De elfde assemblee en weer worstelen we met vragen rond oorlog en vrede

Een vrijwel onmogelijke opgave: een verslag schrijven van een bijeenkomst van de Wereldraad van Kerken die maar eens in de zeven/acht jaar gehouden wordt, maar dan ook nog gedurende acht lange, intensieve dagen! Vieringen, zakenvergaderingen, basis- en werkgroepen, volle dagen van de ochtend tot in de avond. Dit kan dus onmogelijk een volledig verslag van de assemblee worden. Ik zal me daarom voornamelijk richten op hoe hier werd omgegaan met vredesvraagstukken.

Assemblee

Een bijeenkomst met – al met al – wel ruim 4000 deelnemers, afgevaardigden van (de meer dan 350) lidkerken, meer dan 250 vertegenwoordigers van oecumenische partnerorganisaties en van internationale partners (waaronder nationale en regionale raden van kerken in Europa, Noord- en Zuid-Amerika, de Pacific, Azië, maar ook ACT-Alliance – ruim 180), journalisten, gasten en niet te vergeten de 150 stewards, jongeren die voor onmisbare ondersteuning zorgen tijdens de bijeenkomst. In de loop van de vergadering werden er groeten overgebracht van onder meer de wereldwijde evangelische en pinksterbeweging, de paus, patriarch Bartholomeus, de Joodse gemeenschap in Duitsland en Religies voor Vrede.

Vredeskerken

Iedere keer bij een grote Wereldraadbijeenkomst heb ik aangedrongen op een overleg tussen de afgevaardigden van de traditionele vredeskerken, voorafgaand aan en gedurende die bijeenkomst om onderling af te stemmen. Het aantal besluitgerechtigde gedelegeerden uit deze kring is maar beperkt en op één hand te tellen. Maar daarnaast zijn er vertegenwoordigers van partnerorganisaties, waarnemers en gasten. Meestal zijn het Doopsgezinden, Quakers en Brethren uit alle hoeken van de wereld en vaak sluiten de Moravians en de Waldensians zich hierbij aan. Ook Church and Peace werd erbij uitgenodigd.
Dit keer waren we tijdens die afstemmingsbijeenkomsten met ruim veertig mensen! 
We kwamen tot de slotsom dat we ook tussen twee assemblees als netwerk zouden moeten functioneren én dat de drie traditionele vredeskerken – wanneer zij een eigen wereldconferentie houden – ook een afgevaardigde van de andere twee zouden moeten uitnodigen. Mede dankzij dit overleg hebben we voor sommige voor besluitvorming voorliggende verklaringen tekstvoorstellen kunnen doen. Hier kom ik later nog op terug.

Zware onderwerpen

Dit beloofde al langere tijd een spannende bijeenkomst van de Wereldraad te worden door met name drie zware en actuele onderwerpen: ten eerste de oorlog in Oekraïne; ten tweede de toenemende druk om het beleid van Israël in het land zelf én vooral de bezette gebieden te kenschetsen als apartheid en ten derde de roep om steviger beleid inzake klimaatverandering en klimaatgerechtigheid.

Verloop van de vergadering

Tijdens de openingsbijeenkomst werden we niet alleen welkom geheten door de voorzitter van het Centraal Comité en de (waarnemend) secretaris-generaal, maar ook door de burgemeester van Karlsruhe en zelfs de president van de Bondsrepubliek Duitsland. De burgemeester kreeg een Libanon-Ceder aangeboden voor de stad. Hij kondigde daarop aan dat deze geplant zou worden in een in Karlsruhe in het kader van het 300-jarig bestaan van die stad ontwikkelde ‘Tuin der Religies’ – die ik later vlak bij ons hotel aantrof, prachtig! De gemeenteraad van Karlsruhe had voluit medewerking verleend aan het houden van de assemblee in deze mooie stad. Het openbaar vervoer door de hele stad was voor de deelnemers zelfs gratis.

President Steinmeier vond onder meer het feit dat deze assemblee in Duitsland en het grensgebied met Frankrijk en Zwitserland plaatsvond – de kerken in de drie landen waren samen immers ‘Gastgeber’ – zeer betekenisvol: een land dat weet heeft van oorlog, maar ook van verzoening. En daarover gesproken memoreerde hij dankbaar het feit dat de Duitse kerken kort na de tweede wereldoorlog als gelijkwaardige partners bij de oprichtingsvergadering van de Wereldraad in Amsterdam uitgenodigd werden (hier noemde hij trouwens expliciet de rol daarin van de Quakers…). 

Hij vervolgde echter zijn toespraak met een felle en expliciete veroordeling van Rusland wegens de oorlog in en een ferme steunbetuiging aan Oekraïne. Dit lokte de volgende dag al een boze publieke reactie uit van Rusland. Het verhoogde alleen maar de vooraf al bestaande spanning. Er was immers al een tijdje discussie binnen de Wereldraad of de Russisch-Orthodoxe kerk als lidkerk uit de Wereldraad zou moeten worden gezet, omdat de kerkleiding openlijk de Russische inval in Oekraïne steunt.

Daar komt nog bij dat er binnen de Wereldraad (nog) geen lidkerken uit Oekraïne vertegenwoordigd zijn. Dit bracht de Wereldraad ertoe om voorafgaand aan de assemblee een werkbezoek te brengen aan kerken aldaar en een delegatie van verschillende kerken in dat land speciaal uit te nodigen voor deze assemblee. Gehoopt werd dan ook dat deze bijeenkomst een platform zou bieden voor gesprek tussen de vertegenwoordigers van de Russisch-Orthodoxe kerk en de Oekraïense kerken. 

Voorafgaand aan de assemblee initieerde Church and Peace samen met een aantal andere oecumenische vredesorganisaties een open brief aan de Wereldraad, getiteld ‘Focus on Overcoming all Wars’. In die brief werd de deelnemers aan de elfde assemblee onder meer opgeroepen om een ‘helder signaal af te geven voor de weg van de Rechtvaardige Vrede’. Ook werd de assemblee gevraagd om ‘allen die zijn gaan twijfelen – vanwege de oorlogen in Oekraïne dan wel elders – aan te moedigen het instituut oorlog van alle legitimiteit te ontdoen’.

Bovendien werd voorafgaand aan de assemblee een Walk of Peace/Pelgrimage van Paderborn naar Karlsruhe georganiseerd. De deelnemers boden de assemblee een petitie aan met de titel: ‘Oorlog is tegen de wil van God – een oproep aan christenen en kerken wereldwijd’. Een verwijzing uiteraard naar de eerste assemblee in Amsterdam in 1948. Hierin werd ook gewezen op de assemblee van Vancouver (1983), waar de oproep tot het conciliair proces ‘Gerechtigheid, Vrede en Heelheid van de Schepping’ werd gedaan. En op die van Harare (1998), waar de ‘Decade to Overcome Violence’ werd uitgeroepen. Deze culmineerde uiteindelijk in de Internationale Oecumenische Vredesconvocatie in Kingston (2011) met de breed gedragen verklaring over ‘Rechtvaardige Vrede’. Bij al deze met consensus aangenomen en breed gedragen besluiten van de Wereldraad was de Russisch-Orthodoxe kerk als lidkerk ook betrokken…
Daarom werd tijdens deze assemblee verschillende keren expliciet uitgesproken dat ‘niemand het recht heeft oorlogshandelingen en genocide te zegenen’, verwijzend naar patriarch Kyrill. Zelf heb ik in een reactie op Kyrill’s steun aan de oorlog in een artikel op de website van de Raad van Kerken ook al eens in herinnering geroepen dat de internationale oecumene tijdens de assemblee in Vancouver nadrukkelijk gesproken heeft over het feit dat wij ons als kerken over onze uitspraken ‘wederzijds dienen te verantwoorden’. In het licht van die eerdere breed gedragen uitspraken tegen oorlog en voor vrede is dit in dit geval dan ook zeker aan de orde. Maar dat dit zou moeten leiden tot ‘uitsluiting’ van de Russisch-Orthodoxe kerk, nee juist niet: we moeten elkaar tot verantwoording roepen, met elkaar in gesprek blijven en elkaar blijven aanmoedigen die weg van de Rechtvaardige Vrede te volgen.

Vergaderwijze en besluitvorming

Ik weet niet of voldoende bekend is dat in de zakenvergaderingen de Wereldraad al jaren geleden overgegaan is op het ‘consensus besluitvormingsmodel’. Wanneer er besluiten moten worden genomen over bijvoorbeeld benoemingen in het Centraal Comité of teksten van verklaringen namens de Wereldraad, dan hebben de gedelegeerden namens de lidkerken daarvoor één oranje en één blauwe kaart. Als ze het met het (tekst)voorstel eens zijn steken ze een oranje kaart omhoog, maar als ze zich er niet in kunnen vinden een blauwe. De voorzitter zal dan aan diegenen die een blauwe kaart omhoog staken vragen of ze met hun bezwaar ‘terug willen treden’ en het (meerderheids)besluit aanvaarden. Is dat het geval dan is het besluit genomen. Zij kunnen echter ook een aantekening laten maken van hun inhoudelijke bezwaar in het verslag van de vergadering. Wanneer er veel blauwe kaarten opgestoken werden is het besluit nog niet aanvaard en dient er verder overleg plaats te hebben.

Er werden ook dit keer weer een aantal verklaringen en minuten aangenomen over ingewikkelde onderwerpen waar de meningen gedurende de gesprekken behoorlijk uiteenliepen. Toch werden er op de hiervoor aangegeven wijze verklaringen aangenomen over ‘Oorlog in Oekraïne, Vrede en Gerechtigheid in de Europese Regio’, over de ‘Consequenties van de 2020 Nagorno-Karabach Oorlog’, ‘De Dingen die Vrede brengen: De Wereld bewegen tot Verzoening en Eenheid’, ‘De Oorlog beëindigen en bouwen aan vrede op het Koreaanse schiereiland’, ‘Zoeken naar Gerechtigheid en Vrede voor allen in het Midden-Oosten’ en ‘De Levende Planeet: zoeken naar een Rechtvaardige en Duurzame Wereldgemeenschap’. Deze werden alle (uiteindelijk) op de hiervoor aangegeven wijze unaniem aanvaard – een indrukwekkend besluitvormingsproces! Het is aan de hand van citaten uit deze verklaringen dat ik hier zal illustreren hoe de worsteling met vragen van oorlog en vrede tijdens deze assemblee verliep. 

Gesprek over oorlog en vrede

Eén van de tekstvoorstellen die vanuit het overleg van de vredeskerken aangereikt werd – met name door Church and Peace – voor de verklaring over de oorlog in Oekraïne werd integraal overgenomen: ‘In  reactie op toenemende militarisering, confrontatie en wapenproductie roepen wij op tot een veel grotere investering door de Europese regeringen en de hele internationale gemeenschap in het zoeken naar en bevorderen van vrede en in het versterken van geweldloze conflictoplossing, civiele conflict-transformatie en verzoeningsprocessen, in plaats van in escalerende confrontatie en verdeeldheid’. 

Vlak daarboven stond al een belangrijke zinsnede: ‘Wij erkennen dat er in oorlog geen ‘winnaars’ zijn en dat niemand ooit zou moeten overgaan tot het voeren van oorlog’. En iets verderop: ‘Waar oorlog op zich al direct vernietigend is, moeten daarenboven de (indirecte) sociale en economische gevolgen van militarisering niet genegeerd worden’. 

Verder lezen we in de krachtige verklaring van deze assemblee over de klimaatcrisis en duurzaamheid de oproep om ‘een eind aan alle oorlogen en militaire inzet (…) wapenproductie en andere levensvernietigende sectoren (te maken), gekoppeld aan een radicale verschuiving van hulpbronnen naar gezondheid en veerkracht van onze gemeenschappen en het beheer en herstel van ecosystemen die de basis vormen van onze economie.’

Ergens anders herhaalt de Wereldraad dat ‘onze christelijke broeders en zusters en de leiding van de kerken in Rusland en Oekraïne hun stem zouden moeten verheffen tegen het voortduren van het doden, vernietigen, verjagen en onthemen van het Oekraïense volk. Wij vragen de Wereldraad om een platform te bieden waar alle stemmen voor vrede kunnen worden gehoord en versterkt’.
Elders lezen we: ‘Gegeven de onvermijdelijke kosten (…) moet oorlog worden vermeden en kerken hebben een sleutelrol om hiervoor te pleiten (…) Multilaterale diplomatie – vooral via de Verenigde Naties op wereldniveau – blijft een wezenlijk belangrijke rol bij het bewaren van de vrede.’

En tot slot tegen het eind van de verklaring: ‘Eén van de tragische gevolgen van de oorlog in Oekraïne is het intensiveren van militarisering, confrontatie en verdeeldheid van het Europese continent door en met een enorme en grotendeels ongecontroleerde wapenproductie en wapenhandel in de regio en een nieuwe en escalerende dreiging van een nucleair conflict die een catastrofe zou veroorzaken van een vreselijke en waarschijnlijk wereldwijde omvang.
Een nieuwe verdelingsgrens wordt getrokken over het continent, wemelend van wapentuig aan weerszijden. De geschiedenis van de Koude Oorlog geeft ons een helder beeld van wat zou kunnen volgen en de risico’s die dit met zich meebrengt’.

Tijdens de gebruikelijke sessie van alle Europese deelnemers aan de assemblee stelde de voorzitter, de secretaris-generaal van de Conferentie van Europese Kerken (CEC), de vraag wat wij vanuit de assemblee aan de Europese Unie wilden meegeven. Toen ik het woord vroeg en kreeg, stelde ik dat wij de 
EU zouden moeten herinneren aan de grondwaarden van waaruit zij is ontstaan: Europa als vredesproject / nooit meer oorlog en dat van daaruit Europa geen ‘militaire poot’ zou moeten willen ontwikkelen, maar juist meer blijven investeren in ‘soft power’, diplomatie en dus in vrede. Dat wij – hoe dan ook – na afloop van de oorlog in Oekraïne verder moeten met het herstellen van de relaties – ook met Rusland . Dat we moeten werken aan inclusieve vrede.
Daarop stond één lid van de Oekraïense delegatie op en stelde dat ik kennelijk niet begrepen had dat Rusland imperialistisch is en dat spreken over inclusieve vrede met een dergelijke staat niet mogelijk zou zijn…

Wat die nucleaire dreiging betreft: Noord-Korea heeft de afgelopen tijd verscheidene keren een ballistische raket afgevuurd richting Zuid-Korea en Japan. In de verklaring van de assemblee over vrede op het Koreaanse schiereiland staat dat, alhoewel er na de Busan-assemblee een ‘moment van hoop voor vrede in de regio was (…) de hernieuwde spanning en het toegenomen risico van een mogelijk catastrofaal conflict zich op nieuw deden gelden. Wij bidden (…) dat de politieke redenen voor de deling (van het schiereiland) opgelost zullen worden en dat een vredelevende hereniging bereikt zal worden’.
Ook wat de steeds opnieuw opvlammende oorlog tussen Armenië en Azerbeidzjan betreft sprak de Assemblee zich uit: Wij ‘veroordelen het gebruik van chemische wapens en cluster munitie, het bewust bestoken van burgerdoelen, ziekenhuizen en openbare infrastructuur en alle andere oorlogsmisdaden (…) gedurende het conflict’. Deze uitspraak zou natuurlijk ook passend zijn geweest in de verklaring over de oorlog in Oekraïne! 
Omdat onlangs opnieuw een aanval is uitgevoerd door Azerbeidzjan op Armenië roept de Wereldraad op tot een dialoog voor een rechtvaardige vrede – ook bij deze oorlog.

Israël-Palestina

Ook het conflict in het Midden-Oosten, in het bijzonder – maar niet alleen (!) – tussen Israël en Palestina, kwam uiteraard aan de orde tijdens deze assemblee.
Niet alleen was er een intensieve workshop (vier dagen lang) over vrede in het Midden-Oosten (Syrië, Irak, Israël-Palestina – met goede bijdragen van leidende vertegenwoordigers uit die regio, bekende Palestijnse, Syrische en Iraakse vertegenwoordigers), maar ook een unaniem aangenomen verklaring.  
Daarin wordt onder meer gezegd dat ‘het gewelddadig extremisme dat religie als rechtvaardiging gebruikt, de voortdurende militaire bezetting en de systematische aantasting van de mensenrechten, de economische crisis en corruptie, de afwezigheid van legitiem gezag (…). allemaal bijdragen aan een existentiële crisis in de hele regio.’ 

De verklaring stelt vervolgens dat ‘alleen gelijke rechten, inclusief burgerschap, rechtvaardigheid en waardigheid voor allen, zonder discriminatie op grond van religie of ras’ dit kan herstellen. Maar, ‘helaas daagt de werkelijkheid op de grond in verschillende landen in het Midden-Oosten deze visie uit.’ Het ‘recht op zelfbeschikking van het Palestijnse volk’ wordt nog eens onderstreept. De bezetting sinds 1967 en de Israëlische nederzettingen worden nogmaals aangemerkt als ‘illegaal volgens internationaal recht en dienen te worden beëindigd’. Een ‘rechtvaardig, alomvattend en duurzaam vredesakkoord’ is nodig – zo stelt de assemblee – ‘om de veiligheid van zowel de Palestijnen als de Israëliërs te garanderen’. (…) ‘Discriminatie van Palestijnen is openlijk en systemisch’.  

Van verschillende kanten werd er tijdens de assemblee op aangedrongen dat de Wereldraad zou uitspreken dat het beleid van de staat Israël – zowel jegens de Arabische minderheid als het Palestijnse volk – neerkomt op ‘apartheid’. Dit stuitte echter op weerstand van andere deelnemers die een dergelijke uitspraak als ‘niet behulpzaam’ kwalificeerden bij het vinden van een politieke oplossing.
Uiteindelijk werd in de verklaring ‘Zoeken naar Gerechtigheid en Vrede voor Allen in het Midden-Oosten’ als weergave van een feit de volgende zinsnede opgenomen: ‘Recent hebben vele internationale, Israëlische en Palestijnse mensenrechtenorganisaties en juridische instanties het beleid en de acties van Israël omschreven als neerkomend op ‘apartheid’ volgens internationaal recht.’
De verklaring vervolgt door te stellen dat ‘in deze assemblee er kerken en gedelegeerden zijn die er een sterke voorstander zijn van het gebruik van deze term als zijnde een nauwkeurige beschrijving van de werkelijkheid van de mensen in Palestina/Israël en de situatie in termen van internationaal recht, terwijl anderen dit niet gepast, niet behulpzaam en pijnlijk vinden. We zijn het hierover niet eens. Wij moeten verder met dit vraagstuk worstelen, terwijl wij blijven samenwerken tijdens deze pelgrimage van gerechtigheid en vrede. Wij bidden dat de Wereldraad een veilige plek zal blijven voor zijn lidkerken voor gesprek en samenwerking bij het zoeken naar waarheid en van het werken aan een rechtvaardige vrede voor alle mensen in de regio’.
Verderop in de verklaring wordt de Wereldraad echter opgeroepen om ‘de gevolgen van de (desbetreffende) recente rapportages van B’Tselem, Human Rights Watch en Amnesty International te onderzoeken, te bespreken en te onderscheiden op welke wijze zijn bestuurlijke organen hierop op gepaste wijze kunnen reageren.’

Workshops

Tijdens de Assemblee heb ik ook bijdragen geleverd aan een viertal van de vele workshops. Onder meer samen met Renke Brahms en Dirk Harmsen over nucleaire ontwapening, met Ralf Becker en Marie-Noëlle Koyara over inclusieve veiligheid in Europa en Afrika, over het rechtvaardig delen van schaars wordende grondstoffen en een panel over kerkelijk spreken over klimaatsverandering en duurzaamheid georganiseer door CEC en Wereldraad.

Tot slot

Over de tweede dag van de assemblee schreef ik een blog voor de website van de Raad van Kerken. Daarin uitte ik zorgen over een voorstel van de (waarnemend) secretaris-generaal van de Wereldraad, dr. Ioan Sauca, om de Pelgrimage van Gerechtigheid en Vrede voortaan Pelgrimage van Gerechtigheid, Verzoening en Eenheid te noemen. Het collectieve geheugen is helaas kort!

Vergeten wordt maar al te snel dat de ‘Decade to Overcome Violence’ (Decade Geweld Niet Gewild) uitmondde in de Internationale Oecumenische Vredesconvocatie over Rechtvaardige Vrede in Kingston. Tijdens de assemblee van Busan lag daarom een voorstel op tafel om op basis van dat breed gedefinieerde én gedragen begrip Rechtvaardige Vrede samen op een Pelgrimage van Rechtvaardige Vrede te gaan tot de volgende assemblee. 
In Busan werd dat teruggebracht tot een Pelgrimage van Gerechtigheid én Vrede…. Nu werd zelfs voorgesteld ook dat weer te wijzigen op een wijze die mij het gevoel gaf dat hier sprake is van een soort devaluatie van het paradigma van de Rechtvaardige Vrede… De zorg is bovendien dat bij die nieuwe Pelgrimage van Gerechtigheid, Verzoening en Eenheid de kans groot is dat die benaming leidt tot een meer inwaartse blik van de lidkerken. En dat was nu juist niet de bedoeling van de pelgrimage afgekondigd in Busan: daar gaat het om de dienst aan de wereld! Het gaat om het bouwen aan rechtvaardige vrede.

Zoals uit mijn voorgaande analyse van het verdere verloop van de assemblee in Karlsruhe blijkt, is er echter wel degelijk ook gesproken vanuit het gezamenlijk gedragen begrip van Rechtvaardige Vrede bij het worstelen met vragen van oorlog en vrede. Dat relativeert – ten dele – mijn zorg over de eerste twee dagen én bovengenoemd voorstel om de Pelgrimage een ander focus te geven.

Er werden in Karlsruhe – naast de eerdergenoemde verklaringen – ook nog een mooie meer theologische verklaring (Unity Statement) en een heel goede verklaring over klimaatverandering en duurzaamheid (The Living Planet: Seeking a Just and Sustainable Global Community’) aangenomen, waarop ik in dit verband niet nader in ben gegaan. Alle genoemde verklaringen staan overigens op de website van de Raad van Kerken. 

Mooiste momenten

Als nu gevraagd wordt wat mij het meest geraakt heeft gedurende deze assemblee, dan waren dat twee momenten. Ten eerste de toespraak van de secretaris-generaal van Religies voor Vrede, professor Azza Karam. Over het thema van de assemblee zei zij dat in haar overtuiging die liefde van Christus voor de hele wereld en dus ook voor haar als moslima bestemd was. Wat haar betreft was Jezus ook voor haar gestorven en opgestaan…. Voorts ‘dat Religies voor Vrede en de Wereldraad de morele verantwoordelijkheid delen dat we niet toestaan dat religie wordt misbruikt door de politiek voor het voeren van oorlog. Politici presenteren oorlog als de meest makkelijke optie, maar oorlog is geen optie’. Ik was zeer geroerd door haar woorden en getuigenis.

Ten tweede het feit dat – net als in Busan – een broeder uit Taizé (fr. Alois) vertelde hoe in deze oecumenische gemeenschap – net als op de assemblee – nog altijd mensen uit veel verschillende landen samenkomen om samen te bidden en te vieren. Hij zei: ‘we zijn allen de gasten van Christus’ en herinnerde ons eraan dat ‘eenheid nooit bereikt kan worden met behulp van concepten en woorden alleen’. Daarom vroeg hij ons nu – eindelijk – tenminste maar eens één minuut stil te zijn. Waarna hij ons vroeg om samen Laudate Omnes Gentes te zingen! Dat was weer eens zo’n ‘gevoelde eenheid’ in plaats van ‘geformuleerde eenheid’ voor mij. Aartsbisschop Justin Welby refereerde hieraan tijdens een sessie over christelijke eenheid door te zeggen: 
‘Onze Broeder uit Taizé zei het (daarmee) allemaal!’

Kees Nieuwerth | Oktober 2022

Kees Nieuwerth is lid van het Religieus Genootschap der Vrienden (Quakers) en bestuurslid van de Europese oecumenische vredesorganisatie Church and Peace.