leidende tekst,’ aldus Van Dartel, ‘maar anno 2020 is de vraag hoe de Raad een instrument kan zijn om die gemeenschap te verdiepen en te versterken. We komen ieder vanuit onze eigen traditie, maar dienen in de Raad ook de band tussen onze kerken.’ Van Dartel stelde de vraag of de Raad vooral faciliterend voor de kerken moest zijn, of ook een eigen profetische rol moet hebben.

Waar liggen volgens u de prioriteiten voor de Raad, zo luidde de vraag aan de aanwezigen. Moet de nadruk vooral liggen op (1) het theologische gesprek, het interreligieus overleg en de ethische agendering, of (2) op het overleg tussen kerken, publicaties, het uitwisselen van kennis op gebied van diaconie en pastoraat? Gaat het om (3) het toerusten van lokale raden van kerken, met de Raad als vraagbaak, of moet de Raad (4) getuigen en vieren, en publieksacties coördineren?

Goos Minderman schetste samen met de algemeen secretaris ook een aantal dilemma’s die zij uit de gesprekken met de lidkerken hadden gedestilleerd: 

  1. De Raad is geen actiecomité, maar wordt soms wel gevraagd zich zo te gedragen. De Raad gaat voor duurzaam overleg, maar dat neemt tijd in beslag en leidt ook tot minder zichtbaarheid.
  2. Er is sprake van gebrek aan heldere prioriteiten en versnippering, waardoor het dagelijks bestuur veel moet regelen.
  3. De menskracht op het bureau en de bemensing vanuit de lidkerken van de werkgroepen is zeer krap.
  4. De verouderde vergadercultuur hindert het toetreden van jongeren
  5. Er is gebrek aan organisatorische samenhang tussen de Raad en de talrijke werkgroepen.
  6. De financiën van de Raad zijn beperkt. De Raad heeft, via de lidkerken, een achterban van ruim 5 miljoen christenen in Nederland, maar heeft een bureau met slechts anderhalve FTE.
  7. Het streven naar consensus in de Raad kan leiden tot kleurloze besluiten
  8. In de Raad zijn nationale kerken vertegenwoordigt, maar ook kerken die deel uitmaken van een wereldkerk. Dat heeft effect op de besluiten.
  9. Oecumene wordt te vaak ervaren als een sluitpost in het kerkelijk beleid en dat maakt dat de Raad van Kerken minder belangrijk is.

Aan suggesties en behartenswaardige opmerkingen op deze heidag geen gebrek. Alle deelnemers werden uitgenodigd hun prioriteiten met hulp van kleurige stickers duidelijk te maken. En dan blijkt dat de afgevaardigden graag zien dat de theologische en religieuze gesprekken onder een stevige en strakke regie worden gevoerd. Minder leiding is nodig als het gaat om de gesprekken over bijvoorbeeld duurzaamheid, armoede, vluchtelingen, vrede en economische rechtvaardigheid. Waarbij het nadrukkelijk wel noodzakelijk is om te zorgen dat de kerkelijke deelnemers en afgevaardigden vanuit de Raad geïnspireerd blijven worden.

Vier richtingen

Voorzitter Geert van Dartel en prof. dr. Goos Minderman met de dagoogst

Een item dat ook op tafel kwam; hoe kan de Raad de vraag naar God levend houden en doorgeven aan de volgende generaties?

Dagvoorzitter Minderman presenteerde een aantal richtingen waar de deelnemers zich in kunnen vinden. De Raad zal zich meer profileren op het theologische gesprek o.a. over de eenheid, binnen en buiten de eigen kring. Bij die profilering was er enerzijds aandacht voor thema’s die terug te voeren zijn op het Conciliair Proces, en waar de kerken sinds de jaren ‘90 hoog op ingezet hebben: het werken aan gerechtigheid, vrede, en heelheid van de schepping en die vanuit de Raad, vooral op de eerste gebied, hun toespitsing kregen in de aandacht voor het lot van vluchtelingen en de armoedeproblematiek. Ook werd de encycliek van paus Franciscus ‘Laudato Si’ nadrukkelijk genoemd waarin een relatie wordt gelegd tussen sociale gerechtigheid en zorg voor de aarde. Tenslotte werd het thema spiritualiteit genoemd. Zouden de kerken niet nog veel meer moeten inzetten op zingeving en het maatschappelijk gesprek hierover moeten aanjagen?

De 2e richting geeft aan dat de Raad een duidelijke maatschappelijke betekenis heeft in het netwerk van partners. Kerken nemen daar niet de leiding, maar doen wel enthousiaste mee, waarbij vluchtelingen en duurzaamheid (klimaat) de focus zijn. In richting 3 geeft de Raad aan desgewenst ondersteunend te willen zijn bij initiatieven van toerusting of lokale oecumene. 

De vellen met kleurige stickers werden opgerold, om op een later tijdstip nog eens te analyseren, maar voorzitter Van Dartel toonde zich verheugd over de consensus die hij waarnam bij de gevraagde prioriteiten. 

Slotviering onder leiding van ds. Gert Landman

Buiten de tent in een grote kring in het gras werd de heidag afgesloten met een door ds Gert Landman verzorgde vesper. Een prachtige ervaring waarbij veel leden van de Raad in deze coronatijd voor het eerst weer de liederen hardop mee konden zingen. 

Deze impressie is geschreven door Teun-Jan Tabak, journalistiek ambassadeur van de Raad

Zie verder: