Briefwisseling in België

De uitgave van de Raad van Kerken met de briefwisseling tussen jongvolwassenen en hun kerkleiders heeft nogal wat mensen in de pen laten klimmen. Vanuit België kwam er een reactie waarin men wees op een soortgelijk initiatief bij de zuiderburen. We geven het hier door ter kennisgeving.

In Antwerpen is bisschop Johan Bonny actief. Hij heeft laten weten dat hij een ronde maakt door zijn bisdom om te luisteren naar de verzuchtingen en verwachtingen van de parochianen. Het is zijn bedoeling om de ervaringen te gebruiken voor een visietekst die in 2012 zal verschijnen en die richtinggevend moet zijn voor het beleid. Bij zijn rondreis deed hij in het najaar ook de plaats Mortsel aan. Jan Maes, godsdienstleraar op het OLVE-college te Edegem besloot dat hij met zijn leerlingen gebruik wilde maken van de mogelijkheid om met de bisschop in gesprek te gaan.

In een artikel liet de bisschop weten dat de centrale vraag die hem het meest bezighoudt, luidt: “Waar kunnen jongeren vandaag samenkomen rond het Evangelie? Waar vinden zij de vrije ruimte die daartoe uitnodigt en daarvoor nodig is? Wat verwachten jongeren van de kerkgemeenschap, van een parochie, van een godsdienstleerkracht, van een priester of een bisschop? Hoe kunnen wij (christenen) dichter komen bij wat werkelijk in hen leeft, maar thuis of op school zo moeizaam ter sprake komt. Ik hoop dat jongeren het woord nemen in de diocesane gesprekronde die dit najaar in heel ons bisdom wordt gehouden.”

De bisschop had voor zijn ronde door het bisdom een speciale gesprekstekst gemaakt met daarin zeven knooppunten van beleid. De leerlingen kregen de tekst voorgelegd met het verzoek om voor 25 november 2011 in te gaan op één van de zeven knooppunten die de bisschop als mogelijke aandachtspunten voor het gesprek naar voren had geschoven. De teksten werden niet op (taal)fouten verbeterd en werden ook niet gecensureerd. Zo kon de verantwoordelijkheid voor de inhoud bij de leerlingen blijven liggen. De bisschop heeft met waardering gebruik gemaakt van de mogelijkheid om het gesprek met de jonge mensen aan te gaan.

De keus voor de thema’s is op zichzelf al aardig om te lezen. In volgorde van aantallen scoren de volgende thema’s:
54 x diaconie
17 x verkondiging
10 x een open gemeenschap
8 x intrastructuur
6 x medewerkers
5 x gebed en viering
2 x territoriale netwerken

Om een idee te krijgen wat de bisschop voor ogen staat een paar flarden uit zijn gesprekstekst.

Knooppunt 1: Verkondiging

‘Een geloofsgemeenschap heeft slechts toekomst zolang zij het geloof kan doorgeven. De blijde boodschap van het Rijk Gods verkondigen is de eerste opdracht van elke christelijke gemeenschap’.

‘Ondanks deze verdienstelijke inspanningen moeten we vaststellen dat het verhaal van het christelijk geloof in onze geseculariseerde samenleving moeilijk aanslaat. Anderzijds weten we dat velen vandaag op zoek zijn naar zingeving en spiritualiteit. Ze willen in hun leven diepgang ervaren, een ruimer perspectief ontdekken, samenhang vinden. Bij velen sluimert een verlangen naar religiositeit. Soms komen jongeren of volwassenen pas later tot een persoonlijke geloofservaring’.

Eerste knooppunt :
* Hoe kunnen we vandaag de Blijde Boodschap ter sprake brengen?
* Hoe kunnen we een “missionaire” kerkgemeenschap zijn?

Knooppunt 2: Gebed en viering

‘De kerkgemeenschap is een biddende en vierende gemeenschap. God is naar ons op zoek en komt naar ons toe. Hij wil tot ons spreken, ons raken, ons troosten, ons optillen, ons samenbrengen’.

Tweede knooppunt :
* Hoe kunnen we werken aan een gemeenschap die op een verzorgde en authentieke manier liturgie viert?
* Hoe kunnen we best beantwoorden aan de vraag om op zondag samen te komen om de eucharistie te vieren?
* Hoe kan ons kerkgebouw een geschikte gebedsplaats voor de lokale gemeenschap blijven?
* Wie kan bij ons voorgaan in gebed en viering?

Knooppunt 3: Diaconie

‘De kerkgemeenschap is een diaconale gemeenschap. “Al wat je één van deze minste broeders van Mij hebt gedaan, heb je Mij gedaan” zegt Jezus’.

Derde knooppunt :
* Hoe dragen mensen zorg voor elkaar in onze gemeenschap?
* Heeft de kansarme een plaats in onze gemeenschap?
* Welke nieuwe noden komen op ons af en hoe kunnen we er aan beantwoorden?

Knooppunt 4: Territoriaal netwerk

‘Een parochie is verweven met het plaatselijke dorp of met de eigen buurt. Vele groepen, bewegingen of diensten zijn uit de parochie geboren en blijven ermee verbonden’.

Vierde knooppunt :
* Hoe kunnen we werken aan “vitale kerkgemeenschappen” die gelovigen aanspreken en uitdagen?
* Wat kunnen parochiale gemeenschappen zelf aanbieden en waarin kunnen ze met elkaar samenwerken?
* Hoe kunnen we met katholieke gemeenschappen van buitenlandse oorsprong in gesprek gaan over hun plaats in onze diocesane gemeenschap?

Knooppunt 5: Medewerkers

‘Door hun doopsel en vormsel zijn alle christenen medeverantwoordelijk voor de opbouw van de kerkgemeenschap en de vervulling van haar zending. Na het Tweede Vaticaans Concilie is ernstig werk gemaakt van de medeverantwoordelijkheid van allen: mannen en vrouwen, gehuwden en niet-gehuwden, christengelovige leken en gewijden’.

Vijfde knooppunt :
* Hoe kunnen wij nieuwe medewerkers roepen, vormen en begeleiden?
* Wat kan plaatselijk leiderschap betekenen?
* Welke taak is weggelegd voor de priester in dit samenspel van verantwoordelijkheden?
* Welke zorg is nodig voor hen die zorg dragen voor anderen?

Knooppunt 6: Een open gemeenschap

‘De kerkgemeenschap heeft alle reden om een open gemeenschap te blijven, die de dialoog met de samenleving niet schuwt. Van meet af aan hebben christenen ervoor gekozen een open gemeenschap te zijn’.

Zesde knooppunt :
* Hoe kunnen de kerkgemeenschap en het christelijke middenveld constructief op elkaar inspelen?
* Hoe kunnen we samenwerken en wat kunnen we leren uit de dialoog met mensen van andere overtuigingen?
* Hoe kan de kerkgemeenschap bijdragen tot het sociale en culturele leven in dorp of buurt?

Knooppunt 7: Infrastructuur

‘Ten behoeve van haar samenkomsten en dienstverlening heeft de christelijke gemeenschap door de tijden heen een eigen infrastructuur uitgebouwd: kerken, parochiezalen, kloosters, jeugdlokalen, scholen, ziekenhuizen, bejaardentehuizen’.

Zevende knooppunt :
* Welke infrastructuur heeft onze huidige kerkgemeenschap nodig om haar taken te kunnen vervullen?
* Hoe kunnen we de beschikbare middelen op een verantwoorde manier aanwenden?

Reacties

Om een idee te geven van de reacties, ook een paar flarden uit de teksten van jonge mensen:

Citaat: ‘Meer dan 15% van de bevolking van ons land krijgt vroeg of laat te maken met armoede.Ik vind dat het onze taak is, daarmee bedoel ik, de taak van al de welstellende mensen, om deze mensen te helpen’.

Een ander citaat: ‘De kerk heeft in de loop van de geschiedenis een spoor van bloed,vernieling,slachtoffers en teleurstelling achter zich gelaten. Ik vind dat het de taak van de kerk is om op te biechten dat ze in het verleden verkeerd zijn geweest,dat ze zware fouten hebben gemaakt. Ik verlang van de kerk dat ze vanaf nu naastenliefde en elkaar helpen zullen promoten op een goede en eerlijke manier die zowel jongeren en volwassen en alle rassen en godsdiensten aantrekt’.

Een laatste citaat van een jongere: ‘Onlangs verspreidde John Dekimpe met enkele andere priesters een petitie waarin hij pleit voor structurele kerkhervormingen. Aanleiding voor de petitie is de vaststelling dat als een parochie zijn priester verliest, die parochie bij een andere parochie wordt gevoegd en dat de erediensten worden geregeld in functie van de ene pastoor die alle parochies moet behappen. Het is inderdaad een verkeerde gedachte omdat het de pastoor centraal stelt, terwijl de gelovigen zouden moeten primeren. Wanneer gehuwde mannen én vrouwen zouden kunnen worden gewijd en de eredienst kunnen voorgaan, zouden meer kerken op LOKAAL niveau kunnen blijven functioneren, ook al zijn er minder kerkgangers’.

Wie de hele tekst wil lezen, kan hieronder terecht:
http://users.telenet.be/de-living/Jongeren%20nemen%20het%20woord.pdf

Foto’s: De illustraties bij dit artikel komen ook van jonge mensen, maar van een ander project. In Zwolle heeft men in het kader van de herdenkingen rond de Moderne Devotie scholieren gevraagd een etage met schilderwerk te verzorgen in het Stedelijk Museum; de illustraties laten daar iets van zien.