Voor ’t eerst in synagoge

‘Dit is de eerste keer dat ik in een synagoge ben. Ik woon al 31 jaar in Nederland. Ik was verschillende keren in een kerk. Maar om een joods gebedshuis binnen te gaan, daar was het tot nu toe nooit van gekomen’. Dr. Kursat Bal van het Contactorgaan Moslims en Overheid spreekt de woorden uit in de kleine synagoge in Amsterdam-West.

Hij is de laatste spreker vanuit een religie bij de dialoogontmoeting die plaatsvond op woensdag 9 februari in Amsterdam. Het begon met drukte voor de moskee aan de Witte de Withstraat. Het eindigde met voorzichtig manoeuvreren in de kleine synagoge in Amsterdam-West. De leiding van drie religies kuierde met elkaar door de hoofdstad, mijmerend over de vraag tot wie je bidt als je de ogen sluit en hardop stelling nemend tegen intolerantie. Dan even is er onrust. Een paar jongens roepen een paar scheldwoorden.

Kursat Bal zou er later nog even op terugkomen. ‘Hoe kunnen jongeren vol begrip reageren als ze de islam alleen maar kennen van de televisie en als ze niet zorgvuldig begeleid worden in wat godsdienst echt wil zijn, een bron van liefde en respect’. De wereld is klein geworden door de globalisering, maar de kennis is enigszins achtergebleven. We moeten de jeugd begrip bijbrengen.

Cevdet Keskin, imam in de moskee van Amsterdam-West, verwoordde dat in 615-620 de profeet Mohammed volgelingen had geadviseerd om naar Ethiopië te gaan omdat de christelijke vorst daar een veilig thuis bood aan moslims. En toen de vorst overleed, rouwden de moslims over zijn dood. Een ieder mag in een gebedshuis bidden, ongeacht de religieuze achtergrond, maakte de traditie duidelijk.

‘Wandelen is symbolisch’, verwoordde rabbijn Awraham Soetendorp. ‘Je begint bij tolerantie. Van tolerantie wandel je naar  respect. En van respect ga je naar liefde. Die wandeling is essentieel’. ‘Als we elkaar aankijken ontmoeten we God in de pupillen van de ander’. Rabbijn Raph Evers van de orthodoxe Joodse gemeenschap herinnerde aan de opdracht dat God een huis liet bouwen te midden van de mensen. De omgeving is essentieel.

Mgr. Hans van den Hende, referent voor de interreligieuze ontmoeting, sprak namens de christenen. Hij refereerde – net als Soetendorp – naar de schepping van de mens. God schept ieder mens naar zijn beeld en gelijkenis. ‘Ook in de ander herkennen we het beeld van God’, betoogde de bisschop. Hij liet verder weten het van belang te vinden dat de wandeling plaatsvond op straat. Daarmee komt de publieke dimensie van godsdienst goed tot zijn recht.

Burgemeester Van der Laan kwam iets later binnen. Zoals Den Haag de stad van het recht mag heten, zo zou je Amsterdam de stad van de dialoog kunnen noemen, zei hij. Hij erkende de publieke betekenis van de religie. ‘Neem ons mee in uw wandeling’, zei hij. En: ‘Als u iets van ons nodig hebt, is het stadsbestuur er voor u’. 

De pelgrimerende religieuze leiders bezochten naast de moskee en de synagoge ook een kerk: de Jeruzalemkerk, waar ds. Bas van der Graaf predikant is. De protestantse predikant – met een orthodox-hervormde achtergrond – vertelde dat de religies nou niet direct de deur bij elkaar plat liepen. Maar er waren ter dege momenten van saamhorigheid. De kerst- en paasvieringen van de kerk konden zich verheugen in het bezoek van honderden kinderen en vele moeders met hoofddoekjes. Na de moord op een juwelier in de buurt diende de kerk als ruimte voor publieke herdenking. De Jeruzalemkerk ontpopt zich als een kerk dicht bij mensen, en dat is heel wat in een wijk met zo’n 157 nationaliteiten en een toenemende veryupping.

Er was veel media-aandacht voor de dialoogwandeling, die werd afgesloten met een maaltijd in de joodse synagoge. De Caïro-groep van Joden (NIK en Liberale Joden), christenen (Raad van Kerken) en moslims (CMO), die de ontmoeting had georganiseerd, was tevreden. Van christelijke zijde waren onder meer aanwezig prof. dr. Marius van Leeuwen, vice-voorzitter van de Raad van Kerken, ds. Peter Verhoef, preses van de PKN, ds. Arjan Plaisier, scriba van de PKN, bisschop Hans van den Hende, referent van de Rooms-Katholieke Kerk voor de oecumene, drs. Harrie Mintjes, voorzitter van de werkgroep Islam en ds. Anne-Marie Visser, lid van de beraadgroep Interreligieuze Ontmoeting van de Raad van Kerken.  

Foto;s:
De groep voor de Noer-moskee in West, links mgr. Hans van den Hende, helemaal rechts synodepreses PKN Peter Verhoef. En diverse afgevaardigden daar tussen in.
Burgemeester Van der Laan links en rechts met hoofdbedekking Kursat Bal.
Tijdens de dialoogwandeling was er volop aandacht van de media, hier gaat de mobiele telefoon van hand tot hand in gesprek met Groot Nieuws Radio.
Ds. Arjan Plaisier rechts, scriba van de Protestantse Kerk en lid van het Moderamen van de Raad van Kerken
Mgr. Hans van den Hende wordt ontvangen door rechts ds. Bas van der Graaf van de Jeruzalemkerk

Tekst toespraak bisschop mgr. Hans van den Hende: 

In gezamenlijkheid hebben wij een dialoogwandeling gemaakt. Een wandeling? Op het eerste gehoor zou je zeggen: wandelen, wat is daar nu zo bijzonder aan? Wandelen is iets anders dan hard lopen, niet een kwestie van je zo snel mogelijk voortbewegen van punt a naar punt b. Vanmiddag hebben wij de wandeling verkozen om met elkaar in gesprek te gaan. En we hebben de mogelijkheid aangegrepen kort op bezoek te zijn in een moskee, een kerk en een synagoge.

Een wandeling om elkaar te ontmoeten en te leren kennen, om in gesprek te zijn met elkaar. Zo hebben we als joden, christenen en moslims samen de bouwstenen aangereikt voor een dialoog. Een dialoog is een uitwisseling en vraagt wederkerigheid: niet alleen spreken maar ook luisteren, niet alleen kijken maar ook zien. Een dialoog biedt de gelegenheid om enerzijds te getuigen van het eigen geloof (zo brengen christenen de persoon van Christus en zijn evangelie ter sprake) maar ook te horen wat de ander als overtuiging heeft.

De wandeling en de dialoog die wij vandaag houden (dialoogwandeling) veronderstelt het gegeven van vrijheid en godsdienstvrijheid. Vrijheid en vrijheid van godsdienst kunnen niet gezien worden als een soort van optie, in de zin van: het had er even zo goed niet kunnen zijn. Vrijheid heeft alles te maken met de waardigheid van iedere menselijke persoon, een waardigheid die je als mens niet kunt verliezen en die in de samenleving aan geen mens kan worden ontzegd.

Vrijheid en godsdienstvrijheid op basis van de waardigheid van de mens. Het is duidelijk dat vrijheid en godsdienstvrijheid niet op zichzelf staan. Daar hoort ook respect bij. Waardigheid vragen voor jezelf en je overtuiging dient verbonden te zijn met de waardigheid en de overtuiging van anderen te respecteren. De waardigheid die zo eigen is aan de mens, komt het beste tot uiting wanneer deze mens op zijn beurt de waardigheid van andere mensen respecteert en behoedt.

In het bijbelboek Genesis wordt gezegd: God heeft man en vrouw (iedere menselijke persoon dus) gemaakt naar zijn beeld en gelijkenis (Gen. 1, 27).  Een mens als beeld van God is geroepen om ook de ander als beeld van God te erkennen. In dit licht is het mijn overtuiging dat de menselijke persoon zowel een religieuze als een sociale dimensie in zich heeft.

Joden, christenen en moslims belijden en beleven hun religieuze overtuiging niet los van hun maatschappelijke leven. Godsdienst staat niet buiten de samenleving maar behoort tot het publieke domein. Paus Benedictus benadrukte, in zijn boodschap op Wereldvredesdag op 1 januari 2011, dat religieuze gemeenschappen door middel van verschillende charitatieve en culturele instellingen een onmiskenbare bijdrage leveren aan de maatschappij, sociaal en ook ethisch. Daarbij zij duidelijk gezegd dat de dimensie van het geloof op geen enkele manier diegenen mag discrimineren die haar geloofsopvattingen niet delen. Het is wezenlijk van belang om juist de sociale samenhang te versterken –op grond van de waardigheid van iedere mens- alsook integratie en solidariteit[1].

Vrijheid van godsdienst neemt een bijzondere plaats in onder de grondrechten en vrijheden die voortkomen uit de waardigheid van de mens als persoon. Die godsdienstvrijheid is echter niet vanzelfsprekend. Paus Benedictus stelt in zijn boodschap op Wereldvredesdag dat vrijheid en in het bijzonder godsdienstvrijheid bedreigd kan worden zowel door fanatisme als door relativering. D.w.z. enerzijds mag het belijden van een godsdienst niet met dwang worden opgelegd: ‘streven naar waarheid laat zich niet opleggen met geweld, maar alleen door de kracht van de waarheid zelf’[2]. Anderzijds is in een seculariserende samenleving regelmatig iets te bespeuren van een latent vooruitgangsgeloof, n.l. dat religie en geloof niet zou stroken met de moderne autonome mens en niet van deze tijd zou zijn. En dat religie zich het liefst niet zou moeten laten zien in uiterlijke tekenen.

Temidden van fanatisme enerzijds en relativering anderzijds die vrijheid en godsdienstvrijheid onder druk kunnen zetten, mogen wij als joden, christenen en moslims op deze middag in Amsterdam juist benadrukken dat vrijheid en godsdienstvrijheid in de samenleving van nu het noodzakelijke kader is om in dialoog te kunnen treden met elkaar en dat godsdienstvrijheid het grondbeginsel is voor een bijdrage vanuit religie aan de maatschappij waarin wij leven.

De weg van vrijheid en respect, de weg van godsdienstvrijheid die de fundamentele waardigheid van iedere mens als grondslag heeft, is ten diepste de weg naar vrede. Geroepen tot vrede, wil ik niet beweren dat wij als mensen die vrede geheel zelf kunnen maken en voltooien. Hoezeer ook de vrede bewerken een opgave betekent voor iedere mens, de vrede ten volle is ten diepste een gave van God.

Paus Benedictus spreekt in zijn boodschap over godsdienstvrijheid als authentiek vredeswapen. Dat is nodig want: ‘Vrede brengt de diepst verborgen talenten en mogelijkheden van de menselijke persoon tot volle vruchtbaarheid, talenten die de wereld kunnen veranderen en verbeteren. Zij geeft hoop op een toekomst van gerechtigheid en vrede, zelfs bij ernstige ongerechtigheid en materiële en morele armoede’.

Tot slot wil ik graag aan u allen mijn dank uitspreken dat we in vrijheid en respect in dialoog met elkaar op weg zijn gegaan deze middag. Dat is een kostbaar teken van onze innerlijke gezindheid en van ons staan in de samenleving van ons land.

+J. van den Hende, bisschop
(namens de deelnemende christenen)


[1] Cfr. Paus Benedictus XVI, Boodschap bij de viering van Wereldvredesdag, 1 januari 2011, in: Kerkelijke documentatie (2011) 96-105.

[2] Vaticanum II, Dignitatis Humanae (1967) n. 1; Paus Benedictus XVI, o.c.