Nederlandse impressie COP21

Marijke van Duin was als enige Nederlander in Parijs aanwezig bij een oecumenisch team van circa 40 mensen uit diverse kerkelijke en kerkelijk-gelieerde organisaties. Men volgde de klimaatconferentie inclusief allerlei nevenactiviteiten. In onderstaand stuk vindt de lezer enkele impressies gebaseerd op haar rapport. Marijke van Duin is lid van de werkgroep Ecologische duurzaamheid van de Raad van Kerken en participeert als doopsgezinde in de klimaatwerkgroep van de Wereldraad van Kerken.

Het meest opvallende aan Parijs was wel dat er eindelijk brede aandacht was voor het sinds jaren belangrijkste campagnepunt van de oecumene: climate justice. Deze invalshoek werd tot voor kort genegeerd of verbannen naar side events (parallelbijeenkomsten). Inmiddels hebben zich vele landen achter deze zienswijze geschaard. Datzelfde geldt voor een groot aantal milieuorganisaties, die zich eerder alleen richtten op de technische aspecten van het klimaatprobleem. De inzet van de kerken en de pauselijke encycliek Laudato Si’ hebben er een positieve bijdrage aan geleverd dat het klimaatprobleem meer als moreel en ethisch van aard wordt gezien.

Van te voren was al duidelijk dat het ‘nu of nooit’ zou worden. Dat legde heel veel druk op de onderhandelingen. De ‘harde’ onderhandelingen speelden zich bilateraal of in groepsverband af, en zijn gesloten voor waarnemers. Maar er wordt altijd gelekt. In de loop van week één werd al duidelijk dat het niet gemakkelijk zou worden om een betekenisvol akkoord te bereiken.

In het begin van de tweede week kwamen de Fransen als voorzitter met een eerste conceptakkoord. Tijdens de ontvangst daarvan in plenaire zitting (open voor waarnemers) werd duidelijk dat sommige landengroepen lijnrecht tegenover elkaar stonden. De ‘oude’ rijke landen waren pragmatisch en stelden dat iedereen mee moet doen met de veranderingen. De arme landen hamerden steeds op de historische verantwoordelijkheid van de ‘oude’ rijke landen, die immers het klimaatprobleem veroorzaakt hebben. Zij eisten daarom compensatiebetalingen en hulp bij de noodzakelijke aanpassingen. De nieuwe opkomende landen (China, India, Brazilië e.a.) stelden zich zoveel mogelijk op als ontwikkelingsland en eisten ruimte voor economische groei via fossiele energiebronnen. Toch realiseren ook deze landen zich dat ze zo snel mogelijk hun CO2-uitstoot moeten terugdringen, aangezien zij de grootste (China), respectievelijk de derde (India) vervuiler ter wereld zijn.

Aanvankelijk leek het erop dat de onderhandelingen muurvast zaten. Er werd toen ook ’s nachts doorgewerkt. Dat het überhaupt gelukt is tot een akkoord te komen mag een klein wonder heten, en is ongetwijfeld voor een groot deel te danken aan de meesterlijke diplomatie van de Fransen.

Het akkoord dat er nu ligt is deels juridisch bindend, deels vrijblijvend c.q. vrijwillig. Het oecumenisch team oordeelt op hoofdlijnen als volgt:

– Positief is dat er voor het eerst een wereldwijd gedragen akkoord is. Een groot internationaal succes!

– Positief is het algemene doel: de opwarming van de aarde beperken tot 2 graden Celsius, waarbij gestreefd wordt naar 1,5 graad Celsius.

– Positief is de tekst over Loss and Damage. Weliswaar wordt alle compensatie en aansprakelijkheid definitief afgewezen (VS), maar het probleem wordt wel erkend en de G7 zegt toe hulp te bieden bij de financiering van verzekeringen.

– Minder positief: er zijn geen concrete doelen vastgelegd compleet met controleerbare cijfers een jaartallen. Alle inspanningen zijn vrijwillig. Dat is vooralsnog niet voldoende. Positief is wel dat de plannen iedere vijf jaar worden geëvalueerd en zo nodig bijgesteld.

– Minder positief: er zijn geen concrete financiële toezeggingen, andere dan al in Kopenhagen in 2009 overeen waren gekomen (nl. vanaf 2020 jaarlijks $ 100 miljard voor zowel hulp bij mitigatie als adaptatie). Nu al is duidelijk dat dat bij lange na niet voldoende is.

– Negatief: luchtvaart en scheepvaart (‘bunkers’) worden niet genoemd (wel in eerdere concepten, maar tekst is gesneuveld tijdens de onderhandelingen). Werk voor de komende jaren.

Oecumene

Tijdens de klimaattop waren enorme hallen in de buurt van de top gevuld met stands van honderden organisaties. Er vonden ook allerlei oecumenische en multireligieuze bijeenkomsten en diensten plaats. Een greep:

Een belangrijk oecumenisch moment was de multi-religieuze bijeenkomst op 28 november in de basiliek van Saint-Denis, waar 1,8 miljoen handtekeningen die tijdens de verschillende klimaatpelgrimages (te voet en in Afrika per fiets) opgehaald waren, aangeboden werden aan de secretaris van de UNFCCC, Christiana Figueres. De afkorting staat voor: United Nations Framework Convention on Climate Change: de ‘paraplu’ waaronder de klimaatonderhandelingen plaatsvonden.

Veel media-aandacht was er op 1 december voor de actie ‘Fast for the Climate’: een maandelijkse vastenactie van o.a. de Wereldraad van Kerken. Dit keer was het multi-religieus van aard.

Op 3 december vond de oecumenische viering in de Nôtre Dame plaats met veel oecumenische leiders. Onder hen was ook Nederland vertegenwoordigd met ds. Karin van den Broeke, preses van de Protestantse Kerk en lid van de Raad van Kerken. De ‘groene’ Patriarch Bartholomeus had zich helaas laten vervangen.

Wel aanwezig was ds. Olav Fykse Tveit, secretaris-generaal van de Wereldraad van Kerken. Hij mocht op 8 december het woord voeren in de plenaire zitting van de conferentie COP 21. Op dezelfde dag kondigde de Verenigde Protestantse Kerk van Frankrijk aan alle investeringen in fossiele brandstoffen terug te trekken, een initiatief dat ook al door meer kerken is genomen.

Op 10 december herhaalde zich de aanbieding van 1,8 miljoen handtekeningen. Dit keer boden vertegenwoordigers van geloofsgemeenschappen de handtekeningen aan aan de Franse president Hollande, in het presidentieel paleis.

Parallelvergaderingen

Het evenement in Parijs ging gepaard met veel parallelvergaderingen en persconferenties. Eén van de mensen die een opvallende rol speelde in het parallelprogramma was Al Gore, de voormalige vice-president van de Verenigde Staten, die juist op het gebied van klimaatveranderingen bijgedragen heeft aan een internationale bewustzijnscampagne. Gore gaf op 8 december een presentatie, waarin hij weer-gerelateerde rampen van de afgelopen tien jaar naar voren bracht, compleet met foto’s en filmbeelden. Meest opvallend was misschien wel, dat er in de VS alleen al zeven extreme-weerssituaties zijn geweest, die tot nu toe in de categorie ‘eens in de duizend jaar’ vielen. In India en Pakistan vielen vele doden door extreme hitte – 2015 is het warmste jaar ooit gemeten. Vele doden, vluchtelingen en schade wereldwijd door droogte, stormen en overstromingen, ook aan kustlijnen bijvoorbeeld van West-Afrika. Het opwarmingsproces en de reactie van weerssystemen gaat sneller dan verwacht, zelfs klimaatwetenschappers staan daarvan versteld.

Gore sprak de hoop uit dat het jaar 2015 een ‘turning point’ mag zijn. Mondiale CO2-emissies zijn in 2014 hetzelfde gebleven als daarvoor en gaan vanaf nu naar verwachting dalen. In 2013 waren er voor het eerst evenveel investeringen in duurzame energie als in fossiele energie, sindsdien lopen de grafieken uit elkaar ten gunste van de alternatieve energie. De capaciteit van wind- en zonne-energie is in principe groot genoeg voor de mondiale energiebehoefte.

Ook de Rooms-Katholieke Kerk (de Heilige Stoel) manifesteerde zich in parallelbijeenkomsten. De Heilige Stoel hield op 8 december een persconferentie waarin men landen opriep om solidariteit te betrachten. De aarde moet als tuin doorgegeven worden, niet als wildernis. Daartoe is mondiale decarbonisatie nodig per 2050, en snelle desinvesteringen uit fossiele brandstoffen. Hulp aan armen is geboden, met name waar het gaat om hen toegang te geven tot schone energie.

De Internationale Organisatie voor Migratie hield op 10 december een parallelbijeenkomst, waar onder anderen Jan Egeland het woord voerde. Hij ging in op de link die er ligt tussen klimaatveranderingen en vluchtelingen. Iedere seconde – zo stelde hij – vlucht er iemand vanwege een extreme weerssituatie. Het aantal klimaatgerelateerde vluchtelingen is wereldwijd nu al twee keer zo groot als het aantal oorlogs- en geweldsvluchtelingen. 95 % van de vluchtelingen blijft in of gaat naar een ontwikkelingsland. Er moet veel meer geïnvesteerd worden in preventie en adaptatie. In 2045 zullen er 9 miljard mensen zijn die voor een groot deel in klimaatgevoelige gebieden in arme landen wonen. De meeste landen zijn niet voorbereid op de problemen die dat met zich meebrengt. Migratie en culturele versmelting worden megatrend in 21e eeuw.