Bidden van de breinaald

Het gebed vraagt om persoonlijke betrokkenheid. Daar waren vertegenwoordigers van de Raad van Kerken en de EA-EZA het maandag roerend over eens tijdens een studiemiddag over het gebed, naar aanleiding van de presentatie van de materialen voor de Week van Gebed 2015. Of je nu meer vertrouwd bent met de gebeden van de traditie of het spontane gebed het is steeds de innerlijke toewijding die beslissend is.

De vergaderzaal bij de EA-EZA was volgelopen met mensen vanuit diverse besturen en mensen die zich actief betrokken weten bij de Week van Gebed. Ongeacht de achtergrond was er veel herkenning; bijvoorbeeld als het gaat over de stilte. Je hoeft niet altijd woorden in de mond te nemen om het contact met God te ervaren. De stilte kan zich vullen met God. Je maakt jezelf leeg en probeert op die manier in contact te komen met Jezus, vertelde iemand van de Evangelische Broedergemeente. De stilte kan je bevrijden van het idee dat je mooie woorden moet kiezen waardoor je toch de verleiding zou kunnen voelen opkomen om te laten merken hoe vaardig je bent met taal, vulde een ander aan. ‘Als ik afdwaal, dat heb ik van Simone Weil geleerd, begin ik weer van voren af aan bij mijn tekst om me zo te oefenen in de concentratie’, zei een vertegenwoordiger van de Remonstranten.

De bijeenkomst was belegd om het begrip voor de verschillende gebedstradities te vergroten. De Raad van Kerken en de EA-EZA hadden daarvoor een bundel gebeden laten maken onder de titel ‘Eén druppel jou’, waarin leiders van diverse kerken en richtingen een gebed hebben laten opnemen. In het gesprek ging het om de teksten te vergelijken om op die manier ook de basis te stimuleren om vaker met mensen te bidden die niet in de eigen kerk meedoen. ‘Het is waar, dat wij evangelische mensen vaak iets concretere taal gebruiken. We houden niet van al te wollige teksten’, zei iemand van de EA-EZA. ‘Maar je moet ook weer oppassen voor een karikatuur. Want als je de teksten leest in de bundel, merk je dat ook evangelische mensen niet per se heel simpel willen bidden. Je ziet dat er groei naar elkaar toe is’.

Een katholieke deelnemer van de gebedsgroep zei de indruk te hebben dat er met name in het protestantisme nogal wat discussie is over de manier van bidden. Een evangelicaal zei dat men in zijn kring juist wat huiverig was voor formuliergebeden, omdat dergelijke teksten als minder authentiek worden gezien en aanzet kunnen zijn voor secularisatie. Andere mensen bij de studiemiddag trokken die omlijnde beelden weer in twijfel. ‘Je hebt bij een doop bijvoorbeeld heel mooie formuliergebeden die je juist deelgenoot maken van een traditie’. En: ‘Ik ben juist jaloers op de vaste structuur die ik in bepaalde tradities zie, waardoor je de gebedskalender als uitgangspunt kunt nemen van je gebed’. ‘Je kunt in teksten wonen, zoals je een geestelijk huis bewoont’.

Eén van de rooms-katholieke priesters vertelde dat hij onlangs leentje-buur had gespeeld bij de evangelicalen. Hij had bij de voorbeden mensen uitgenodigd om hun gedachten uit te spreken tegen de persoon die naast hen zat in de kerk. Het had de betrokkenheid op het gebed sterk vergroot en eigenlijk alle parochianen hadden de methode gewaardeerd.
Iemand anders verwoordde dat het gebed de overgave in het geloof stimuleerde en als zodanig niet alleen iets was voor het moment dat hij zijn ogen sloot, maar ook een fundament legde onder het hele geloofsleven.

Tijdens tweegesprekken benoemden de deelnemers de ervaringen. ‘Ik heb geleerd ’s ochtends in de stille tijd te beginnen met lofprijzing. Meer dan het vraaggebed helpt me de lofprijzing in mijn spiritualiteit’. ‘Ik heb een vrouw gekend die nog op hoge leeftijd voor alle kinderen, kleinkinderen en bekenden een voorbede uitsprak. Telkens als er een intentie bij haar boven kwam, schreef ze de naam op een briefje en prikte het briefje aan een breinaald. Op een gegeven ogenblik werd haar de lijst te lang om te memoreren en zei ze eenvoudigweg: ‘Ik bid voor allen aan de breinaald’’. De anekdote maakte duidelijk dat spiritualiteit en ontspannen samen op kunnen gaan in een gesprek.

Iemand uit Friesland zei, dat hij de opname in het boekje van een Friese tekst waardeerde. Hinne Wagenaar van het klooster Jorwerd heeft namelijk niet alleen een Nederlandse tekst ingestuurd, maar ook een Friese. ‘Ik bid altijd in het Fries. Dat vind ik makkelijk. En juist in het gebed reikt het me vertrouwdheid aan’.

Henk van Hout vatte de besprekingen samen met het vaststellen dat die vertrouwdheid en persoonlijke betrokkenheid voor alle mensen van belang is. Binnen dat raamwerk is er alle ruimte om eigen accenten te leggen. De één geeft de voorkeur aan een vrij gebed, de ander waardeert de structuur. De één komt met vragen, de ander spreekt met overgave. De één is meer persoonlijk, de ander leeft vanuit een gemeenschap.

Steven Mudde presenteerde tijdens de studiemiddag het materiaal voor de Week van Gebed 2015. Mensen kunnen voor een gebedsboekje, een poster of gebedskaartjes weer aanvragen indienen bij onder meer het bureau van de Raad van Kerken. Op de website zijn allerlei achtergronden bij de teksten te vinden en voorbeelden van een meditatie.

Deelnemers aan het gesprek kregen vooraf een tekst toegezonden opgesteld door Klaas van der Kamp, waarin een paar lijnen worden getrokken in het thema. Hieronder nemen we het eerste deel van het artikel op. Te zijner tijd zal de tekst integraal een plek krijgen in een bundel die verschijnt bij Boekencentrum.

Verschillende tradities van gebed

Tijdens een ontmoeting van evangelische en oecumenische christenen zaten er journalisten achter in de zaal. Ze smoezelden wat. ´Straks wordt er gebeden. Wedden dat het van een papiertje komt als iemand van de oecumenici bidt´, zei één van de journalisten. ´Wedden dat ze tenminste tien keer het woord ´Heer´ uitspreken als iemand van de evangelicalen het gebed uitspreekt´, zei de ander. Het intermezzo maakt duidelijk dat er stereotypen en vooroordelen bestaan als het gaat over het gebed.

Nagenoeg alle christenen kennen het gebed als onderdeel van hun geloofsleven. Ze drukken met het gebed hun relatie uit tot God. Christus zelf toont het belang van het gebed (Luc. 11: 1-13). Paulus, één van de grondleggers van de christelijke kerk, draagt volgelingen van Christus op om te bidden zonder ophouden (1 Tess. 5:17). Al snel is er een praktijk ontstaan, overgenomen vanuit het Jodendom om ’s ochtends en ’s avonds te bidden.

De Raad van Kerken en de Evangelische Alliantie / EZA organiseren vanaf 2008 samen de Week van Gebed. Naar schatting zo’n 200.000 christenen doen daaraan jaarlijks mee in de derde week van januari. Uit de reacties blijkt dat mensen in plaatselijke geloofsgemeenschappen weinig contacten leggen met andere tradities. Het taalveld verschilt. Ze komen elkaar nog te weinig tegen.

De koepelorganisaties besloten daarop om leidinggevenden van beide richtingen te vragen om een gebed op papier te zetten. Ook mensen uit de achterban konden een gebed insturen. De gebeden werden uitgebracht onder de titel Een druppel jou. Op die manier kun je kennis nemen van de woordkeus van de ander en er vertrouwd mee raken. In het eerste deel van dit artikel vergelijken we de teksten. Als definitie van ´oecumenisch´ en ´evangelisch´ hanteren we het principe dat een kerk oecumenisch is, als ze lid is van de Raad van Kerken en evangelisch als ze lid is van de EA-EZA.  Vervolgens kijken we nog iets nauwkeuriger naar de grote kerkelijke tradities. 

Concrete gebeden

Na ontvangst van ruim vijftig gebeden heeft de eindredactie een indeling gemaakt in rubrieken zoals ´geloof´, ´leven´ en ´voorbeden´. Je merkt al snel dat de positie van de schrijvers in de kerk mede bepalend is voor het thema dat ze aansnijden. De leiders van verschillende denominaties hebben een voorkeur voor een tekst die past in de categorie ‘geloof’. Mensen in een leidinggevende positie hebben blijkbaar de neiging om de verworvenheden van de levensovertuiging te laten terugkeren in het gebed. Deze focus zal te maken hebben met de verantwoordelijkheid die men als leider ervaart.

Kijken we nog wat verder en zoomen in op het gebruik van de naam van God. Hoe spreken de diverse theologen en kerkleiders God aan? De Amerikaanse theoloog dr. Tony Evans schreef een boekje met de namen die mensen gebruiken als ze God in het gebed aanspreken.  Hij benoemt 85 namen, variërend van ‘Licht van de Naties’ (Or Goyim) tot ‘Vader’ (Ab). Interessant is zijn vaststelling, dat het bij wisseling van de benaming meestal gaat om een benaming die in relatie staat tot de behoefte van de mensen op dat moment.

Als we de gebeden in het boekje ´Een druppel jou´ verder tegen het licht houden, kom je een verschil  in godsbeeld tegen. De meeste evangelische gebeden spreken God aan als ‘Vader’, of ‘Vader in de hemel’, of ‘heilige God en Vader’. In de oecumenische gebeden komt de aanduiding ‘Vader’ slechts een enkele keer voor, soms gepaard gaand met het bijvoeglijk naamwoord ‘Goede Vader’, op het moment dat een rooms-katholiek God aanspreekt. Andere aanspreekvormen overheersen in de oecumenische traditie: het neutraal gebruikte ‘Heer’ komt geregeld voor, het eerbiedige ‘Almachtige en barmhartige God’ ook. Het gebruik van vele epitheta is al gauw iets oecumenisch, zeker als het benamingen betreft die uit de traditie voortkomen.

De aanspreekvorm is soms gekleurd door het eigen kerkverband. Iemand uit de Broedergemeente zegt: ‘Jezus Christus, Heer en Broeder….’. De aanspreekvorm ‘Eeuwige’ blijkt tweemaal bij vrouwen aanwezig te zijn, zij vermijden daarmee een eenzijdige genderbenaming. En het woord ‘Allah’ mag dan in Arabische bijbels voorkomen, in een gebed in Nederland blijft het toch een uitdrukking die je weliswaar tegenkomt bij iemand van de Basisbeweging, maar die je verder niet zo gauw zult horen.   

Verzoek

Bijna alle gebeden brengen een verzoek onder woorden. De evangelische teksten doen vaak een poging om het persoonlijke leven nog meer transparant vanuit God te maken; de schrijvers spreken een verlangen uit om de eigen identiteit één op één te laten corresponderen met het hart van de Vader. Je komt het verzoek tegen dat men het hart open mag leggen, ‘dat ik U heel eerlijk alles vertel wat er in mijn hart omgaat’. ‘Alleen als mijn hele hart voor U open ligt, kunt U uw vergevende en helende werk doen’, bidt iemand met een evangelische achtergrond. En iemand zegt: ‘Wilt U aanwezig zijn, zodat we ook van U zijn en uw wil kunnen doen’.

De oecumenische vragen zijn qua focus breder. Iemand bidt: ‘Geef ons oog voor uw majesteit’. Het gaat dan niet meer om geloof, maar om herkenning van waar God spreekt. En: ‘Neem weg onze angsten en zorgen’. En: ‘Vader, maak ons met uw Geest moedig en sterk. Dat wij onze kwetsbaarheid accepteren en mensen van hoop blijven’. De Geest maakt compleet wat in nuce in een mens aanwezig is.

Een evangelisch gebed gaat meer dan een oecumenisch gebed uit van verondersteld geloof. ‘Het is ons verlangen dat we als uw gemeente het verschil mogen maken’ is een zin waaruit blijkt dat men leeft vanuit de gedachte dat ieder zich bewust is anders dan andere mensen in het leven te staan. ‘Wij zien uit naar uw leiding’.

In oecumenische gebeden is de eigenstandigheid van het leven sterker benoemd. Mensen zijn geneigd met God te worstelen en daar waar ze dat zinvol vinden roepen ze Hem ter verantwoording. Iemand uit de protestantse kerk bidt: ‘Laat ons zien hoe wij ons eigen levensverhaal kunnen zien als deel van uw verhaal met mensen’. En: ‘Wij vragen U om geborgenheid en voorstellingsvermogen, om inspiratie en erkenning’. Dat is dus iets anders dan volstromen en vol van de Geest geraken.

Verschillende gebeden laten iets zien van de eigen sjibbolets. Je vindt het bij iemand uit pinksterkring die bidt: ‘Doop me met de Heilige Geest’. En iemand anders zegt: ‘Wij willen onze kinderen aan U opdragen’. Iemand uit Quakerse hoek bidt: ‘U hebt ons lief, U luistert naar onze gebeden, maar ook naar onze Stilte’. Stilte is met een hoofdletter geschreven, waarmee de auteur het goddelijke geheim van de stilte beaccentueert. Een vader uit de orthodoxe kerk spreekt expliciet Maria aan als het gebed zijn afronding krijgt. ‘Door de voorspraak van uw alreine moeder, onze koningin, de altijd maagdelijke Maria en van al uw heiligen’. Bij de eigen kleuring hoort ongetwijfeld ook de voorbede voor de ontslapenen: ‘Gedenk, Heer, onze broeders en zusters die reeds ontslapen zijn’.

Een evangelische voorganger bidt: ‘Geweldig, dat we mogen weten dat U ons persoonlijk op het oog heeft, dat U ons kent en dat U ons wilt inzetten in uw werk’. Een evangelische voorganger zette boven het gebed: ‘Jezus heeeeelp!!!!’ Dat gebruik van emotionele taal en uitroeptekens past de evangelische kring beter dan de oecumenische wereld.
Een gebed van uit het Leger des Heils neemt een tussenpositie in, dat correspondeert met de keus van het Leger om zowel lid te zijn van de EA/EZA als van de Raad. Het gebed laat een concreetheid zien die je bij evangelische christenen veel tegenkomt. De titel is ook ‘Wat kies ik vandaag?’ en in het gebed staat onder meer: ‘Ga ik achter mijn computer zitten of lees ik eerst mijn bijbel?’ Het is de concreetheid die evangelischen herkennen.

Traditie

Iemand uit evangelische kring bidt: ‘Laat ons niet wonen in het verleden’. Het is een direct verlangen om in het hier en nu aangesproken te worden. ‘We leven in uw licht, open onze ogen zodat we U zullen zien’.

Oecumenische gebeden zoeken juist wel hun wortels in de traditie. Je vindt er constaterende zinnen van hoe God zich in het verleden opstelde als basis voor het vertrouwen nu. ‘Uw Zoon heeft ons geleerd open te staan voor de Heilige Geest’ kun je vinden in een rooms-katholiek gebed, dat gewoontegetrouw met het Onze Vader wordt afgesloten. ‘De boog van uw verbond staat immers boven ons leven’, bidt een ander. En constaterend klinkt het: ‘U bent de mensen aan de zelfkant van de samenleving nabij geweest’ en de bidder legt vervolgens vanuit het evangelie uit waar dat allemaal gebeurde.

Citaten uit het Oude Testament zijn spaarzaam. Vanuit het besef van traditie zal je ze vaker tegenkomen in de gebeden van de oecumenici. Er wordt verwezen naar de ervaringen van het volk Israël die uit Egypte wegtrekt en naar de pelgrims die opgaan naar Jeruzalem.

Het hechten aan de traditie komt bij de Syrisch-Orthodoxe Kerk naar voren. De priester heeft aanvankelijk verzocht niet alleen een Nederlandse tekst in de bundel op te nemen, maar ook iets te laten zien van de oorspronkelijke Aramese variant die in deze kerk wordt gesproken. Uiteindelijk is dit verzoek om praktische redenen overigens niet gerealiseerd.
Opvallend is verder dat twee priesters, één van rooms-katholieke huize en één van orthodoxe huize, een standaardgebed insturen. Voor hen is de inhoud van het gebed met de liturgie verbonden. Ze komen niet eens op het idee er een spontaan gebed voor te schrijven.

Op zich sporen deze waarnemingen met ervaringen tijdens gebedsbijeenkomsten. Waar evangelische mensen een aanleg hebben om vooral het spontane en persoonlijke gebed te waarderen, hebben katholieken en orthodoxen de neiging om terug te grijpen op bestaande teksten die vanuit de traditie van de kerk worden aangereikt. In een evangelisch gebed klinkt herhaaldelijk de woordkeus ‘we danken U, Here’ en ‘we bidden U, Vader’. In een meer katholieke setting misstaan woorden niet als ‘Kyrie eleison’ en ‘barmhartig God, getrouw Vader’. De directheid en de spontaneïteit van de ene richting wijkt af van de meer culturele stijl en traditionele verankering van de andere richting.

Er zijn veel overeenkomsten in de teksten. Zowel oecumenici als evangelische christenen hebben oog voor de maatschappelijke vragen. Beide bidden dat zij vredestichters mogen zijn en mogen zoeken naar gerechtigheid. Beide realiseren zich dat er transitie, verandering nodig is. De titel van de uitgave Een druppel jou verwijst naar het verlangen dat door alles heen speelt om op voet van vertrouwdheid met God om te gaan.

(Wie het hele artikel wil lezen, kan te zijner tijd de uitgave van Boekencentrum raadplegen, Jan Minderhoud voert de redactie van de uitgave; wie de bundel ‘Eén druppel jou’ wil ontvangen, kan een bestelling plegen bij het bureau van de Raad of een exemplaar bemachtigen via de boekhandel; Boekencentrum biedt de uitgave daar aan voor iets minder dan een tientje).

Foto’s:
Mgr. Hans van den Hende (referent voor oecumene vanuit de RKK; links), naast een vertegenwoordigster vanuit de Evangelische Broedergemeente en rechts ds. Willem Smouter (voorzitter EA-EZA).
Ds. Veronique Lindenburg uit Amsterdam-Noord met op de achtergrond enkele andere bezoekers.