Ontmaskering populisme

De kerken moeten het populisme blijven ontmaskeren op concrete punten. Dat kwam naar voren tijdens de vergadering van de Raad van Kerken op woensdag 13 oktober.

De Raad sprak over het thema naar aanleiding van de verkiezingsuitslag en het nieuw samengestelde kabinet. Daarbij wordt teruggeblikt op de positie die de Raad in de achterliggende maanden heeft gekozen. In het algemeen stemde men in met de keus om niet aan partijpolitiek te doen, maar wel normen en waarden kritisch tegen het licht te houden. Daarbij kan het populisme niet worden ontmaskerd als iets wat zich van buitenaf aandient, aldus één vertegenwoordiger, aanhangers van populistische partijen bevinden zich in de kerkbanken.

Een adviseur van de Raad gaf een definitie van wat populisme is. Hij noemde het instellingen die de democratische rechtsstaat stelselmatig ondermijnen met een beroep op ‘wat mensen vinden’. In die zin zit de onderbouwing dicht bij wat ooit het gezonde ‘Volksempfinden’ heette te zijn. De politiek wordt van een forum tot een markt. Je probeert er jouw belangen door te drijven, desnoods met de stemverhouding van 51 tegen 49 procent.

Een afgevaardigde waarschuwde voor de verandering in het vocabulair. De taal verloedert en dat moeten mensen van de kerk zich niet laten gebeuren. Taal wordt opgefokt. Het gaat niet meer om ‘gek’, maar om ‘knettergek’, niet meer om ‘zat’, maar om ‘spuugzat’.

Een ander zei moeite te hebben met het onderliggende mensbeeld. Hij citeerde een krant over het mensbeeld onder het regeerakkoord. De toekomstige burger is een egoïst die zo snel mogelijk scheurend over de snelweg wil gaan zonder gehinderd te worden door vragen over armoede. Hij stelde dat de kerken best met een zekere reserve naar dit soort van politiek mogen kijken en zich kritisch dienen te uiten.

Het ontlokte bij een andere afgevaardigde de verzuchting dat je als kerken tegelijk niet al te ‘salonfähig’ moet worden als zou je tot een ethische elite behoren.

De Raad besloot de eigen beraadgroep Samenlevingsvragen om een nadere analyse van het regeerakkoord te vragen. De Raad ziet voor zichzelf de positie van een kritische bruggenbouwer.

De Raad sprak verder over enkele meer organisatorische punten. Zo werd er ingegaan op de toekomstige structuur van milieu. Op dit punt zal de beraadgroep Samenlevingsvragen verder spreken; er zijn enkele mogelijkheden, een mogelijkheid om als kerk een eigen taakgroep te vormen en een mogelijkheid om de verantwoordelijkheid in algemene zin te verankeren bij de beraadgroep Samenlevingsvragen.

De Raad besloot tenslotte om de episcopale kerken voortaan een afvaardiging in het moderamen te geven. Dat is een wat formele aanpassing, waardoor het moderamen van de Raad voortaan verzekerd is van zowel inbreng vanuit de kleine, meest protestantse, denominaties (zoals de remonstranten, de quakers, leger des heils, evangelische broedergemeente, bond van vrije evangelischen, doopsgezinden, molukse evangelische kerk) en de episkopale kerken (oud-katholiek, anglicaans, syrisch-orthodox, koptisch-orthodox). De rooms-katholieke kerk en de protestantse kerk in nederland zijn standaard in het moderamen vertegenwoordigd.

Foto:
Mgr. Joris Vercammen, één van de initiatiefnemers van het voorstel over de afvaardiging van de episcopale kerken met links van hem ir. Kees Nieuwerth (Quakers) en rechts pr. S. Dogan (Syrisch-Orthodoxe Kerk)
Ds. M.J. Pattinasarany, de nieuwe afgevaardigde van de Molukse Evangelische Kerk