Nooit te laat

‘Te laat, te laat, mevrouw,’ zei de man op het Brionplein tegen me. We zaten samen op een bankje in de zon, midden in Willemstad. Ik had vrij van mijn werk op Klinika Caprilles, het psychiatrisch ziekenhuis van de Nederlandse Antillen op Curaçao. Het was vlak na de verschrikkelijke aardbeving op Haïti, een tropische eiland, vlakbij Curaçao. ‘De mensen op Haïti hebben het over zichzelf afgeroepen’, zei de, overigens keurige, man. ‘Ze doen allemaal aan voodoo en ze aanbidden allerlei geesten.’ ‘Ik heb juist gelezen dat de mensen, na de aardbeving, massaal naar de kerk gingen, om te bidden’, zei ik. Waarop hij dus antwoordde: ‘Te laat, te laat, mevrouw.’

Te laat. Om het lijden nog af te wenden, om je nog te bekeren, om het Bijbels te zeggen. Het zou het antwoord kunnen zijn op een vraag die mensen van alle tijden zich stellen. De vraag waarom het kwaad mensen van goede wil treft, waarom goede mensen lijden. Die vraag hoor je overal ter wereld.

Eigen schuld, dikke bult

Enige tijd geleden had het Leger des Heils een aansprekende poster. ‘Wij geloven,’ stond erop, ‘maar niet in eigen schuld, dikke bult.’ Toch is dat wat mensen vaak zeggen over het leed dat anderen overkomt, of ook henzelf. ‘Ze hebben het over zichzelf afgeroepen, mevrouw, de mensen in Haïti. Wie niet horen wil, moet maar voelen’, aldus die aardige man in de zon op het Brionplein. En je zou ze de kost moeten geven, allen die diep van binnen ook over een verschijnsel als het corona-virus zo denken.

Waarom lijden mensen van goede wil? In de jaren tachtig van de vorige eeuw schreef rabbijn Harold Kusner zijn beroemd geworden boek: Als het kwaad goede mensen treft. Daarin beschrijft hij zijn eigen pijnlijke zoektocht nà de dood van zijn zoontje. De rabbijn wil er in geen geval aan dat kwaad en lijden van God zelf komen, dat Hij die last bewust op onze schouders legt, bijvoorbeeld als straf. Het lijkt me een vraag voor de oecumene bij uitstek.

Nieuw begin

Maar een antwoord als ‘Eigen schuld, dikke bult’ zit er totaal naast, zegt Kushner, God is goed, God is liefde. En het lijden dat je in je leven overkomt, is zinloos op het moment dat het je overkomt. Het enige wat je ermee kunt, zegt de psychiater Victor Frankl, die Auschwitz overleefde, is er zèlf zinvol antwoord op geven. Niet vragen: Waarom treft mij dit? Maar: Wat ga ik eraan doen, hoe ga ik er een andere draai, een nieuw begin aan geven? Het gaat om de vraag naar de innerlijke kracht en vrijheid waardoor een mens tegen verschrikkingen en wanhoop is bestand en opgewassen en die een mens kan ontwikkelen als hij zich met Frankl niet in de eerste plaats afvraagt: wat heb ik te verwachten van het leven, maar de vraag omkeert: Wat vraagt het leven van mij, wat vraagt een mens, wat vraagt God van mij? De joodse traditie noemt dat de heiliging van Gods Naam. Ik schreef er een boek over.

Want gelukkig is het nooit te laat voor een nieuw begin. En gelukkig weten ook de mensen op Curaçao dat. Die hoop zullen zij nodig hebben om na het corona-virus opnieuw te beginnen.

De heiliging van de Naam, Beatrice L. Jongkind, 160 pagina’s, oktober 2014
Uitgeverij Van Warven, ISBN 9789080614673