Armoede zaak gemeenteraad

De gemeente- raadsverkiezingen op 21 maart 2018 bieden een uitstekende gelegenheid voor raden van kerken, diaconieën en caritasverengingen om politici aan te spreken op hun betrokkenheid bij de arme kant van Nederland. Tien procent van de Nederlanders leeft onder de armoedegrens en de steun die zij krijgen (of juist missen) wordt voor een groot deel bepaald door de gemeentelijke politiek.

Die analyse kwam dinsdag naar voren bij een verkenning van enkele mensen uit het knooppunt Kerken en Armoede. De groep bereidt een nieuw driejarig werkplan voor voor de jaren 2018 -2020. Naast het eigen driejaarlijke armoede-onderzoek is het voor de hand liggend om ook de gemeenteraadsverkiezingen als een belangrijke focus te benoemen voor de komende periode.

Lastig is wel, want de politieke partijen nu al bezig zijn hun partijprogramma’s te schrijven. Als plaatselijke kerken daar invloed op willen uitoefenen moeten ze dus nu al aan de bel trekken bij de politiek. Daarnaast komen er nog andere mogelijkheden in het verkiezingsproces. Tijdens de campagne is er gelegenheid politici uit te nodigen voor een publiek debat op dit punt. Als er collegeafspraken worden gemaakt kan je de coalitie aanspreken op een armoedeparagraaf. En als de wethouder nog maar net is geïnstalleerd kan je vragen om een oriënterend gesprek. Elk van de stappen kan ook weer gepaard gaan met een verslagje in het plaatselijke huisaanhuisorgaan.

Al filosoferend stelde de beleidsgroep dat je een landelijk sjabloon kunt formuleren, waarop men plaatselijk programma’s en beleid kan bevragen. Daarin kunnen vragen staan als: Wordt er expliciet over armoede gesproken? Is er expliciet voorzien in een regelmatig overleg met kerken en andere diaconale gesprekspartners? Doet men moeite de locale bureaucratie tot een minimum te beperken voor de mensen die afhankelijk zijn van steun? Wat is in het algemeen de toon als het gast over de groeiende tweedeling, is er zorgvuldigheid naar de onderkant?

Het werkplan wordt in een later stadium definitief opgesteld door het knooppunt en voorgelegd ter fiattering aan de kerken en organisaties die daarin meedoen. Deelnemers zijn onder meer de Raad van Kerken, het Leger des Heils, enkele bisdommen van de Rooms-Katholieke Kerk, de G-kerken en MissieNederland.