Zwitserland wel

Misschien zou Zwitserland trendsetter kunnen worden voor andere landen, waarbij een plafond wordt aangebracht voor excessieve beloningen voor topmannen van bedrijven. Het zou positief zijn als de Nederlandse dat ook zou durven doen. De beraadgroep Geloven en kerkelijke gemeenschap sprak afgelopen maandag over de bonuscultuur naar aanleiding van het agendapunt ‘actualiteit’.

Dr. Jurjen Zeilstra, één van de leden van de beraadgroep, vertelde over de historische situatie in het Romeinse en het Byzantijnse Rijk. Rijke mensen en edelen in de grensprovincies waren er destijds niet meer bereid om zich in te zetten voor de algemene zaak. De elites gingen steeds meer voor het belang van de eigen portemonnee en maakten gelegenheidscoalities met de Germanen aan de grens van het Romeinse Rijk en met de Aziatische Turken aan de grens van het Byzantijnse Rijk. De loyaliteit in het geheel van de samenleving verdampte. Men ging letterlijk voor het eigen gewin. Relatief rijke mensen weigerden nog langer royaal te zijn en geld over te maken naar Byzantium en Rome; ze wilden het stof der aarde voor zichzelf houden. En dat luidde het einde in van deze befaamde wereldrijken.

De historische vergelijking gaf vele reacties in de beraadgroep. Hoewel je niet de situatie toen één op één gelijk kunt schakelen met de situatie in de westerse wereld van nu en de situatie in Nederland, legden velen wel de kritische vinger juist bij de beter gefortuneerde neo-liberalen in de Lage Landen. ‘Niet alles wat  juridisch kan, is voor een christen ook wenselijk’, zei iemand, aanhakend bij allerlei hypotheekconstructies die intelligente financiers bedenken. ‘Mensen met capaciteiten en in verantwoordelijke posities dienen toch voorbij het eigen belang te denken’. ‘Het is toch merkwaardig als een politicus de politieke arena verlaat om het rustiger aan te gaan doen om vervolgens wel zo’n 1,4 miljoen salaris op te strijken bij een functie bij een groot bedrijf’. ‘Waarom laat Nederland zich chanteren door schijnargumenten als: Onze topmensen wijken uit naar het buitenland?’.

Nederland en andere westerse landen glijden door dit soort levensinstellingen bij mensen in een prominente positie mee in de malaise van een samenleving waarin inwoners vooral gericht zijn op het vullen van hun eigen zakken. Een pastor voerde een gesprek met een bankmedewerker die aangaf geen boodschap te hebben aan de publieke opinie, maar slechts te letten op de ruimtes die binnen het kader van de wet te vinden zijn.

Waar vroeger de kerk en andere groepen in het sociaal middenveld een regulerende werking hadden, is die positie verdwenen. De beraadgroep stelde vast dat de staat steeds meer de zedenmeester is geworden, omdat de moraal in de civil society ondergesneeuwd raakt. Het is een uitdaging voor de kerken om in dat vacuüm een morele gemeenschap te zijn, ‘een heiligingsgemeente’, of – zoals James Kennedy het met bewoordingen uit het evangelie noemt – ‘een stad op een berg’.

De discussie sloot inhoudelijk aan bij de opening die Sjoerd Mulder had verzorgd. Hij citeerde een boek van de voormalige paus Benedictus, een onderdeel waarin het gaat over het vasten.  Mensen vasten in dienstbaarheid aan de Heer. ‘Er is geen genadige God zolang wij verzadigd zijn en anderen honger lijden’. Mensen vasten niet om het eigen ik te plezieren, maar vasten juist omdat men wil afzien van zichzelf. De opening vond plaats in het kader van de veertigdagentijd, de tijd voorafgaand aan Pasen.

Foto’s:
Jurjen Zeilstra
Sjoerd Mulder