Eucharistie en avondmaal: Interview Leo Koffeman (PKN)

Mijn naam is Leo Koffeman, ik ben predikant in de Protestantse Kerk van Nederland. Ik ben al tientallen jaren betrokken bij de oecumene in Nederland en wereldwijd. Voor deze opname heb ik gekozen voor Kamp Amersfoort, omdat deze plek een bijzonder betekenis heeft als het gaat om geïnstitutionaliseerd onrecht. Dit is het eerste kamp dat in de oorlog door de Duitsers werd ingericht om gevangenen vast te zetten en waar onnoemelijk veel leed is gebeurd. Hier zijn 35 á 40 duizend mensen kort of lang geweest, van wie 20 duizend zijn doorgevoerd naar vernietigings- of werkkampen in Duitsland.

De bijzondere herinnering aan een avondmaalsviering gaat terug op Zuid-Afrika, 15 jaar geleden. Het was een paar jaar na de officiële afschaffing van de Apartheid. Ik was in een klein dorpje op de grote vlakten van het platteland van Zuid-Afrika. Ik was te gast bij de predikant van een kerk van zwarte mensen en hij vroeg mij of ik een paar van zijn diensten wilde overnemen. Apartheid was er op alle manieren nog voelbaar. Het dorp bestond uit twee delen gescheiden door een water. Aan de ene kant woonden de zwarten in relatief arme omstandigheden. Aan de andere kant een welvarend blank dorp, met een mooi wit kerkje. Alles even prachtig en sereen.

De zwarten kwamen op zondag bij elkaar in een schoolgebouw in de zwarte wijk, aan een modderige straat. ‘s Ochtends mocht ik daar voorgaan, maar ‘s middags werd ik gevraagd om op een boerderij in de omgeving het avondmaal te vieren. Ik werd opgehaald en kwam op de boerderij. Ik werd naar een veldschuur gebracht aan de rand van het terrein. Daar zaten 20 tot 25 zwarte mensen; de werknemers van het bedrijf en hun gezinnen. Ze woonden op die boerderij en hadden geen mogelijkheid om op zondag naar de kerk in het plaatsje te gaan.

Ik werd dus gevraagd daar het avondmaal te bedienen. Er stond een ijzeren werkbank waarachter ik kon staan als een soort liturgische tafel, als een altaar. De mensen zaten er omheen: op gereedschap, op machines, op een enkele stoel. Zo vierden we daar de dienst; woorddienst en dienst van het avondmaal.

Op het moment dat ik bezig was het avondmaal te vieren, het brood te breken en te delen, zag ik door de openstaande deur – de enige plek waardoor het licht naar binnen viel – een mooie auto vertrekken. Daarin zat de familie van de boer op weg naar hun viering in dat mooie witte kerkje in het dorp. Er was geen contact tussen mij en die blanke boer. Er was eigenlijk geen contact als het ging om kerkelijke zaken, tussen de zwarte en de blanke mensen op die boerderij.

Op dat moment realiseerde ik wat avondmaal óók kan betekenen. Het kreeg voor mij een nieuwe dimensie. Het heeft óók te maken met het vaste geloof dat het grote onrecht, het grote, geïnstitutionaliseerde onrecht – Apartheid in Zuid-Afrika en nationaalsocialisme in Europa – niet het laatste woord heeft. Dat we mogen blijven geloven en blijven hopen dat de overwinning van Christus op de dood, door zijn lijden heen uiteindelijk bepalender is dan alles wat mensen elkaar aan onrecht kunnen aandoen. Ik zal die herinnering nooit vergeten.

GESPREKSVRAGEN

  1. Onderstreep de uitspraak van Leo Koffeman die u het meest opvallend vindt. Leg aan uw gespreksgroep uit waarom u deze zin gekozen hebt. 
  2. Leo Koffeman spreekt over de hoop die hij beleeft in het avondmaal. Welke hoop wordt bij u gewekt – voor uzelf of voor de wereld – als u het avondmaal viert? 
  3. Christenen kiezen er om verschillende redenen voor niet samen het avondmaal of de eucharistie te vieren? Welke redenen ziet u in uw omgeving? Wat vindt u hiervan?

 

Zie ook:

         Interview Samuël Dogan (Syrisch-orthodox)

         Interview Yosé Höhne-Sparborth (Basisbeweging)

         Interview Koos Smits (RKK)

         Interview Wijmie Dekker (PKN – Hervormd)