Sleutels jongvolwassenen

Er zijn vijf sleutels te bedenken waardoor je de juiste voorwaarden schept om twintigers en dertigers te laten aanhaken bij de gemeente. De IZB presenteerde deze sleutels in een magazine ‘Young Urban Protestant’ aan de synode van de PKN. Het magazine biedt de resultaten van een onderzoek naar 20-35-jarigen in een aantal stadskerken binnen de PKN. Niels de Jong heeft het onderzoek uitgewerkt en sluit met de vraagstelling aan op een thema wat de Raad van Kerken enkele jaren geleden op de kerkelijke agenda heeft geplaatst.

De sleutels om de goede voorwaarden te scheppen binnen de kerken zijn ontleend aan een reeks interviews met predikanten in de stad, jonge mensen uit de doelgroep en enquêtes.

De eerste sleutel: Het moet wel ergens overgaan. ‘In de kerk moet het volgens jonge mensen wel echt ergens over gaan. Ze gaan naar de kerk om daar dingen te horen die ze elders niet horen. Een plek waar het gaat over Jezus Christus vooral. In de enquete is dat het ‘thema’ dat de meeste kerken wordt aangekruist op de vraag welke thema’s jonge mensen belangrijk vinden en ook in hun gemeente willen horen’.

De tweede sleutel: Er moet wel ruimte zijn. ‘De kerk/predikant mag wat de 20-er en 30-er betreft behoorlijk uitgesproken zijn in waar de gemeente voor staat en wat er verteld wordt. Maar dan moet er vervolgens wel ruimte zijn om daar zelf een weg mee te gaan. Als bijvoorbeeld de uiteindelijke keuze misschien wat anders uitpakt dan wellicht gemeengoed is in de betreffende gemeentge, moet dat geen probleem zijn’. De kerk moet dus niet beknellend wezen.

De derde sleutel: Er moet wel een plek voor me zijn. ‘Verschillende predikanten in dit onderzoek wijzen erop dat, meer nog dan in andere generaties, twintigers en dertigers het belangrijk vinden om het gevoel te krijgen dat ze gezien en gewaardeerd worden. Zonder doodgeknuffeld te worden, zoals je in sommige vergrijsde gemeenten ziet, willen ze wel gekend zijn’.

De vierde sleutel: De sfeer moet goed zijn. ‘Uit de enquete onder de twintigers en dertigers van de vijf onderzochte gemeenten blijkt dat de sfeer zeer belangrijk is bij d ekeuze voor een gemeente. Bij de vraag waarom men lid was geworden bij de gemeente, koos men uit de 28 mogelijkheden meerdere redenen. Verreweg het vaakst kwam er bij de optie ‘vanwege de sfeer in de gemeente’ een kruisje te staan’.

De vijfde sleutel: Er moet wel wat gedaan worden. ‘Een groot percentage van de twintigers en dertigers die de enquete hebben ingevuld zijn als vrijwilliger actief binnen en/of buiten de gemeente. Ruim negentig procent zet zich in binnen de gemeente (met een gemiddelde van vijf uur per maand) en ruim dertig procent is ook nog eens actief als vrijwilliger los van de kerk’.

De Samaritaan

Niels de Jong vertelt in een voorwoord hoe hij gefascineerd werd door de Rotterdamse gemeente ‘De Samaritaan’. Vijftien jaar geleden waren de jonge  mensen in de gemeente op één hand te tellen. Op dit moment vormen twintigers en dertigers de grootste categorie binnen de gemeente. ‘Dat is zeer opmerkelijk, zeker als je daarbij bedenkt dat de gemeente met haar sobere liturgie zo op het eerste gezicht weinig spectaculairs te bieden heeft. Wat is hier het geheim?’ Die vraag ligt ten grondslag aan het onderzoek dat Niels de Jong in 2011 heeft uitgevoerd.

Hij stelt vast dat er in enkele grote steden vergelijkbare processen plaatsvinden. Enkele fondsen ondersteunden het werk en de IZB heeft bij de resultaten een toegankelijk magazine laten verschijnen. In het onderzoek zijn de volgende plaatsen betrokken: Jeruzalemkerk (Amsterdam), Jacobikerk (Utrecht), Nieuwe Kerk (Utrecht), Pelgrimsvaderskerk (Rotterdam) en De Samaritaan (Rotterdam).

Raad van Kerken

De  onderzoeker geeft in zijn literatuurverkenning aan gebruik te hebben kunnen maken van de aandacht die de Raad van Kerken aan de thematiek besteedt. Zoals bekend heeft de Raad enkele jaren met ambassadeurs gewerkt en heeft die betrokkenheid ook geresulteerd in een uitgave van een Oecumenisch Themanummer. De Raad signaleert, stelt de onderzoeker, dat de belevingswereld van de jonge mensen onvoldoende ruimte krijgt.

Niels de Jong schrijft verder: ‘Bij de Raad van Kerken is overigens de betrokkenheid van de tussengeneratie, de twintigers en dertigers, de afgelopen twee jaar een thema geweest dat duidelijk de aandacht heeft. Onder andere vertaalde zich dit in de brochure ‘Een nieuwe generatie over geloof en spiritualiteit’. De belangrijkste observaties van deze brochure sommen we hier op:

* ‘De kerk heeft weinig specifieke programma’s voor de mensen die aan hun derde levensdecennium zijn begonnen’. (….).

* ‘Jongvolwassenen zijn niet alleen ondervertegenwoordigd in de ledenbestanden, ze zijn minder sterk aanwezig in het kerkelijk bestuur’.

* ‘Er zijn vele jongvolwassenen die wegglijden uit de kerkelijke kaartenbakken en die zich niet meer bij de kerkelijke samenkomsten laten zien’ (….).

* ‘De leeftijdsfase van 20-35 jaar is een hele dynamische. Je weet niet of je misschien over anderhalf jaar een partner / huis / gezin hebt’.

* ‘Onderzoek wijst uit dat jongvolwassenen in projecten denken’.

* ‘Er moet tegenwoordig meer gepiekt worden binnen een korte tijd, en op verschillende gebieden: werk, kinderen, vrije tijd, vrienden, familie, sport, inrichting, kleding, en ga zo maar door’.

De onderzoeker plaatst zelf overigens ook een paar kritische kanttekeningen bij zijn onderzoek. De gemeenten zijn bij voorbeeld over het algemeen blank en bestaan uit hoogopgeleiden. Ze profiteren van het grote aantal studenten in de stad. Er zijn nogal wat jongeren afkomstig uit de Biblebelt.

Top-5

Nog een paar resultaten, die in de IZB-uitgave mooi grafisch in beeld worden gebracht. Het magazine (te koop voor 2,95 euro bij de IZB in Amersfoort)noemt de top-5 van wat het lid zijn van een stadsgemeente de jonge mensen heeft gegeven: 1. geloofsgroei; 2. leuke contacten; 3. vriendschappen; 4. meer verlangen om voor God te leven; 5. kennis van de Bijbel. En de uitgave somt de zeven belangrijkste thema’s op voor twintigers en dertigers: 1. Jezus Christus; 2. Dagelijkse leven als christen; 3. verhouding tot je naaste; 4. gemeenschap, verbondenheid; 5. missionair-zijn; 6. verhouding tot God; 7. gebed.